‘Mensen die doodgaan voor ze geld kosten zijn de ideale burgers’
“‘Wat is effectief?’
Wat betekent eigenlijk nog het adjectief ‘effectief’? Die vraag stelt Bieke Purnelle zich als het over langere loopbanen en hogere pensioenleeftijden gaat. Worden in de berekening van een pensioen opvoeding en zorg ook als ‘effectieve arbeid’ gezien? Of gaat het alleen maar om ‘winstgevende arbeid’?
Bieke Purnelle
© Brecht Goris
Wat betekent eigenlijk nog het adjectief “effectief”? Die vraag stelt columniste Bieke Purnelle zich als het over langere loopbanen en hogere pensioenleeftijden gaat. Worden in de berekening van een pensioen opvoeding en zorg ook als “effectieve arbeid” gezien? Of gaat het alleen maar om “winstgevende arbeid”?
Deze column is ook te beluisteren:
Afgelopen zaterdag kwamen een miljoen Fransen op straat tegen de geplande pensioenhervormingen van de regering. Een recordopkomst, zo vernam ik. Bende luie leeghangers, die Fransen. Geen enkele Europeaan mag zo vroeg met pensioen, en nog zijn ze niet tevreden. Onbegrip lijkt de dominante teneur omtrent de Franse protesten.
Langere loopbanen en hogere pensioenleeftijden zijn overal een heet hangijzer. De “grijze druk”, zoals men dit fenomeen pleegt te noemen, hangt als een donderwolk boven de internationale arbeidsmarkt. We worden allemaal te oud, zo blijkt. Soms vraag ik me af of er economen en beleidmakers zijn die stiekem terugverlangen naar het tijdperk voor de Eerste Wereldoorlog, met een gemiddelde levensverwachting van 57 jaar. Mensen die doodgaan voor ze geld kosten zijn de ideale burgers.
‘De pensioenindustrie ondergaat sterke veranderingen’, zo las ik ergens van ene Marg Franklin, chief executive van het CFA Institute, een organisatie die beleggingsspecialisten financiële training biedt. ‘Er zullen nieuwe financiële producten en strategieën noodzakelijk zijn om de begunstigden voldoende rendement te kunnen blijven bieden.’
Ik wist niet eens dat er zoiets bestond als een pensioenindustrie. Ik had ook geen idee dat gepensioneerden hun inkomen als rendement dienen te beschouwen. Bovenal werd ik wee in de maagstreek bij het lezen van dergelijke bankierstaal omtrent een sociaal recht uit 1895, dat in hoofdzaak diende om mensenlevens waardiger te maken.
Hoe bereken je het rendement van een mensenleven? Hoe bereken je wat een mens nog mag kosten in de laatste jaren van het leven?
Hoe bereken je het rendement van een mensenleven? Hoe bereken je wat een mens nog mag kosten in de laatste jaren van het leven?
Persoonlijk durf ik gezien mijn bochtige en tochtige loopbaan niet berekenen wat ik later, als ik later haal tenminste, van de staat zal krijgen om mee rond te komen. Ik ben bang dat mijn hart, zenuwen en bloedvaten daar danig van ontregeld zouden raken.
In gedachten heb ik al 27 keer een tiny house gekocht van 25.000 euro om ergens op een stuk vergeten en vervuilde grond neer te pleuren, als een soort sarcofaag om deemoedig in dood te gaan zonder iemand tot last te zijn. Alleen: boeken kan je verbranden, maar waar laat je je fiets en je hond en nu en dan een verdwaald kind?
Een kennis met verstand van financiën liet mij verstaan dat ik me er beter wel mee bezig kan houden, met dat hele pensioengebeuren; dat ik moet anticiperen op de grauwe toekomst, alsof ik m’n handen niet vol heb met het verblindend kleurrijke heden.
Dat ik het niet wil weten is een flagrante en kinderachtige vorm van ontkenning, zo besef ik. Maar niet willen weten welk onheil er om de hoek op ons ligt te wachten omdat er toch niet aan te ontkomen valt is een menselijke reflex.
Wat ik wél weet is dat u en ik recht hebben op zo’n 1600 euro per maand na 45 jaar effectieve arbeid. “Effectief” is een verraderlijk adjectief. Strikt genomen betekent het doeltreffend, ongeacht de manier waarop het doel wordt bereikt. Alleen weet ik niet zeker of we allemaal hetzelfde doel voor ogen hebben.
Persoonlijk zou ik de tijd die ik besteed heb aan het opvoeden van twee kinderen als redelijk effectief omschrijven gezien de vrij geslaagde producten. Het verschroeiende tempo waaraan ik de was wegwerk of een voedzame en verantwoorde maaltijd op tafel tover verdient eveneens het adjectief effectief.
Maar opvoeden en zorgen zijn geen maatschappelijke doelstellingen meer. Effectief betekent in werkelijkheid gewoon winstgevend.
Deze bedenkelijke invulling van het begrip “effectief” bezwaart ongeveer een derde van de mensen die recht hebben op een minimumpensioen, niet toevallig vooral vrouwen, die in de loop van hun leven tijd en ruimte hebben gemaakt om onbetaald voor anderen te zorgen, noodzakelijk labeur waar geen dankuwel, geen fatsoenlijke en betaalbare opvang, laat staan een leefbaar pensioen tegenover staat. Goed gedaan en ga nu maar lekker arm en behoeftig wezen in een beschimmeld flatje.
Opvoeden en zorgen zijn geen maatschappelijke doelstellingen meer. Effectief betekent in werkelijkheid gewoon winstgevend.
Ons rendement wordt niet berekend op basis van lepeltjes gepureerd voedsel, knuffels, gepeperde gesprekken, doktersbezoeken, boterhamdozen, propere voetbalkousen of wortelstoemp met worst. Zorg is als lucht. Onzichtbaar in zijn noodzaak, tot het verkeerd loopt. Het is maar wanneer de kinderen iets mispeuteren of de bejaarde ouders schulden krijgen omdat hun facturen de vlucht omhoog nemen, dat je er ineens toe doet, dat je gevonden wordt, al is het maar om je met de vinger te wijzen.
‘Wie bijdraagt heeft recht op een hoger pensioen’. “Bijdragen”, nog zo’n woord als een valkuil vol giftige adders. Wat bedoelt men in feite? Dat wie zorgt niets bijdraagt? Dat je een grotere aanwinst voor de samenleving betekent wanneer je mensen zonder papieren in een busje duwt om aan 7 euro per uur voor je te werken, dan wanneer je thuis een zieke ouder of een kind met een beperking verzorgt? Dat de marketeer meer doet voor de samenleving dan de alleenstaande poetshulp, die na haar betaalde shift aan de onbetaalde begint, in de hoop haar kinderen een beter leven te kunnen bieden dan het hare?
Leve de flinke bijdragers die hun eigen zorgwerk outsourcen aan onderbetaalde mensen die niet genoeg verdienen om een brooddoos mee te vullen.
Dat wij dit soort nonsens als een natuurwet zijn gaan beschouwen en klakkeloos nakwekken zegt veel over hoe effectief een discours kan zijn.