Ik ben advocaat vluchtelingenrecht en ik ben deel van het probleem

Column

De maand van Benoit Dhondt

Ik ben advocaat vluchtelingenrecht en ik ben deel van het probleem

Ik ben advocaat vluchtelingenrecht en ik ben deel van het probleem
Ik ben advocaat vluchtelingenrecht en ik ben deel van het probleem

Eigenlijk wilde MO*columnist Benoit Dhondt deze column helemaal niet schrijven. Eigenlijk wil hij mensen met een precair verblijfsstatuut helemaal niet vertegenwoordigen als advocaat. Liever heeft hij dat ze dat zélf kunnen doen. ‘Dat ik deze column mag schrijven, is deel van het probleem.’

© Konstantinos Tsanakas

Benoit Dhondt: ‘‘Dat ik deze column mag schrijven, is deel van het probleem.’

© Konstantinos Tsanakas

Al tien jaar sta ik mensen juridisch bij die hun land verlieten en in ons land een leven proberen opbouwen. Als advocaat migratie- en vluchtelingenrecht geef ik advies en vertegenwoordig ik hen.

Maar als u denkt dat ik daarom iets nuttig over hen kan vertellen, moet ik u teleurstellen. Om echt iets te weten te komen over mensen op de vlucht, praat u beter zelf met hen. En dan beter ook met élk van hen, want ik moet u waarschuwen: er zijn zoveel vluchtverhalen als er mensen op de vlucht zijn. Het enige dat mensen met een precaire verblijfsstatus echt delen, is hun verhouding tot de Dienst Vreemdelingenzaken in ons land. Verder is geen enkele persoon zoals een andere persoon.

Vertegenwoordiging zonder vertegenwoordiging

In tien jaar tijd sprak ik ontelbaar veel mensen en stond ik hen bij. Maar echt tevreden kan ik daarover helaas niet zijn. Onze sector kampt met een chronisch tekort aan tijd en middelen. Daardoor is het een enorme uitdaging om mensen op een voor hen begrijpbare manier grondig te informeren over hun rechtspositie. Tijd om dan nog met hen door te brengen om te weten te komen wie ze precies zijn, wat ze meemaakten en waar ze van dromen, rest er dan helemaal niet meer.

Ik spreek meer vóór in plaats van mét mensen, vaak over hun hoofden heen.

Nee, ik spreek meer vóór in plaats van mét mensen, vaak over hun hoofden heen. Met andere woorden: ik ben deel van het probleem. Dat juridische vertegenwoordiging van mensen met een precaire verblijfsstatus nodig is, is deel van het probleem. En dat om verschillende redenen.

Mensen op de vlucht zijn voor hun verblijfsstatus afhankelijk van een overheid die best veel marge heeft om naar eigen goeddunken te beslissen over het lot, leven, vrijheid en veiligheid van deze mensen.

Daarnaast wordt wat voor u en mij bijzonder evident is, zoals de erkenning van een kind of trouwen, hen consequent zo moeilijk gemaakt dat ze niet anders kunnen dan beroep te doen op een advocaat. Het gaat daarbij zelden vlot of zoals het hoort. Onbetwistbare subjectieve rechten zoals gezinshereniging moeten al te vaak in rechte afgedwongen worden. Telkens kost dat tijd en geld.

Bovendien is er geen enkele vertegenwoordiging van mensen met een precair verblijfsstatuut in het systeem dat over hun lot beschikt. Dat is de kern van het probleem met hun juridische vertegenwoordiging: iemand met precair verblijfsstatuut heeft geen stemrecht en wordt niet politiek vertegenwoordigd.

Nochtans is migratie een groot politiek thema. Maar de mensen die het migratiebeleid moeten ondergaan, krijgen op geen enkele manier inspraak. Zoals de naam aangeeft doet de Dienst Vreemdelingenzaken aan dienstverlening. Vraag is wie er precies bediend wordt en waarom?

Er zijn, maar niet echt

Door het gebrek aan representatie en hun precaire verblijfsstatuut zijn veel mensen bang om zich uit te spreken. Wie dat doet, maakt zijn of haar aanwezigheid kenbaar. Mensen vrezen dat opvallen betekent dat de volgende stap een gesloten centrum kan zijn.

Toch bestaan er voorbeelden van mensen die zichzelf wel vertegenwoordigen en een collectief vormen. Denk aan de bezetting van de Begijnhofkerk en de VUB door USPR, de Unie van Mensen Zonder Papieren voor Regularisatie. Of recenter in Molenbeek, waar andere organisaties van mensen met een precair verblijfsstatuut het tentenkamp Zone Neutre oprichtten in het Ninoofsepoortpark.

Meestal is het laconieke antwoord op zo’n collectieve actie dat er maar een verzoekschrift moet worden ingediend. Het handige daaraan is dat het makkelijk als ontvankelijk of ongegrond kan beoordeeld worden en dus afgewezen kan worden.

Zelfs als ze er zijn, als ze zich laten zien en horen, zijn ze er blijkbaar toch nooit echt.

Als collectieve organisaties hun gezondheid en lichaam in de strijd gooien, zoals de hongerstaking in de Begijnhofkerk, heet dat dan “chantage”. Als ze te luid roepen, klinkt het dat het niet hun stem is, maar wel die van zogenaamde extreemlinkse organisaties.

Zelfs als ze er zijn, als ze zich laten zien en horen, zijn ze er blijkbaar toch nooit echt.

Vertegenwoordiging of representatie betekent paradoxaal genoeg: het vertolken van iemands gedeelde aanwezigheid op een specifieke plaats. Terwijl die gedeelde aanwezigheid op die plek net fundamenteel in vraag wordt gesteld. Hun aanwezigheid, een zijnsvraag, wordt een toelatingsvraag. Kortom: ze mogen hier zogezegd niet zijn, dus doet men alsof ze er niet zijn.

Het plaatst hen in een situatie waar ze, om in het termen van Marx te zeggen, zichzelf niet kunnen vertegenwoordigen maar vertegenwoordigd moéten worden. Voor quasi elke vraag gericht aan de overheid zijn ze aangewezen op een advocaat.

In hun verblijfsprocedures bij de Dienst Vreemdelingenzaken komen ze niet eens zelf aan het woord, op een sterk afgebakend interview in de asielprocedure na. Deze mensen kunnen hier al tien jaar zijn, school gelopen hebben, kinderen gekregen hebben, … maar nooit of zelden zullen ze worden gehoord.

De advocaat zal voor deze mensen spreken en volgens eigen inzicht beslissen welke stukken informatie uit het leven van iemand op de vlucht relevant zijn en welke niet. Zo betekent iemand vertegenwoordigen ook: mee een kloof creëren tussen wat over iemand wordt gezegd en wie die persoon ís.

Mensen worden gereduceerd tot behapbare proporties zodat ze in een procedure passen.

Mijn vakkennis en expertise leveren voordelen op, dat klopt. Ik kan mensen effectief helpen door hen te vertegenwoordigen.

Maar het is ook erg wrang als mensen worden gereduceerd tot specifieke feiten, een chronologie of alleen een familieband. De overheid ontwikkelt criteria. Ganse mensenlevens moeten, in al hun complexiteit, door die mal worden geduwd. Zo worden mensen gereduceerd tot behapbare proporties zodat ze in een procedure passen.

Fundamenteel onrechtvaardig

Als advocaat ben ik medeplichtig aan die reductie van mensen. Ik ben een bode binnen een systeem dat fundamenteel onrechtvaardig is. Ik help mensen met individueel succes (en dat is uiteraard welkom), maar verder laat ik het systeem ongemoeid.

Als advocaat neem ik andermans plaats in, dus ben ik deel van het probleem. Dat ik diegene ben die hierover columns mag schrijven en wiens opinie wordt gehoord, is deel van het probleem.

Ooit hoop ik dat mensen zelf zullen spreken. Dat wordt de dag dat overlevenden hun verhaal vertellen. Dat ze vertellen hoe het was om teruggeduwd te worden naar de gruwel in de Libische kampen.

Hoe het was om bont en blauw geslagen en alleen in een onderbroek gedwongen de grens weer over geduwd te worden. Hoe het was om jarenlang, zonder aantoonbaar nut, gescheiden te leven van hun pasgeboren kinderen, vrouw of man.

Hoe het was om als een postpakket dat niemand wil gestockeerd te worden. Om dan gans Europa weer rondgestuurd te worden, tot ze ergens, eindelijk, gewoon hun verhaal konden doen.

De dag dat deze mensen zélf kunnen spreken wordt een dag dat hun gegons niet meer te overstemmen valt. Zodat de stemmen aanzwellen tot een niet-aflatend hoorngeschal dat de vestigingen van Fort Europa doet verkruimelen zoals een hedendaags Jericho.