De maand van Thomas Goorden
“‘Het moeras van de Vlaamse industrie’
© © Konstantinos Tsanakas
© © Konstantinos Tsanakas
Het PFOS-dossier leerde ons veel over de Vlaamse industrie en milieubeleid, zegt MO*columnist Thomas Goorden. Maar leerde de politiek daar wel iets uit? ‘Het kan anders, maar we lijken verder dan ooit van een pax industrialis te staan waarin de vraag centraal staat hoe we onze economie met een leefbare planeet laten rijmen.’
De conclusies van de PFOS-onderzoekscommissie liggen ondertussen een week in de parlementaire archieven. Het is nog maar de vraag of die schandelijke affaire enig effect zal hebben op Vlaams milieubeleid. Politiek is dat alvast niet het geval, want op dat vlak zijn er niet eens échte conclusies getrokken.
De rest van het rapport is ontluisterend genoeg om het heden door een andere bril te zien. Van vergunningen die door bedrijven zelf geschreven worden, onafhankelijke experten die allesbehalve onafhankelijk optreden, tot — als klap op de vuurpijl — een compleet falende milieuhandhaving. Dit zijn slechts milde omschrijvingen voor wat alleen als grootschalige corruptie begrepen kan worden.
De conclusies van de PFOS-onderzoekscommissie werpen een donkere schaduw over het hele Vlaamse industriële landschap.
Wat veel mensen ontgaat, is dat dit dossier niet alleen iets zegt over 3M en de Oosterweelverbinding, onder leiding van bouwheer Lantis. De conclusies van de onderzoekscommissie werpen een donkere schaduw over het hele Vlaamse industriële landschap.
Hopeloos optimisme
Het meest dreigende silhouet aan de horizon is een oude bekende. Het gaat om de uitbreiding van de plasticfabriek van Ineos — of excuse-me-je “ethaankraker” — onder de hopeloos optimistische naam Project One.
Temidden van de PFOS-storm werd daar weer een vergunning voor aangevraagd, nadat de eerste poging daartoe gestrand was. Maar rond die nieuwe vergunningsaanvraag tekenen zich opnieuw problemen. Zorgwekkende aspecten die doen denken aan de problemen die een parlementaire onderzoekscommissie in een ander recent dossier net moest ontwarren.
Het gaat om een dramatisch milieuprobleem dat zich als een PFOS-pluim over de hele wereld verspreid: plastic. Aan de voordeur van Ineos ligt het Natura 2000-gebied Galgeschoor. Dat lag jaren geleden al vol met plastickeutels, ook gekend als nurdles, door vervuiling van producenten zoals Ineos. De kleine plastic korreltjes stromen al decennialang massaal de Schelde en Noordzee in. Ondanks beloften van Port of Antwerp en de plasticindustrie om die onvergunde milieuverontreiniging niet alleen te stoppen, maar ook op te kuisen, liggen ze er nog steeds.
Volgens Ineos, in samenzang met onafhankelijke experten en zelfs onze eigen milieudiensten, hoeft daar in de vergunningsaanvraag geen rekening mee gehouden te worden. Uiteraard niet, want de ethyleen van Project One heeft volgens hen niets te maken met de polyethyleen dat hetzelfde bedrijf in het gebouw ernaast maakt. Door het worstje handig in vergunningstechnische stukjes te snijden, hoeft er natuurlijk geen rekening gehouden te worden met de bestaande milieuproblemen.
En dan zijn we nog maar aan het opwarmen.
Recept voor miserie
Want wat met bijvoorbeeld het stikstofprobleem? Of pakweg de toekomstige uitstoot van broeikasgassen door dit fossiele project?
Voor beide problematieken bleek de voorbije twee jaar dat de overheidsboekhouding compleet frauduleus is. Alle beloften in de milieuvergunningen ten spijt blijkt dat Vlaamse bedrijven in beide gevallen al twintig jaar lang veel meer uitstoten dan er op papier vergund is.
Het feit dat 3M honderdduizenden tonnen CO2-equivalent meer uitstootte per jaar dan begroot, was slechts een voetnoot (met rekenfouten) in hun hernieuwde milieuvergunning van eind 2020. Net zoals bij stikstofboerderijen zijn er geen noemenswaardige gevolgen voor de massaal ondergerapporteerde F-gassen van 3M (gefluoreerde broeikasgassen, een nevenproduct van PFAS-productie, red.). Niet qua handhaving, noch voor verdere vergunningen. Dat betekent helaas ook dat alle beleidsplannen van de voorbije twintig jaar daarover cynische fantasieën zijn van een overheid die er niet om maalde.
Gaan we onder dat gesternte nog eens een stikstof- én broeikasgasuitstotende mega-installatie laten bijzetten? Dat Ineos door zijn “onafhankelijke experten” allerlei beweringen laat maken over technologie die vandaag niet bestaat, én dat de overheid daar geen enkele kritische bedenking bij maakt, is een recept voor miserie.
Welkom in het Wilde Westen van de Antwerpse haven, beste bedrijven. Wat kan er mis gaan?
We moeten daarbij niet op toekomstige handhaving gaan rekenen. Ondertussen begrijpen we dat die onbestaande is. In veel gevallen (voor onder meer F-gassen, plastickeutels en stikstof) zijn er niet eens betrouwbare metingen. Zelfs als die er al zijn leiden overschrijdingen (in feite illegale emissies) nauwelijks tot noemenswaardige boetes. Welkom in het Wilde Westen van de Antwerpse haven, beste bedrijven. Wat kan er mis gaan?
Alarmbellen
Met schaliegas kan het in ieder geval op allerlei manieren spaak lopen. Dat wordt aangevoerd door onder andere Ineos om steeds meer wegwerpplastic mee te maken.
Ondertussen leerden we uit de Russische aanval op Oekraïne dat zulke fossiele grondstoffen een integraal onderdeel zijn van de geopolitieke strijd tussen wereldmachten. De haven van Antwerpen ligt daarbij als een plastic strandbal op de golven. Spannend is het wel, maar een robuuste economische activiteit? Dat niet.
En dan moet het strafste nog komen. Tussen bouwheer Lantis en 3M werd een geheime dading afgesproken: een illegale PFOS-stortplaats werd geregeld, nagenoeg volledig op kosten van de Vlaamse overheid. Dat deed menig jurist en de hele Raad van State zich in de koffie verslikken.
Ook bij Project One van Ineos bestaat een geheime afspraak. We weten dat er drie maanden lang gewerkt is aan een overheidsgarantie van ongeveer een half miljard euro. Het exacte bedrag daarvan en de inhoudelijke afspraken — waarvoor de overheid bijvoorbeeld garant staat — kent niemand. Ook het parlement niet.
Die overheidsgarantie werd geregeld door een handvol N-VA’ers, net zoals de geheime PFOS-dading. Dat alleen al is voldoende om met volle gewicht in de alarmbellen te gaan hangen.
Naar een pax industrialis
Nu het PFOS-onderzoeksdossier ons met een nieuwe bril naar de Vlaamse industriële realiteit doet kijken, zien nog wel wat dossiers er heel anders uit.
Zo is er de vernieuwing van de vergunning van Indaver, een verbrandingsoven geklemd tussen stikstof-, PFAS- en CO2-emissies. Vanuit Ronse ligt er ook zo’n gecontesteerde vergunning van Utexbel op het bureau van Vlaams minister Demir. In het hart van de Antwerpse diamantwijk is er dan weer de hervergunning van Value Trading. Dat is een goudraffinaderij met een milieuvergunning klasse 1, wat wil zeggen: behorend bij de gevaarlijkste types chemische installaties. Maar dat ligt zonevreemd, want in het midden van een woonwijk.
Op Europees niveau moet men zich ondertussen toch echt wel beginnen afvragen wat er in deze piepkleine maar dichtbevolkte regio aan het gebeuren is.
Er zullen nog zo’n dossiers zijn. Sinds Vlaamse milieuverenigingen wakker zijn geschud door het Ineos-verhaal, gevolgd door de ijskoude PFOS-douche van 3M, wordt elke nieuwe vergunningsaanvraag met argusogen bekeken. Ook op Europees niveau moet men zich ondertussen toch echt wel beginnen afvragen wat er in deze piepkleine maar dichtbevolkte regio aan het gebeuren is.
Het meest jammere is wellicht het schrijnende gebrek aan visie dat dit uitstraalt. Wat op tafel ligt qua plannen kan het best bekeken worden als een Thatcheriaanse fossiele visie op industrie. Waar de ons omliggende landen keihard uit de startblokken schieten richting industriële transitie, kijkt Vlaanderen vrolijk richting verdere privatisering van het milieubeleid en het aantrekken van milieuproblemen.
Dat is vooral voor Port of Antwerp een drama. Het heeft alle potentieel om dé toonaangevende speler te worden qua circulaire economie. Toch blijken het vooral de verbrandingsovens en petrochemische projecten te zijn die de nodige aandacht, grond en garanties van onze overheid krijgen. Het staat in de geopolitieke sterren geschreven dat dit nog tot flinke drama’s zal leiden en waarschijnlijk ook veel sneller dan verwacht.
In Europa zijn bijkomende restricties voor duizenden gevaarlijke chemicaliën op til. Dat wijst erop dat de rekening voor decennialang achteloos beleid eraan komt. De tijd dat de industrie naïef op hun woord werd geloofd is voorbij. Zo komen er vrijwel zeker restricties op hele families, en wordt bijvoorbeeld de enorme waaier aan PFAS geschrapt. Hoe hard de industriële lobby de hakken ook in het zand zet, deze toekomst dient zich onverbiddelijk aan.
Het zou nochtans anders kunnen. Alleen staan we verder dan ooit van een “pax industrialis”, een hypothetische toekomst waarin milieuverenigingen en -activisten aan dezelfde tafel zitten als de grote bedrijven en multimiljonairs om uit te werken hoe we onze economie met een leefbare planeet kunnen laten rijmen. De Captain of Industry die daarin voldoende moed toont, eerder dan te grijpen naar recepten uit de oude patriarchale machtspolitiek, moet nog opstaan (en zijn telefoon pakken). Tijd om de troepen uit dit moeras te halen.