'Harder, meer en langer werken is iets anders voor alleenstaande moeders, bouwvakkers of zorgkundigen'
“‘De relance-ideetjes van wereldvreemde mannen in kostuum’
'Dat we flexibeler moeten zijn. Dat we best onze zomervakantie uitstellen, want anders leggen we moeizaam opflakkerende economie stil.' Het geduld van Bieke Purnelle met zulke ongein is op. Zo op als het wc-papier in de lokale supermarkt midden in een lockdown. Zo op als het drinkwater binnenkort.
Naarmate de weken vorderen en de zomer met rasse schreden nadert, verlies ik nu en dan mijn zorgvuldig gecultiveerde sereniteit.
Daar zijn uiteenlopende redenen voor, zoals de achteloosheid waarmee we het prangende watertekort negeren, of de nieuwste polariseringstrend: elkaar verontwaardigd met de vinger wijzen over een te relaxte omgang met de Maatregelen, aka de nieuwe Bijbel, een verschijnsel dat nog onuitstaanbaarder is dan het afgezaagde links-rechtsgekibbel.
Terwijl iedereen zich in acrobatische bochten wringt, wordt onze toekomst bedacht door economen, lobbyisten en managers.
De mensen die zich in een bunker zouden verschansen als ze er een hadden versus de mensen die al eens bij vrienden in de tuin belanden met een glas wijn. De mensen die al weken op zoek zijn naar een astronautenpak om hun wekelijkse aankopen in te doen versus de mensen die steevast hun mondmasker en hun goede intenties vergeten.
Maar mijn zenuwen kraakten pas bij het aanschouwen van de relanceplannnen en -ideetjes, een gebeuren waarover simpele zielen als u en ik niet werden geconsulteerd, en waarover blijkbaar enkel hoog opgeleide, autochtone mannen met een achtergrond in een of andere economische discipline iets zinnigs te zeggen hebben.
Dat we “flexibeler” moeten zijn
Onze toekomst wordt dus bedacht, uitgetekend, ingekleurd door vermogensbeheerders, economen, opiniemakers, lobbyisten en managers.
Sommige van deze mensen lieten de jongste weken geen kans liggen om ons te schofferen met gratuite uitspraken van laag allooi. De week was nog niet halfweg en ik had vernomen dat het onderwijs hopeloos vastgeroest is, dat we flexibeler moeten zijn, meer ‘s nachts moeten werken, meer overuren moeten presteren en best onze zomervakantie uitstellen, want anders leggen we moeizaam opflakkerende economie stil (de mensen in de horeca en het toerisme zijn blijkbaar niet de populairste kindjes in de VOKA-klas).
Terwijl leerkrachten zich in acrobatische bochten wringen om elke leerling mee te krijgen in het digitale lesgebeuren, en scholen het onmogelijke doen om de deuren veilig te kunnen openen.
En dan komt er een zelfgenoegzame meneer, die nog nooit in z’n leven een dag alleen voor een paar kinderen heeft gezorgd, ons vertellen dat we “flexibeler” moeten zijn.
Terwijl mensen in de kinderopvang aan de meest draconische regels van Kind&Gezin worden onderworpen, zodat elk speeltje moet worden ontsmet van zodra het door een argeloze peuter is aangeraakt, en zodat de verzorgsters de hele dag politieagent moeten spelen in plaats van kinderen noodzakelijke geborgenheid te bieden.
Terwijl vrouwen thuis naarstig mondkapjes naaien tussen de pre-teaching, het huishouden en hun betaalde werk door. Terwijl mensen in de zorg kreunen omdat zorgen zoveel zwaarder is in deze tijden.
Terwijl ouders thuis gillend gek worden omdat acht uur productief zijn niet te rijmen valt met thuiszittende kinderen, al helemaal niet in een appartement of rijhuisje zonder tuin. Terwijl alleenstaande ouders naar goede gewoonte compleet genegeerd worden, terwijl ze nooit een seconde rust hebben.
Terwijl de meesten van ons onze meest flexibele zelf vertonen en uitwringen, komt er een zelfgenoegzame meneer, die nog nooit in z’n leven een dag alleen voor een paar kinderen heeft gezorgd, laat staan terwijl hij moet werken, ons vertellen dat we “flexibeler” moeten zijn.
Het opzettelijke vergeten
Ik weet niet hoe het met u zit, maar motiveren doen deze mensen mij in geen geval. De gedachte dat mensen werken, moeite doen, zich in bochten wringen ter meerdere eer en glorie van de Economie is zo bespottelijk dat zelfs een kind ervan gaat oogrollen.
Die Economie heeft immers niet bepaald veel mededogen met de mensen getoond sinds de banken ons allen in 2008 op spectaculaire wijze naar de verdoemenis speculeerden, waarna we ze nota bene zelf moesten redden. We moesten de broeksriem aanspannen, flink zijn, gewoon wat harder ons best doen en tevreden zijn met minder.
Werken doen wij niet om aandeelhouders blij te maken, niet om banken, luchtvaartmaatschappijen of voetbalclubs te redden.
Dat minder veel minder is voor wie al weinig heeft dan voor meneren in kostuums die in relance- en toekomstteams zetelen, werd ook toen gemakshalve over het hoofd gezien. Dat harder, meer en langer werken iets anders is voor een alleenstaande moeder, een bouwvakker of een zorgkundige dan voor iemand die z’n dagen vult in een kantoor met een leren bureaustoel, airco en een secretaresse wordt ook nu opnieuw opzettelijk vergeten.
Werken doen wij voor een dak boven ons hoofd en brood op de plank, om zinvol bezig te zijn, om ons te ontplooien, om anderen te helpen… Niet om aandeelhouders blij te maken, niet om banken, luchtvaartmaatschappijen of voetbalclubs te redden.
Misschien kunnen de nobele en pientere relanceerders eens nadenken over hoe ze van de economie een instrument in dienst van alle mensen kunnen maken, in plaats van mensen te reduceren tot instrument van een economie die weinigen dient.
Zo op als het wc-papier
Dat deze crisis een andere uitkomst zal kennen dan de voorgaande, dat alles anders wordt, zo wordt beweerd. Ik zou het niet weten. Maar geloven doe ik het tot nader order niet. Als de uitkomst moet voortvloeien uit het brein van lobbycraten en beleidsmakers die geen beter antwoord kunnen verzinnen op de nijpende droogte dan de waterfactuur te verhogen, dan zetten we ons beter schrap.
Mijn geduld met dit soort figuren en hun arrogante ongein is op. Zo op als het wc-papier in de lokale supermarkt midden in een lockdown. Zo op als het drinkwater binnenkort.
Intussen tekenen kranten het zoveelste historische dieptepunt op inzake het vertrouwen van de burger in het beleid. Dat is vast toeval.