Gele hesjes en klimaatbetogers in het strijdperk
“‘Het leven is geen koopwaar’
De stilzwijgende afspraak tussen volk en machthebbers, dat die laatsten ongecontesteerd de touwtjes in handen mogen houden zolang ze de maatschappelijke orde bewaren volgens de regels van de morele economie, is verbroken. Het volk verdween uit het zicht. Het volk komt op straat.
In hun veelheid tonen ze zich, posteren ze zich in het midden van de straat waarlangs wij steeds maar voortrazen, opdat men hen niet meer kan negeren, opdat men hen eindelijk eens serieus zou nemen.
© NightFlightToVenus (CC BY-NC-ND 2.0)
Roger Borlez is nu elf weken dood. Hij blijft door mijn hoofd spoken. Hij stierf op een koude vrijdagavond, verpletterd door een vrachtwagen aan een wegblokkade even buiten Visé. Hij was nog geen vijftig, hij was een geel hesje. Filip Rogiers schilderde in De Standaard een prachtig portret van deze “petit con”. Waarom stond hij daar, op een oprit van de autostrade in een betonnen niemandsland? Waarvoor moest hij sterven? ‘Een waardiger leven, daarvoor deed hij het. Er moest eindelijk maar eens geluisterd worden naar de mensen’, zegt zijn zoon.
Zoveel weken later hebben klimaatbetogers hun tenten opgezet aan de Wetstraat. In Frankrijk maken de Gilets Jaunes zich op voor Acte XX: voor de twintigste zaterdag op rij zullen ze het centrum van de grote Franse steden innemen, een toe-eigening van publiek domein waar men hen liever niet ziet, de repressie trotserend, om daar waar ze het meest met de nek worden aangekeken hun stem te laten horen. Wat zeggen de mensen?
Ze zeggen zoveel, zegt men. De eisen van de gele hesjes zijn in tegenspraak met elkaar, ze lijken wel lukraak gegrepen uit een grote grabbelton, voor elk wat wils, zonder veel nadenken bij elkaar gegooid. Het houdt hen niet tegen de baan te bezetten. Het stopt hen niet de oprit te blokkeren. In hun veelheid tonen ze zich, posteren ze zich in het midden van de straat waarlangs wij steeds maar voortrazen, opdat men hen niet meer kan negeren, opdat men hen eindelijk eens serieus zou nemen.
De onzichtbare klasse wil zich zichtbaar maken. Hoe gelukkig gekozen, het gele hesje, als symbool voor hun beweging. Roger Borlez was zo’n geel hesje, hij wilde eindelijk gehoord worden, maar hij was ook in Brussel bij de eerste klimaatmars, op 2 december. De ene ochtend een tankstation in het Luikse blokkeren uit protest tegen de hoge brandstofprijzen, niet veel later door Brussel marcheren omdat we ons klimaat naar de knoppen helpen: de mens is een veelkantig wezen.
Veelzeggend dat Macron met geen woord repte over de vermogensbelasting, nochtans een speerpunt van de acties van de Gilets Jaunes, maar wel quota voor immigratie naar voor schoof
Veelkantig, maar daarom niet verlamd door innerlijke tegenstrijd. Of het nu het einde van de maand is of het einde van de wereld, hij krijgt het benauwd — maar zijn bezorgdheden en bekommernissen worden weggewuifd door de maatpakmannen die de maatschappij managen. Hij wil gehoord worden, hij wil gezien worden, niet de onzichtbare massa zijn waarop de bestierders van de wereld hun onderbuik projecteren.
Na de eerste weken van protest stelde de Franse president Macron een lijst van onderwerpen voor waarover gedebatteerd kon worden: veelzeggend dat hij met geen woord repte over de vermogensbelasting, nochtans een speerpunt van de acties van de Gilets Jaunes, maar wel quota voor immigratie naar voor schoof, een thema waarover in de eisenbundels van de Gilets Jaunes niets terug te vinden was. Luisteren naar het volk, zolang het volk maar niet raakt aan de privileges van zij die, toch in hun hoofd, de wereld doen draaien. Luisteren naar het volk, zolang het volk zijn zondebok zoekt in een andere arme drommel. Luisteren naar het volk, maar zijn stem niet willen horen.
In De goede zoon schrijft Rob Van Essen: ‘Er zijn overal verbanden ontstaan waar ik geen weet van heb, en tussen mij en de wereld lijkt steeds minder verband te bestaan. Het is vooral de achteloosheid waarmee de wereld waarin jij je beweegt, wordt ontkend, alsof de spot wordt gedreven met de stilzwijgende vanzelfsprekendheid van je omgeving, alsof eenzijdig het contract wordt opgezegd dat de wereld en jij ooit sloten; en dat contract hield in dat je serieus werd genomen.’
Het contract tussen mens en maatschappij is verscheurd. Dat er sprake is van contractbreuk, keert ook terug in de analyse die de Franse historicus en politicoloog Samuel Hayat maakt van de beweging van de gele hesjes. Het ongenoegen van de Gilets Jaunes is geworteld in een “morele economie” — de term gaat terug op de Engelse historicus E.P. Thompson — een gedeeld begrip van een rist spelregels die het functioneren van economie en maatschappij moeten leiden. Deze regels zijn eerder van morele dan van strikt economische aard; het gaat om een bepaald idee van fairness, niet om wetten van vraag en aanbod en ‘trickle down’-theorie.
De wetten van de markt vrij spel laten, getuigt niet van een beter begrip van hoe de wereld “echt” werkt, maar van een onbegrip voor de morele economie van het volk.
Het is precies wanneer de maatschappelijke orde zich herschikt volgens de logica van die laatste regels, dat het goed fout loopt. Wanneer ideeën van fairness systematisch opzij geschoven worden omdat ze niet stroken met de wetten van een bepaald kapitalisme; wanneer de vraag ‘is het juist?’ enkel nog begrepen wordt als de vraag ‘is het efficiënt?’ — dan zijn het de principes van de maatschappelijke orde zelf die aangevallen worden, of toch van de maatschappelijke orde zoals die begrepen wordt in de morele economie.
De wetten van de markt vrij spel laten, getuigt niet van een beter begrip van hoe de wereld “echt” werkt, maar van een onbegrip voor de morele economie van het volk. De leegloop van het platteland en de verpaupering in de oude industriecentra zijn geen vormen van creative destruction (misschien wel pijnlijke maar daarom niet minder nodige herschikkingen van de maatschappij volgens zogenaamd onontkoombare economische wetmatigheden) maar inbreuken op alle regels van de faire maatschappelijke ordening. De stilzwijgende afspraak tussen volk en machthebbers, dat die laatsten ongecontesteerd de touwtjes in handen mogen houden zolang ze de maatschappelijke orde bewaren volgens de regels van de morele economie, is verbroken. Het volk verdween uit het zicht. Het volk komt op straat.
Het ongenoegen van gele hesjes en klimaatbetogers wortelt in dezelfde grond: omdat de morele spelregels die het samenleven moeten leiden aan de kant werden geschoven, moet de ene in angst leven het einde van de maand niet te halen en de andere omdat we het klimaat naar de knoppen helpen. De opstandelingen delen op z’n minst dit principe: het leven is geen koopwaar, met een prijs bepaald op de markt.