Dinsdagavond. Reyers Laat. Aflevering 30. Ik val midden in de uitzending. Monseigneur Leonard aapt net Charles de Gaulle na, die, nadat hij Frankrijk veilig stelde, nu als paus de Kerk zal redden. Iedereen kent toch nog De Gaulle? Ja hoor. De man stierf nog maar recentelijk in 1970. Catholiques! Catholiques! Gelach in het publiek. Met zoveel bijval kan Monseigneur Leonard toch niet stoppen. Als tweede komische act doet hij de opmerkelijke Duitse tongval na van een recente paus. Opnieuw gelach. Maar deze keer is het vooral Monseigneur zelf. Het publiek en ik kennen niet genoeg pauselijke trekjes om dit gespeelde typetje naar waarde te schatten.
Het zij zo.
Ik stuurde mijn lidkaart al lang terug. Twintig jaar geleden kreeg ik langzamerhand genoeg van de wetten, de regels en de praktijken van deze privé-club. Men berispte mij nog: door het doopsel stond mijn naam in de palm van Gods hand geschreven, het was meer dan een werelds lidmaatschap. Wel, mijn naam mocht met onmiddellijke ingang uit Zijn hand worden geschrapt, zo schreef ik de bisschop per aangetekende brief. Meer was niet nodig. Moest ik mij vandaag uitschrijven, ik zou er nog wat vragen en verwijten aan toevoegen.
Niet dat het iets uitmaakt.
Ze luisteren met dichtgestopte oren.
Ze spreken met gespleten tong.
Ze vinden zich met trots buitengewoon of bovenwerelds.
Ik heb vandaag niet minder reden om me van hen te distantiëren, ik heb er meer. Of Monseigneur Vangheluwe nog steeds in het Katholieke kuuroord op dat idyllische bankje in de weldadige zon zit, zo zou ik hen als aanhef in mijn brief vragen. Het was het laatste publieke beeld van hem. In de Kerk worden accidentele onregelmatigheden en spijtige voorvallen binnen de eigen muren opgelost, zo zei men, en zonder inmenging van de buitenwereld. Ja hoor.
‘De atmosfeer als dreigend beest. Achter het schoolgebouw gloeit het schijnsel van de buitenwereld, zoals wij het autistisch noemen. De buitenwereld omspant de hele planeet en het universum. Onze gebouwencomplexen vormen een gesloten enclave, wij leven separaat van de buitenwereld, waar wij niet bij horen, onze terreinen zijn afgegrensd door muren.’
Zo spreekt Jeroen Brouwers in zijn laatste boek Het hout. En wie als buitenwerelds mens van ver of dichtbij het leven binnen hun muren heeft meegemaakt of meemaakt, huivert door de kilte die uit de zinnen van de eerste bladzijden opstijgt. Het hout is een ongeëvenaard stilistisch meesterwerk, schrijft men deze dagen in de literaire pers, en dat is ook zo, maar laten we het eens over de inhoud hebben. Het verhaal speelt in 1953 maar het is helaas actueler dan de legendarische redevoeringen van Charles de Gaulle.
‘Ik draag iedereen een warm hart toe’, benadrukt Monseigneur Leonard herhaaldelijk in Reyers Laat, zo hoor ik wanneer ik de uitzending terugspoel. Leonard was niet uitgenodigd om een komische act neer te zetten, maar om te praten over de afgelopen buitengewone synode, een vergadering van bisschoppen, kardinalen, patriarchen en enkele leken.
Hij herinnert zich het evenwicht. Ja hoor.
En vooral het broederlijke, voegt hij er nog zalvend aan toe. Ja hoor.
Er was ook wel een zekere gespannenheid, oneigen aan synodes, zo herinnert hij zich aan het begin van zijn antwoord.
Ik herinner me vooral de opkomende duizeligheid, telkens één van hen in de media voor de buitenwereld welke kerkvisie dan ook komt verklaren.
Ze bezitten intramuros ook een eigen logica.
Altijd gehad. Ja, scholen moeten met gestrengheid leraars en leraressen die in de echt gescheiden zijn uit hun functie ontslaan. Zoiets is ontoelaatbaar. Neen, laat ons met gepaste mildheid onze mensen in het onderwijs die de kinderen al eens benaderen beoordelen, we zijn allemaal zondaars.
Enkele jaren terug. Neen, u mag vanuit een lokaal gegeven, één enkele priester met losse handjes, geen conclusies trekken over de universele Katholieke Kerk. U moet het globaal bekijken.
Gisteren op de radio. Ja, de synode verklaarde de homo’s niet welkom, maar dat is slechts de globale visie. U moet het lokaal bekijken, lokaal vinden vele homo’s in de Kerk een warme plek.
En Monseigneur Leonard in de uitzending. Zoals ik het begreep. Of juist niet. Er is ruimte in de Kerk voor homo’s, maar dat betekent daarom niet dat ze welkom zijn. Men draagt de gescheiden zielen een warm hart toe, zoals iedereen trouwens, maar zij moeten daarom niet ter communie gaan. Homo’s dienen respect te krijgen, en zeker geen slaag, maar dat houdt niet in dat de Kerk alle samenlevingsvormen kan goedkeuren. En zeker geen homo-huwelijk. Ha nee! Het huwelijk heeft een eigen symboliek. Ha ha ha! We moeten wel in de Waarheid blijven leven.
Euh?
Is het niet zo dat de afgelopen eeuwen de Kerk vaak een aanvaardbare uitweg bood voor holebi’s die de homofobe maatschappij ontvluchtten, het kan niet anders dan dat er binnen hun eigen rangen nog veel mensen, anders geaard, aanwezig zijn.
Is het niet zo dat er binnen die muren altijd een eigen Waarheid heerste, heerst en zal heersen, heel anders dan de ordinaire buitenwereldse waarheid. Zeker als die het gezin en de seksualiteit betreft, het thema van de recente synode en, jawel, van Jeroen Brouwers recente boek.
‘Gefrustreerde hunker naar sexualiteit die leidt tot sadisme en nog meer, dat is wat samenhangt met het hout. Het woord sexualiteit, met een x, ken ik sedert een paar weken. Al dat obsessieve gepraat over onkuisheid.’
Gelukkig weefde Brouwers ook een prachtige, vrolijke, levensbeamende liefdesgeschiedenis doorheen Het hout. Want ook zwijgen maakt iemand medeplichtig, beseft de jonge werkbroeder, wanneer hij in een Katholiek jongenspensionaat de dagelijkse terreur en het lijfelijke misbruik ervaart. Dat de pausen, de bisschoppen, de kardinalen zwegen, zeker in de jaren vijftig, ja. Maar waarom zwegen enkele jaren terug ook de hedendaagse kerkgangers, de godsdienstonderwijzers en de Katholieke Universiteit van Leuven? Moesten diegenen die nog een lidkaart van deze club bezaten, niet eens opstaan om de geloofwaardigheid van hun lidmaatschap, lokaal en globaal, te verdedigen?
Nauwelijks iets gehoord.
De Kerk zou, mocht men de groeiende stapel dossiers van slachtoffers van seksueel geweld ernstig nemen, zo failliet zijn dat er geen koffiekransje meer viel te organiseren. Hun eigen conclusies raakten de afgelopen jaren, zoals te verwachten viel, trouwens niet ver. Er bestaat ook seksueel misbruik in sportverenigingen. De Islam is evenmin vriendelijk voor homo’s. Al zijn we vriendjes met de eeuwigheid, de meeste aanklachten zijn verjaard. En ook. Er is zo veel erger leed in de wereld. Zou ik bijvoorbeeld niet beter over de martelingen van de Koerden in Iran schrijven?
Jawel, maar toen viel ik middenin de uitzending van Reyers Laat. Blijkbaar bezit de Kerk nog genoeg financiële middelen en ethisch zelfvertrouwen om in een buitengewone synode eens goed na te denken over gezin en seksualiteit en vernieuwde criteria voor hun lidmaatschap. Ze zijn streng, zo bleek. Toch voor de ander. En zijzelf zijn, zoals al in de eeuwen der eeuwen gebruikelijk is, het zelfopgeworpen morele anker. Juist zij. Juist nu.
Het is een Katholieke, dat betekent universele synode, benadrukt Monseigneur Leonard aan Kathleen Cools als zij aan Monseigneur volgens hem uitgesproken Westerse vragen voorlegt. Azië, Afrika, het Midden-Oosten en Zuid-Amerika horen ook bij de wereld, die continenten hebben evenveel inspraak. Kijk nu. De Kerk ontdekt, nu het hun goed uitkomt, dan toch het Cultureel Relativisme — Wie zijn wij om hun waarden in vraag te stellen? — en leerde het blijkbaar af om vanuit Rome overal en iedereen hun wetten op te leggen. Nu lenen zij de andere, wellicht toevallig, conservatievere werelddelen gewillig hun oor, als dat geen nieuwe openheid is? Die andere continenten hebben ook wel iets anders aan hun hoofd dan enkele homo’s en gescheiden zielen die niet tevreden zijn met een half lidmaatschap, zo liet Monseigneur Leonard verder verstaan. Het is vooral in wat hij niet zegt dat zijn eigen persoonlijke logica te beluisteren valt. Ze zijn altijd meesterlijk geweest in het stilzwijgen.
Ik vraag me af. Waarom hunkeren er vandaag nog altijd zoveel mensen om lid te zijn van van deze club? Hun wekelijkse vieringen zijn ook veel minder feestelijk dan de naam laat vermoeden.
De vrouwen die wekelijks de kerkvloeren dweilen, verse bloemen neerzetten, de pastoorsjurken strijken, en nog steeds niet waardig zijn een mis te lezen, waarom stappen zij niet op?
De holebi’s die welles-niets welkom zijn, nog met teksten uit het Oude Testament en de Heilige Thomas om de oren worden geslagen, en te onpas in zondige hoek worden gezet, waarom beginnen zij niet met een nieuwe Kerk of trouwen gewoon trots voor de wet?
De gescheidenen die vaak met pijn ontsnapt zijn aan het juk van een slecht huwelijk, eindelijk opgelucht kunnen ademen, waarom zouden ze zich opnieuw vrijwillig opsluiten in een dwingend instituut en per sé ter communie willen gaan?
Waarom nodigen we gelovige hoogwaardigheidsbekleders als Monseigneur Leonard überhaupt nog uit voor radio en teevee? Er valt met hen toch nooit te lachen, al doen ze nog zo hun best.
Waarom blijven we verlangen naar openheid van instellingen die wezenlijk gesloten instellingen zijn, waren en willen zijn? Het zijn ommuurde werkelijkheden. Bon. Dat ze voor mijn part de muren nog hoger optrekken, en zelf binnen blijven. Het lijkt mij vooral zaak voor wie er buiten staat, dat hij of zij buiten hun regels en wetten weet te blijven, en voor wie er nog binnen staat, en ethisch besef en gezond verstand heeft, er met hoogdringendheid probeert uit te raken.
En laten wij buitenwereldsen hen verder zo weinig mogelijk macht, invloed of spreektijd in onze werkelijkheid geven. Dat lijkt mij trouwens voor de toekomst een goed standpunt bij elke zich inmengende levensontkennende godsdienst.