Willen we echt een Tesla voor iedere Europeaan?

De ontwikkelaars

Met de energietransitie dreigen zich dezelfde koloniale patronen te herhalen

Willen we echt een Tesla voor iedere Europeaan?

Willen we echt een Tesla voor iedere Europeaan?
Willen we echt een Tesla voor iedere Europeaan?

We hebben niet alleen een energietransitie nodig, maar ook een omslag in het Europese grondstoffenbeleid. Extractie terugschroeven en mondiale ongelijkheden aanpakken, daar moet het om gaan. Waar blijft de ‘sense of urgency’? vraagt beleidsmedewerker bij Broederlijk Delen Wies Willems zich af.

Thana Gu / Unsplash (CC0)

Het beleid moet niet per se vertrekken van de assumptie dat iedere Europeaan zou verlangen naar een (eigen) Tesla. De tendens naar grotere, zwaardere (elektrische) auto’s zoals SUV’s doet de materiaalvraag overigens nog meer stijgen en dreigt daardoor de milieuwinst van elektrisch rijden teniet te doen.

Thana Gu / Unsplash (CC0)

We hebben niet alleen een energietransitie nodig, maar ook een omslag in het Europese grondstoffenbeleid. Extractie terugschroeven en mondiale ongelijkheden aanpakken: daar moet het om gaan. Waar blijft de sense of urgency? vraagt beleidsmedewerker bij Broederlijk Delen Wies Willems zich af.

De Europese grondstoffendiplomatie draait op volle toeren. Begin maart komt de Europese Commissie met nieuwe wetgeving over de bevoorrading van cruciale grondstoffen voor de Europese economie: de zogenaamde Critical Raw Materials Act. Europees Commissaris voor Interne Markt Thierry Breton deed in dat kader recent nog een smeekbede aan Europese banken. Hij wil dat ze meer investeren in de toeleveringsketens van onder meer lithium, kobalt en nikkel.

Aan de andere kant van de oceaan voerde de Duitse bondskanselier Scholz ondertussen een economisch charmeoffensief bij Zuid-Amerikaanse regeringen. Zo sprak hij met de Chileense president Boric over een nieuw strategisch partnerschap rond de ontginning van lithium, een cruciale grondstof voor Duitse producenten van elektrische wagens_._ Die samenwerking met Chili wordt des te strategischer, nu de regering van buurland Bolivia, dat eveneens belangrijke lithiumreserves bezit, aankondigde in zee te zullen gaan met een Chinees consortium. Ook de Duitsers toonden interesse in het Boliviaanse witte goud, maar missen dus de boot.

Vanuit die overwegingen werd onlangs overigens vaart gezet achter een vernieuwde handelsovereenkomst tussen de EU en Chili. En ook met de Mercosur-landen (Argentinië, Brazilië, Paraguay, Urguay) hoopt de Europese Commissie nog voor de zomer een handelsovereenkomst te beklinken, ondanks de hevige weerstand vanuit verschillende hoeken over de mogelijke impact van dat akkoord op mensenrechten, milieu en klimaat.

Euforie over aardmetalen

Dat de politieke en economische banden tussen Europa en Latijns-Amerika net nu opnieuw sterk aangehaald worden, is niet toevallig. De groeiende zorgen over afhankelijkheid van China en Rusland zetten een turbo op de Europese grondstoffen- en handelsinspanningen. De Green Deal belooft onder meer een snelle uitrol van hernieuwbare, maar mineraalintensieve technologieën. Ook de industrie moet groener, en er is de uitdaging van de digitalisering.

De bezorgdheden van lokale gemeenschappen vormden niet meer dan een voetnoot in de berichtgeving door de meeste media.

Voor haar broodnodige toegang tot grondstoffen moet Europa zich laten gelden op het geopolitieke wereldtoneel, én tegelijk volop investeren in nieuwe extractie op Europese bodem, luidt het bij de Commissie. There is no alternative.

Zo klonken er deze maand vanuit het Zweedse Hoge Noorden nog unisono euforische reacties van politiek en industrie, na de ontdekking van de grootste gekende Europese reserves aan felbegeerde “zeldzame” aardmetalen (die niet zozeer geologisch zeldzaam zijn, maar wel moeilijk te ontginnen). Het leek wel een episode uit het laatste seizoen van Borgen. De bezorgdheden van lokale gemeenschappen vormden niet meer dan een voetnoot in de berichtgeving door de meeste media.

Over de meer systemische uitdagingen voor het grondstoffenbeleid blijft het grotendeels stil. Aan de vooravond van de lancering van de Critical Raw Materials Act zijn enkele bedenkingen dan ook het herhalen waard.

Het overshoot-tijdperk

Een eerste punt is dat we de bijkomende vraag naar grondstoffen niet los kunnen zien van het bredere plaatje: de planetaire grenzen die we vandaag al volop overschrijden. Het Circularity Gap Report 2023, dat jaarlijks een stand van zaken opmaakt van de circulariteit van de wereldeconomie, laat er geen misverstand over verstaan: meer dan 90% van de materialen die we ontginnen en gebruiken, gaat nog steeds verloren. Slechts 7% van de wereldeconomie is vandaag circulair.

Vijf van de negen planetaire grenzen, die de gezondheid van ons leefmilieu meten, zijn al overschreden: we leven in het overshoot-tijdperk. Dat is de échte kritieke situatie. Zo blijft bijvoorbeeld de kwestie van mijnafval hoe dan ook een heikele kwestie bij toename van mijnbouw, of het nu gaat om “energiemineralen” of grondstoffen met een andere toepassing.

De tendens naar grotere, zwaardere (elektrische) auto’s dreigt de milieuwinst van elektrisch rijden teniet te doen.

Als we de economie weer binnen veilige planetaire grenzen willen brengen, moeten we wereldwijd de extractie en het verbruik van grondstoffen met een derde terugschroeven. Daarom, concluderen de auteurs van het Circularity Gap Report, is het noodzakelijk nog veel meer in te zetten op circulaire oplossingen op het vlak van voeding en landbouw, bouw, de productie van consumptiegoederen en transport en mobiliteit.

Die laatste sector is een duidelijk voorbeeld van hoe een paradigmashift een nieuwe explosie van schadelijke mijnbouw kan vermijden. Concreet: het beleid moet niet per se vertrekken van de assumptie dat iedere Europeaan zou verlangen naar een (eigen) Tesla. De tendens naar grotere, zwaardere (elektrische) auto’s zoals SUV’s doet de materiaalvraag overigens nog meer stijgen en dreigt daardoor de milieuwinst van elektrisch rijden teniet te doen.

Dat meer autodelen en investeringen in openbaar vervoer de vraag naar nieuwe grondstoffen sterk kunnen doen dalen, is al langer aangetoond. Ook Amerikaans onderzoek waarschuwde vorige week nog voor de gevolgen van een sterke toename in lithiummijnbouw door de transitie naar elektrische mobiliteit.

Een ander mobiliteitsbeleid in de VS kan volgens de onderzoekers onnodige watertekorten, landroof van inheemse gemeenschappen en de vernieling van ecosystemen voorkomen. Als beleidsmakers alternatieven geen kans geven, komen bovendien de klimaatdoelstellingen zelf op de helling te staan, is de boodschap.

Tor Lindstrand (CC BY-SA 2.0)

Pal naast het stadje Kalgoorlie in Australië ligt een van de grootste goudmijnen van het land.

Tor Lindstrand (CC BY-SA 2.0)

Het kan ook met minder

Ons materiaalverbruik verminderen, met name in de hoge-inkomenslanden (die volgens de VN tot 13 keer meer grondstoffen verbruiken dan de armste landen), is tegelijkertijd ook een kwestie van mondiale rechtvaardigheid. ‘De 21ste eeuw mag in geen geval een herhaling van die beschamende ervaring uit de 19de eeuw worden’, zei ontwikkelingseconoom Paul Collier in 2011 al aan MO*, over de koloniale roof van grondstoffen uit het globale Zuiden.

Die bedenking is vandaag actueler dan ooit: met de energietransitie dreigen dezelfde koloniale patronen zich immers te herhalen. Respect voor mensenrechten en inspraak van lokale gemeenschappen moeten de leidraad vormen van een 21ste-eeuws grondstoffenbeleid. Daarbij gaat het er niet alleen om landen te laten profiteren van hun eigen rijkdom, zoals Collier stelt. Op sommige plaatsen zal het ook betekenen: grondstoffen onder de grond laten, om andere economische alternatieven en levenswijzen ruimte te geven.

Toch wordt nieuwe mijnbouw, buiten én binnen de grenzen van de EU, vooral voorgesteld als een hoeraverhaal en een nieuwe economische groeiopportuniteit. Dat is een gemiste kans. Tijd dus dat we naar de kern van de zaak durven gaan: kunnen we het misschien ook met wat minder doen?

In ons land is het alvast positief dat de problematiek op de agenda staat van minister Zakia Khattabi.

‘België heeft een grondstoffenintensieve economie en daarom hebben we een strategie nodig voor kritieke grondstoffen. Een solide kennisbasis zal ons in staat stellen de nodige initiatieven te nemen om onze productie en consumptie zo te organiseren dat zij zo weinig mogelijk afhankelijk zijn van nieuwe grondstoffen, en de risico’s van schaarste en tekorten aan grondstoffen te voorzien en erop te anticiperen’, luidt het in haar beleidsnota.

Een interessante aanzet voor broodnodige verdere discussie én actie op Belgisch niveau.

Eindnoot

Kritiek op de gevolgen van mijnbouw voor “energiemineralen” ( zoals kobaltwinning in Congo) wordt regelmatig misbruikt door de fossiele lobby en aanverwanten, in hun verzet tégen de energietransitie. Daarmee is niemand gebaat. Enige nuance is dan ook op zijn plaats.

Zoals cijfers van het International Energy Agency aantonen, halen we vandaag veel grotere hoeveelheden steenkool, olie en gas uit de grond dan mineralen die nodig zijn voor hernieuwbare energietechnologieën. Zelfs als de vraag naar bijvoorbeeld lithium en kobalt spectaculair stijgt (zoals de verwachting is), zou het nog altijd slechts om een fractie gaan van de miljarden tonnen die we vandaag voor fossiele energie opdelven.

Daarnaast zijn de economische, sociale en ecologische gevolgen van de ontginning van olie, gas en steenkool vaak minstens zo ingrijpend of ingrijpender dan die van metaalmijnbouw. Zoals ik heb proberen aan te tonen, ligt het probleem dus niet uitsluitend bij de extra mijnbouw die nodig is voor de energietransitie. Het enorme belang van die transitie staat hier niet ter discussie.

Dat alles neemt echter niet weg dat de overgang naar een minerale economie tot reële en legitieme bezorgdheden leidt, die een ernstig antwoord vereisen. Voor gemeenschappen in het globale Zuiden, maar ook voor toekomstige generaties tout court. Want een Tesla voor iedere Europeaan, dat kan de aarde niet aan.