“‘Het verdriet van Koerdistan’
Je wilt het niet weten.
Wat de mannen wordt aangedaan.
Hoe de vrouwen moeten lijden.
Waarom er niet eens mededogen met de kinderen is.
En hoe het komt dat er bijna niemand in de wereld van wakker ligt.
We leven begin van de 21ste eeuw.
Het is bijna het einde van het jaar.
Ik kijk teevee, ik luister naar de radio, ik lees de kranten en ik zucht.
Er is nieuws over het bedrag dat we besteden aan onze eindejaarsdiners. Veel, heel veel. Er is ook nieuws over het uitvallen van het bancontactsysteem en de ellende van onze middenstand. Erg, heel erg. En verder? Alweer niets over de hongerstaking van Koerden in de Iraanse gevangenissen, verzucht ik.
Hallo? Is het onze zaak wat er in de Iraanse gevangenissen gebeurt? En trouwens. Woonden die Koerden niet in Turkije? Zaten ze de laatste tijd plots in Syrië? Waar ligt Koerdistan eigenlijk? En is het werkelijk zo erg?
Ja, het is werkelijk zo erg, dat staat vast. En nee, Koerdistan ligt eigenlijk nergens. De Koerden vormen helaas een van de volkeren die wel een eigen taal en cultuur bezitten, maar geen eigen plek op de wereld hebben. Ze zijn anders wel met ongeveer dertig miljoen.
Het is alsof iemand op een namiddagje met een meetlat kriskras lijnen heeft getrokken.
Bekijk de kaart van het Midden-Oosten en volg de landsgrenzen. Het is alsof iemand op een namiddagje met een meetlat kriskras lijnen heeft getrokken. Helaas klopt dat ongeveer. In 1920 werd in een zaal van een porseleinfabriek nabij Parijs in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog door een paar machtigen het Ottomaanse Rijk opgedeeld. In het zogenaamde Verdrag van Sèvres was er autonomie voor de Koerden voorzien, zelfs met mogelijke onafhankelijkheid na enkele jaren. Helaas was dat voor de Turken een stap te ver.
In de Vrede van Lausanne van enkele jaren later werden de Koerden alweer stilletjes geschrapt. Sindsdien gaat het alsmaar slechter met hen. Ze wonen vandaag in gebieden in Turkije, Syrië, Irak, Iran, Armenië, zelfs in de vroegere Sovjet-Unie. Enkel in Irak bestaat er na de val van Saddam Hoessein een vrij autonoom gebied, de Koerdische Autonome Regio, maar ook dat blijft bedreigd. Maar er zijn ook veel Koerden die door te veel geweld en dreiging naar Noord-Amerika en Europa vluchtten.
Zoals Jamil Fathi bijvoorbeeld. Hij woont na een onnavertelbaar leven nu in mijn stad. Hij is de Belgische vertegenwoordiger voor de Koerdische Democratische Partij van Iran. Dat klinkt wellicht te gewichtig om harten te beroeren, maar mijn hart kromp in elkaar toen ik enkele dagen geleden een kopie kreeg van zijn dringende oproep die hij aan onze politici schreef.
Zullen ze zijn brief lezen?
Zullen ze zijn brief begrijpen?
Zullen ze de ernst van de situatie beseffen?
Zullen ze in Straatsburg rond 15 januari de anderen duidelijk maken hoe grof elke mensenrecht daar wordt overtreden en elke Koerdische poging om een menswaardig leven te lijden met harde hand wordt vernietigd?
Please, please, denk ik dan, want ik weet intussen helaas wel waarom de Koerdische politieke gevangenen in de gevangenis van Urmiyeh in hongerstaking zijn gegaan.
Please, please, denk ik dan, want ik weet intussen helaas wel waarom de Koerdische politieke gevangenen in de gevangenis van Urmiyeh in hongerstaking zijn gegaan. Maar weten de politici het en willen ze het weten? Ik kijk teevee, ik luister naar de radio, ik lees de kranten, maar ik lees ook af en toe een boek.
Het verdriet van Koerdistan, bijvoorbeeld. Geen politiek traktaat, geen literair werk, maar wel een goed verteld meeslepend verhaal van Azad, een Koerd die niet in België, maar in Nederland belandde. De Nederlandse Maria E. Luten ontmoette hem, leerde via hem de Koerdische kwestie kennen, en koos ervoor niet weg te kijken. Ze schreef samen met hem zijn verhaal neer.
Ik zag hen enkele maanden geleden hier in mijn stad. Daar stonden ze. Twee knappe mannen in pak, fijnbesneden gezichten, gitzwart haar, ranke gestalten, maar ze vallen pas echt op wanneer ze beginnen te praten.
Ze hebben meer meegemaakt dan een mens in zijn leven zou mogen meemaken, hun verliezen zijn enorm, hun gezondheid is geknakt maar hun kracht is indrukwekkend. Ze betekenen plotseling zoveel meer dan hun Koerdische namen die ons vreemd klinken en vaak vreemd blijven.
Azad Kardoi en Jamil Fathi. Maar ze zijn met zoveel meer, en elke naam vertelt een eigen persoonlijk verhaal, een vader en een moeder, vluchten en executies, broers en zussen, schooltijd en verliefdheid, strijd in de bergen, moord en doodslag.
Ongeveer een maand geleden, op 20 november stopten achtentwintig Koerdische politieke gevangenen in Iran met eten in de hoop dat de wereld eens hun richting zou uitkijken. Ze worden opgepakt, gefolterd, verminkt, verkracht, en als ze geluk hebben tamelijk snel doodgeslagen.
Iran staat bovenaan de landen met de ergste schendingen van de mensenrechten, het aantal executies per inwoner is het hoogst ter wereld, ze zouden beschaamd moeten zijn. Maar nee, met president Rouhani lijkt het niet beter te gaan, helaas gaat het almaar slechter, als dat al kon.
En als ze willen, stuur ik hen het boek Het verdriet van Koerdistan zonder kosten na.
Jamil schreef onze Europese politci een brief. En als ze willen, stuur ik hen als boekhandelaar het boek Het verdriet van Koerdistan zonder kosten na. Inmiddels vertel ik over hen aan wie het maar horen wil. Want ik weet, zolang wij als burgers onverschillig blijven, is het erg makkelijk om als politici ook onverschillig te blijven.
Ik zou het wel willen. Bij elke naam van de lijst van de hongerstakers het persoonlijk verhaal navertellen, zodat men niet alleen een lijst met namen ziet, maar beseft hoe elke naam verwijst naar een mens in een onverdraaglijke situatie, en dat we niet langer kunnen wegkijken.
Niet bij de hongerstakers nu:
Sherko Hassanpour, 5 years prison
Abdullah Biselnoon, 1.5 year prison
Yousef Kake Mami, 9 years imprisonment
Osman Mostafapour, 34 years imprisonment
Mostafa Ali Ahmad, 11 years imprisonment
Abdullah Amooyee, Uncertain situation
Jafar Afshari, 5 years imprisonment
Vali Afshari, 5 years imprisonment
Keyhan Darvishi, 3 years imprisonment
Mostafa Davoodi, 10 years imprisonment
Shoresh Afshari, 5 years imprisonment
Khizir Rasoul Morovvat, 5 years imprisonment
Mohammad Abdullah Bakht, 1 year imprisonment
Reza Rasouli, 3 years and 9 months imprisonment
Ahmad Tamooei, 15 years imprisonment
Amir Maladoost, 4 years imprisonment
Masoud Shams Nejad, 4 months imprisonment
Seyyed Sami Hosseini, Sentenced to death (Execution)
Seyyed Jamal Mohammadi, Sentenced to death (Execution)
Behrouz Alkhani, Sentenced to death (Execution)
Ali Ahmad Soleiman, Sentenced to death (Execution)
Saman Nassim, Sentenced to death (Execution)
Sirwan Najavi, Sentenced to death (Execution)
Ibrahim Issapour, Sentenced to death (Execution)
Ali Afshari, Sentenced to death (Execution)
Rizgar Afshari, Sentenced to death (Execution)
Mohammad Abdullahi, Sentenced to death (Execution)
En niet bij alle onvrije Koerden waarvoor zij strijden, tot en met hun eigen dood.
Het verdriet van Koerdistan eindigt met de laatste woorden van het Koerdische volkslied: ‘Koerden leven, Koerden leven. Hun vlag zal nooit vallen.’ Dat de politici deze woorden uit het hoofd leren, en in het achterhoofd houden bij elk gesprek over de Koerden.