Gevoelige inhoud
“‘Laat ons de kindjes die er al zijn veilig houden, hier én daar’
© Konstantinos Tsanakas
© Konstantinos Tsanakas
MO*columniste Fei Lauw denkt na over kinderrechten en het selectieve politieke en maatschappelijke respect ervoor. ‘Niets in deze hypergeconnecteerde, moderne wereld is nog veraf. Hun trauma bepaalt mee onze toekomst in de geglobaliseerde samenleving.’
Deze column is ook te beluisteren:
Ik wist niet dat mijn hart zo vaak kon breken. De laatste zeven maanden gaat er geen dag voorbij of ik kijk met fysieke pijn naar beelden op mijn scherm. Waarom. Doet. Niemand. Iets.
Dan flaneert mijn eigen kind voorbij, en ik zie hoe hij nagenoeg zorgeloos door het leven gaat. Ik moet daar niet voor vechten, of toch niet in de letterlijke zin. Mijn zorgen en struggles liggen in lijn met de doorsnee westerse bekommernissen, zoals een goede school vinden, gezondheid en emotioneel welbevinden stimuleren.
Wat er gebeurt met kindjes zoals Hind, daar hebben wij een aandeel in.
Een wereld van verschil, zou je zeggen. Hier vallen geen bommen, hier werken kinderen zich niet dood in een kobaltmijn. Maar de geglobaliseerde wereld is een dorp en it takes a village to raise a child. Wat er gebeurt met kindjes zoals Hind, daar hebben wij een aandeel in. (De zesjarige Hind Rajab ontvluchtte onder dwang samen met haar familie Gaza-stad toen ze onder vuur werden genomen door het Israëlische leger. Dat ontkent verantwoordelijk te zijn voor haar dood, ondanks tal van bewijsmateriaal, nvdr.)
Draag ik een jeugdtrauma mee? Ja. En velen met mij. Dankzij studies en onderzoek weten we dat trauma niet enkel betekent dat je door een fysieke hel bent moeten gaan. Het kan een emotioneel afwezige ouder zijn, een pestkop op school, die keer dat je verloren liep op het strand… ‘Fouten’ in ons opgroeien laten sporen na.
Wie merkt dat de dingen des levens later niet helemaal vlotten, kan die sporen traceren en zo bepaalde patronen doorbreken. De keuzes die je maakt, dat leerde therapie me, zijn onbewust gestuurd door je ervaringen als kind. Ik vond dat op z’n zachtst gezegd ontnuchterend.
Daar zat ik, in de waan dat mijn rebelse aard, niet-alledaagse beroepskeuzes en andere dingen, helemaal van mij en mij alleen waren. Dat ik als een eigenzinnige zalm tegen de stroom van mijn ouders in zwom. Tot bleek dat ik meer gemeenschappelijk heb met Dory, het blauwe visje uit de animatiefilm Finding Nemo met zero kortetermijngeheugen of benul van de impact van haar verleden.
Leven met een trauma betekent gelukkig niet dat je elke nacht in angstzweet badend wakker schrikt. Maar het is belangrijk het beestje te benoemen en in de ogen te kijken. Zodat je je miserie slechts in beperkte mate overhevelt op je eigen nageslacht.
De ene angst is de andere (niet)
Toen ik zes was hadden we het eerste medische onderzoek op school. Alle meisjes stonden samen in een kamertje, in gestreepte, gebloemde en of effen witte onderbroeken te koukleumen. ‘Het ruikt hier naar billen,’ merkte er eentje droog op. We begonnen allemaal poepnerveus te giechelen. Ik herinner me dat gevoel nog; het was zowat dé angst van elk kind op die leeftijd. En oudere kinderen die ‘het’ al hadden ondergaan, deden er expres extra dramatisch over. Het ‘PMS’ (tegenwoordig CLB) was ook een beetje onze enige angst.
Ik kan me niet voorstellen wat een kind dat opgroeit in een conflictgebied moet meemaken, waar basisrechten zoals veilig zijn en te eten hebben tot niet-alledaagse luxes zijn verworden. Wanneer ik de beelden zie die ons continu bereiken uit Gaza, schommel ik tussen intens verdriet en woede. De beelden zijn voor moeders, vaders en iedereen met een normaal functionerend empathisch vermogen gewoonweg onverteerbaar.
Dat we de teloorgang van het internationaal humanitair recht live meemaken is ondertussen duidelijk.
Meta legt een voile over de beelden, getiteld ‘Gevoelige inhoud’. Gevoelig. Daarmee doelen ze eerder op de kijker dan de inhoud. Gevoelige kijkers, die kunnen de aanblik van alle gruwel beter vermijden.
Ik kies om het wel te zien, hoewel ik niet tegen bloedige taferelen kan en elke spannende film ‘bekijk’ met een kussen voor mijn gezicht. Ik klik op ‘Inhoud weergeven’ omdat ik niet in de waan wíl leven dat we het allemaal goed hebben. Want wanneer we niet alle kinderen veilig kunnen houden, is er een probleem met het hele dorp.
Ik zie een meisje dat aan een muur bengelt, de kracht van een explosie slingerde haar onschuldige en weerloze lijfje weg. De helft ervan is aan flarden geblazen; een lapje stof van een roze broek wappert doelloos in de wind. Door mijn hoofd echoot ook de audio van de zesjarige Hind die smeekt om haar te komen redden, om haar geen pijn te doen.
Elk beeld, elke premature baby die naar adem snakt, elke opname is materiaal waar horrorfilms van gemaakt worden. Maar zelfs makers van horrorfilms besparen hun op gore slachtpartijen beluste kijkers de aanblik van een vermorzeld kinderlichaam.
En nu liggen die gruwelbeelden elke dag in de palm van mijn hand. Ze kerven lijnen dieper dan de nerven van mijn huid, tot diep in mijn zijn, een transgenerationeel en transmondiaal trauma in wording.
Wat kunnen wij daar nu aan doen? Is het per se onze schuld dat kinderen een doelwit zijn? Niet integraal, maar we dragen er wel aan bij, ook al is het maar een fractie. We dragen er in het bijzonder aan bij door onze keuzes in de winkel. De BDS-beweging (Boycott, Divestment and Sanctions) onderzoekt welke merken en bedrijven er bijdragen aan de zionistische doelen en aan de onderdrukking van het Palestijnse volk. Sinds oktober 2023 roepen ze frequent en luid op om Zara, Starbucks, McDonalds, Sodastream, Carrefour, HP, Puma… links te laten liggen. Geld geven aan zo’n bedrijf, is bijdragen aan de bommen van de Israëlische staat.
Fight for your right
Kinderen hebben rechten. Die werden officieel opgetekend en aangenomen tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in 1989. Het Verdrag van de Rechten van het Kind bestaat uit 54 artikelen, waaronder het recht op gezin(shereniging), bescherming tegen discriminatie, recht op onderwijs, geen misbruik en mishandeling, recht op een mening.
Wat lezen we onder artikel 38, over het gewapende conflict? ‘In overeenstemming met hun verplichtingen krachtens het internationale humanitaire recht om de burgerbevolking te beschermen in gewapende conflicten, nemen de Staten die partij zijn alle uitvoerbare maatregelen ter waarborging van de bescherming en de verzorging van kinderen die worden getroffen door een gewapend conflict.’ Zo.
Dat we de teloorgang van het internationaal humanitair recht live meemaken is ondertussen duidelijk. En besef: niets in deze hypergeconnecteerde, moderne wereld is nog veraf. Hun trauma bepaalt mee onze toekomst in de geglobaliseerde samenleving. De straffeloosheid waarmee Israël nu kan optreden en elke wet, regel, aanmaning, verdrag, norm en waarde aan de combatlaars lapt, zou ieders knieën moeten doen knikken.
Nooit vergeten
Tussen de aanvallen door zie je de kinderen in Gaza soms dansen en lachen — de gezichten van zichtbaar doodvermoeide volwassenen, vertrokken in een trieste glimlach bij de aanblik van hun tijdelijk zorgeloze kindje. Waar halen ze die veerkracht en moed? Zijn de decennia aan onderdrukking een katalysator?
Een van de eerste teksten die ik voor MO* schreef was een interview met Mohammed Al-Khatib, een Palestijnse man die toen trainde voor de Olympische Spelen. Hij wilde Palestina als sprinter vertegenwoordigen om mensen hoop en moed te geven. Hij wilde bijdragen aan het afwerpen van het gedoodverfde juk van de onderdrukte, van de underdog, hij wilde komaf maken met het geïnternaliseerde racisme, met de ‘verslagen mentaliteit’.
Mohammed is vandaag gelukkig veilig, maar zijn bijdragen op sociale media gaan niet meer over hoop en moed. Wel over zijn grote teleurstelling in de internationale gemeenschap, in Biden en de Verenigde Staten, waar hij toen trainde. Over terechte woede. ‘We zullen het nooit vergeten,’ schreef hij al meermaals.
Kinderen van de kolonies en tweede generatie migrantenkinderen reageren sterker op de gruwelijkheden in Gaza, Congo, Soedan… Dat zal je niet verwonderen. Ik vernoemde overgeleverd trauma al. Dat kan inter- en transgenerationeel zijn.
Het nageslacht van mensen die oorlog, gedwongen migratie, racisme en onderdrukking hebben meegemaakt, heeft littekens van een geërfd letsel. We groeiden op met de verhalen, we werden op het hart gedrukt om onopvallend en dankbaar te zijn, om vooral niets uit te lokken en hard te werken.
Onze (voor)ouders offerden veel op, lieten geliefden en land achter. Ik bezocht Indonesië afgelopen december. Met elke meter dat het vliegtuig richting het geboorteland van mijn vader zakte flitsten tastbare herinneringen feller en feller door mijn lichaam. Nog voor de landing kon ik Indonesië voelen met elk zintuig. Ik rook de wierrook in de offermandjes, de alomtegenwoordige frangipanibloesem, een vlaag uitlaatgas… Ik hoorde het zachte getinkel van windmobielen en een in de verte tokkelende gamelanspeler. Thuiskomen is een zintuigelijke, lichamelijke gewaarwording. Je weet met je hele zijn dat ‘het’ hier is.
We kennen het leed dat gepaard gaat met je land te moeten verlaten. Met alles wat andere mensen voor ons hebben meegemaakt. Mijn vader moest weg uit Indonesië. Het land doorspartelde een gitzwarte periode in 1965, waarbij naar schatting een miljoen mensen werden gedood. Dat soort leed beleven we indirect opnieuw wanneer we zien, horen en lezen over mensen in gelijkaardige situaties van onderdrukking en oorlog. Wat zal dat opleveren voor de kinderen van Gaza, Congo en Soedan? En hun kinderen?
Wetenschappers waarschuwen nu al wat de fysieke gevolgen van oorlog, ondervoeding en honger zijn. Volgens artsen en voedingsdeskundigen zijn zelfs de kinderen die het gebrek aan voeding, de voortdurende bombardementen, besmettelijke ziekten en psychologische trauma’s overleven veroordeeld tot een leven vol gezondheidsproblemen.
Onze kinderen
Het is dan ook crimineel hoe politieke partijen zoals het Vlaams Belang net kinderen gebruiken als een spilfiguur in hun wansmakelijke campagnes. ‘Onze kinderen’. Voor alle duidelijkheid: dat zijn de witte kinderen hé. Wanneer je je verslikt in hun dystopische herbevolkingsbrochure van ‘Maak sneller en meer kinderen en krijg er centen voor’, vergeet dan niet dat het om witte kindjes gaat.
Dat staat er niet. En dat is ook niet nodig, hondenfluitjes werken zonder dat iedereen ze hoort. Vlak voor de verkiezingen willen ze nog snel hun racistische imago wat dempen om een breder aantal misnoegde, twijfelende kiezers te verleiden tot het uitbrengen van een ‘proteststem’.
Maar het is niet enkel de anti-democratische, extremistische partij die probeert je stem te winnen met doelgerichte narratieven rond kindersnoeten. Ook de meer gematigde, edoch conservatieve, types toeteren over abortus want ‘een ongeboren leven is ook een leven’. Tezelfdertijd doen ze moeilijk over de verhoging van de middelen voor en capaciteit in de crèches en knijpen ze een oogje dicht voor illegale pushbacks waarmee ook kinderen buiten de grenzen van de Europese Unie geduwd worden.
Wars van een eenzame politicus op het eerder linkse spectrum zwijgen ze ook in alle landstalen over de duizenden dode kinderen in Gaza. Over de kinderslavernij in de ex-kolonie. Hoe pro life ben je dan? Geloven zij nu echt dat we nog in hun pseudo-humanitaire bullshit trappen?
Baby’tjes lijden in de armen van uitgeputte moeders in Gaza. Ze lijden in onze Vlaamse crèches omdat de noden de zorgcapaciteit overstijgen. Maak meer kinderen? Laat ons eerst de kindjes die er al zijn veilig houden, hier én daar.