Fien Portier
Schrijfwedstrijd EyesWriteOpen
“‘Ik ben verliefd op een derdelander’
'Mijn lief is Libanees. Het was een pakketdeal: inclusief warme familie, bergen heerlijk eten en een barslecht paspoort.' Het soort paspoort waarmee je in Europa stoot op gesloten deuren, vooroordelen en administratieve rompslomp, ondervindt Fien Portier. 'Wij willen gewoon samen zijn.'
‘Ik hou van die man met de mooie ogen. En hij houdt van mij. Maar zijn paspoort is de reden dat hij nog nooit in België geweest is.’ (het koppel op de foto is niet dat waar deze column over gaat, red.)
Pixabay / Chermitove
Barsten de media nog genoeg uit hun bubbel? Weten journalisten nog wat mensen écht bezighoudt? Dat was de vraag bij de schrijfwedstrijd voor de 20ste verjaardag van MO*. Meer dan 40 jongeren beantwoordden die opdracht met een column, een professionele jury koos er de beste teksten uit. Dit is de inzending van Fien Portier, die helaas net buiten de prijzen viel.
‘Mijn lief is Libanees. Het was een pakketdeal: inclusief warme familie, bergen heerlijk eten en een barslecht paspoort.’ Het soort paspoort waarmee je in Europa stoot op gesloten deuren, vooroordelen en administratieve rompslomp, ondervindt Fien Portier. ‘Wij willen gewoon samen zijn.’
Iets meer dan twee jaar geleden leerde ik iemand kennen. Hij is de grappigste man die ik ooit heb ontmoet. Hij is grappig omdat hij zichzelf heel grappig vindt. Hij is slim, maar hij vindt zichzelf slimmer dan hij eigenlijk is. Hij is een beetje mensenschuw, en heeft een intimiderende blik die hij naar believen inzet om zijn verlegenheid te maskeren. Hij heeft hele mooie ogen. Hij rookt zijn Marlboro Red met stijl en houdt van schaak. Soms danst hij de kamer rond met mijn bh op zijn hoofd. Dan doet hij alsof hij een vlieg is of een piloot.
Ik hou van die man met de mooie ogen. En hij houdt van mij. Zozeer dat hij soms vervalt in minutenlange lyrische verzen die me doen lachen. We willen gaan samenwonen. Het appartement is er al. In Brussel. Het heeft een dubbel bed en een balkon. Mijn meubels en kleren zijn er al. Het is niet zeker wanneer hij er zal zijn.
Mijn lief is Libanees. Het was een pakketdeal: inclusief warme familie, bergen heerlijk eten en een barslecht paspoort.
Een Arabische man in Schengengebied, dat kan enkel onheil zijn. Dat kan enkel een “toekomstige illegaal” zijn.
Zijn paspoort is de reden dat hij nog nooit in België geweest is. Hij is een ‘derdelander’, een niet-EU burger. Zelfs een toeristenvisum werd hem niet gegund. Bankrekeninguittreksels, hotelreservaties en zelfs een mooie begeleidende brief in keurig Nederlands konden de ambassade niet overtuigen.
Een Arabische man in Schengengebied, dat kan enkel onheil zijn. Dat kan enkel een “toekomstige illegaal” zijn. Dat kan enkel uitdraaien op overnachtingen bij het Zuidstation en druk op onze welvaartstaat.
Hij wilde echt enkel wafels eten. Hij wilde echt enkel naar het Magritte-museum. Hij wilde echt enkel naar het F1-circuit in Spa-Francorchamps. Hij wilde echt enkel mij bezoeken.
Wij willen gaan samenwonen. Ik wil hem leren kennen. Hem leren kennen zoals je iemand leert kennen als je samenwoont. Ik wil ruzie maken over omhoog staande wc-brillen en de invulling van het weekend, ons weekend.
Om samen te kunnen leven, moeten we trouwen. Trouwen is de liefde vieren, zeker, maar ook een administratieve rompslomp waar wij samen — 3269 kilometer uit elkaar — door moeten.
Nog nooit zag ik een koppel in hun filmische happily ever after een huwelijksaanvraag indienen, al heeft natuurlijk elk getrouwd koppel dat gedaan. Ik zie het voor me: lange gang, tl-lichten en loketten. Zo weinig mogelijk natuurlijk licht. Ik zal daar alleen staan.
Volgens de Staat is een duurzame relatie niet gebouwd op diepe liefde maar op een keurig huur- en arbeidscontract en een minimum nettoloon.
De persoon achter het loket kan een ‘onderzoek naar schijnhuwelijk’ instellen. ‘Verzoek afgewezen’, ‘schijnhuwelijk’, woorden die me bang maken. Ik zie ze voor me, kil onderlijnd op een aangetekende brief die de postbus komt inwaaien. Die persoon achter het loket, een radertje in het staatssysteem, gaat beslissen of wij van elkaar houden.
Die persoon zal me vragen naar de hele papierwinkel en naar mijn ‘dossier met bewijs van de relatie’, inclusief vliegtickets, WhatsApp-berichten en foto’s. Een pdf’je dat de liefde bewijst.
Wij moeten bewijzen dat we een keurig monogaam (maar intiem) koppel zijn dat voldoet aan de normen van de mainstream, maar uiteindelijk moet ik vooral kunnen bewijzen dat ik hem kan onderhouden. Dat hij ‘als dusdanig geen last van de Staat wordt’, dat wij in België ‘een duurzame relatie zullen opbouwen’.
Volgens de Staat is een duurzame relatie niet gebouwd op diepe liefde, blind vertrouwen en gedeelde schaterbuien maar op een keurig huurcontract, een contract onbepaalde duur op het werk en een nettoloon van minstens 2.008,32 euro per maand.
Verdient u dat?
Onze weg ligt bezaaid met papieren obstakels en vergis u niet: die obstakels zijn intentioneel. Die bergen bewijzen en verklaringen, bankuittreksels , job- en huurcontracten, geboortecertificaten en medische bewijzen liggen daar om het zo moeilijk mogelijk te maken.
Mondiale ongelijkheid staat ook liefde in de weg. Je paspoort -dat paspoort waar je als Belg zo zelden over nadenkt- is het eeuwige brandmerk van die ongelijkheid.
Ik ben verliefd op een derdelander en wij willen gewoon samen zijn.
Meer jong talent lezen?
Dit zijn de columns van de winnaars van de MO*schrijfwedstrijd EyesWriteOpen:
Een brief van spijt: aan de bewoner in ons opvangcentrum (Tine Galicia)
Voor ons een wei (Nona De Dier)
Waarom je beter niet van de trap valt (Marijke Vermeulen)
Beste België, zo voelt het om Syrisch, jong en vrouw te zijn (Leen Al Massalma)