Over politici die “beuzelen”
“‘Help! Ik ben politiek correct’
Mijn oma leerde mij dat je van “beuzelen” een groot zwart kruis op je voorhoofd kreeg. “Beuzelen” was haar woord voor liegen. Wat ze me leerde, was helaas ook een leugen. Op het voorhoofd van de heer Bart De Wever heb ik nog nooit een zwart kruis gezien.
© Brecht Goris
Mijn oma leerde mij dat je van “beuzelen” een groot zwart kruis op je voorhoofd kreeg. “Beuzelen” was haar woord voor liegen. Wat ze me leerde, was helaas ook een leugen. Op het voorhoofd van de heer Bart De Wever heb ik nog nooit een zwart kruis gezien.
Daar wist mijn oma ook wel raad mee. ‘Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt ze wel’, was haar geliefkoosde uitdrukking. Tja, van nepnieuws en alternatieve feiten had de brave vrouw nog nooit gehoord. Nooit had ze durven denken dat achtenswaardige politici zoals de heer De Wever van “beuzelen” hun handelsmerk zouden maken .
Hierbij een poging om, al was het maar één keer, de waarheid toch te helpen de leugen te achterhalen.
Tijdens het weekend mocht de heer De Wever de bakkersklanten verblijden met zijn versie van de waarheid in De Zondag. Wat denkt u bijvoorbeeld van dit pareltje:
‘Dezelfde linkerzijde die bh’s in brand stak in mei ‘68, omarmt nu de hoofddoek als symbool van gelijkwaardigheid. Ik vind dat heel eigenaardig. Men wou het christendom kapot, maar van de islam aanvaardt men alles. Ik noem dat soumission.’
In mei ‘68 was ik journalist en heb in die functie tal van acties gezien. Nooit ofte nimmer heb ik iemand een bh zien verbranden. Wie dat wel deed waren de Dolle Mina’s, een feministische actiegroep die in Nederland is ontstaan in 1970 en nadien naar ons land is overgewaaid. Twee volle jaren ná mei ‘68 dus.
Dat ze het christendom kapot wilden, werpt een heel nieuw licht op hun streven. De Dolle Mina’s wilden respect voor vrouwen en voerden bijvoorbeeld actie tegen de schoonheidswedstrijden. Dat de dames “links” waren zal best wel waar zijn, maar representatief voor de hele linkerzijde waren ze beslist niet. Over het christendom heeft niemand ze ooit gehoord.
Dat de Dolle Mina’s vandaag de dag de hoofddoek zouden “omarmen” lijkt me meer dan onwaarschijnlijk, dat ze nu “soumission” zouden verdedigen onmogelijk. Al was het maar omdat ze niet meer bestaan.
Dat de Dolle Mina’s vandaag de dag de hoofddoek zouden “omarmen” lijkt me meer dan onwaarschijnlijk, dat ze nu “soumission” zouden verdedigen onmogelijk. Al was het maar omdat ze niet meer bestaan. Maar de historicus De Wever had het natuurlijk niet over hen. Hij probeerde de “linkerzijde” een pad in de korf te zetten door ze handelingen in de schoenen te schuiven die ze nooit heeft gepleegd.
Een correcte weergave van de feiten interesseerde hem niet.
Ha, het hoge woord is er uit. Correct! Dat is inderdaad het laatste wat de rechterzijde (mag ik ook eventjes veralgemenen?) wil. Vooral als het om politieke correctheid gaat. Dan brullen en briesen rechtse lieden dat horen en zien vergaat. Dat is nu al jaren zo en het houdt niet op me te verbazen. Wat kan er nu in hemelsnaam mis zijn met correctheid? Al in het eerste studiejaar leerden wij, en de schoolkinderen van vandaag nog steeds, zonder fouten te schrijven.
Zonder fouten: correct dus. Sommetjes maken we ook liefst zonder fouten. 1 + 1 = 2, dat is de correcte uitkomst, niet 3. Later leerden we correct te redeneren. De door de heer De Wever zo bewonderde Romeinen maakten al een onderscheid tussen een “syllogisme” en een “sofisme”. Het eerste is een correcte redenering. Bijvoorbeeld:
Politici worden goed betaald.
Bart De Wever is een politicus.
Conclusie : Bart De Wever wordt goed betaald.
Een sofisme daarentegen vertrekt wel van juiste “premissen” (zo heette dat) maar trekt er een foute conclusie uit. De heer De Wever zelf beoefent het genre met verve, zoals uit het bh-citaat blijkt:
Sommige mensen verbrandden bh’s.
Sommige mensen willen het christendom kapot.
Conclusie : Wie bh’s verbrandt wil het christendom kapot.
Correcte premissen, foute conclusie.
Opvallend is dat de tegenstanders van politieke correctheid met het woord “correct” precies het tegendeel bedoelen van wat we op school geleerd hebben.
Opvallend is dat de tegenstanders van politieke correctheid met het woord “correct” precies het tegendeel bedoelen van wat we op school geleerd hebben. Met “politiek correct” bedoelen ze: helemaal fout. Verwarrend allemaal.
Hoe is dat kunnen gebeuren? De term werd in de roerige jaren zestig in de VS bedacht om de verschillen in de Amerikaanse bevolking “correct” aan te duiden . Zwarten waren geen “negers” of, erger nog, “nikkers” maar “Afro-Americans”. Indianen waren geen “roodhuiden” maar “native Americans”. De bedenkers van die termen dachten dat ze daarmee een einde zouden maken aan discriminatie en achterstelling. De linguïst Jan Blommaert heeft van die stelling overtuigend brandhout gemaakt: het heeft niets geholpen.
Maar toen de “politieke correctheid” naar Europa overwoei, kreeg ze al snel een veel bredere betekenis. Alles wat enigszins progressief was, werd door behoudend rechts “politiek correct” en dus verwerpelijk genoemd. Vooral dan als mensen met een kleurtje zich in het debat mengen, bijvoorbeeld als ze bedenkingen bij Zwarte Piet hebben. Ze dan “politiek correct “ noemen, verbergt een racistische agenda. Klachten over discriminatie ? Politiek correcte onzin, dus hoeven we daar geen aandacht aan te schenken. Sterker nog: de politiek correcten worden ervan beschuldigd hun opvattingen op te dringen aan allen die er anders dan zijzelf over denken. Een eminent jurist, geen bekrompen rechtse rakker, noemde politieke correctheid zelfs “het nieuwe absolutisme”.
Zou het werkelijk? Ziet hij geen spoken?
Toen de Nederlandse Spoorwegen beslisten hun klanten niet meer als “Dames en Heren” aan te spreken maar wel als “Beste Reizigers” drong het hoongelach door tot diep in de Belgische binnenlanden. Alweer zo’n belachelijke politiek correcte dwaasheid was de gedachte. Nu mogen we al niet meer dames en heren zeggen. Nee? Wie heeft dat dan verboden? En wat is er mis met de term “reizigers”? In Duitsland – waar formele beleefdheid nog steeds hoog aangeschreven is – worden de klanten van luchtvaartmaatschappijen al sinds eeuwen aangesproken als “Liebe Passagiere”. Ja, dat zijn ze ook, de mensen die met het openbaar vervoer reizen. Mensen aanspreken als wat ze zijn, dat lijkt me correct, ook politiek.
Maar het kot was helemaal te klein toen de NOS zijn medewerkers vriendelijk verzocht onze huidskleur niet meer “blank” maar “wit” te noemen. Mia Doornaert ontbond in De Standaard al haar duivels en liet weten dat zij “blank” zou blijven. Ook zij interpreteerde het “verzoek” van de NOS als een bevel. Voor- en tegenstanders van “blank” bestookten elkaar met taalkundige argumenten, die in beide gevallen kant noch wal raakten.
Als het over minderheden gaat merk ik bij “niet-correcte” blanken/witten steeds opnieuw een gebrek aan empathie met mensen die anders zijn dan zij.
Of het nu om transgenders gaat of om mensen met een kleur, kortom om minderheden: steeds opnieuw merk ik bij “niet-correcte” blanken/witten een gebrek aan empathie met mensen die anders zijn dan zij. Ze doen geen enkele moeite om zich af te vragen waarom die zich gekwetst kunnen voelen. Maar ze nemen vaak wel een loopje met de waarheid, die ze immers “politiek correct” vinden.
Liegen over dansende moslims, liegen over repatriëringen naar Soedan, liegen over verbrande bh’s , liegen over de F-16 , zou dat niet veeleer het nieuwe absolutisme zijn?