Laat ons elkaar wat gunnen, maar geen ongelijkheden

Column

Corona legt bloot wat essentieel is en wat niet

Laat ons elkaar wat gunnen, maar geen ongelijkheden

Laat ons elkaar wat gunnen, maar geen ongelijkheden
Laat ons elkaar wat gunnen, maar geen ongelijkheden

De coronacrisis legt bloot welke Belgen meer of minder de leest zijn waarop het beleid is geschoeid, ziet MO*columniste Naima Charkaoui. ‘De Kerst vierende Belg is dat meer dan de Eid vierende. De belezen Belg met kredietkaart is dat meer dan de Belg die een aankoop uitstelt tot het niet anders kan.’

© Charis Bastin

‘De coronacrisis legt bloot welke Belgen meer of minder de leest zijn waarop het beleid is geschoeid. De Kerst vierende Belg is dat meer dan de Eid vierende, de belezen Belg met kredietkaart meer dan zijn landgenoot zonder.’

© Charis Bastin

De coronacrisis legt bloot welke Belgen meer of minder de leest zijn waarop het beleid is geschoeid, observeert MO*columniste Naima Charkaoui. ‘De Kerst vierende Belg is dat meer dan de Eid vierende. De belezen Belg met kredietkaart is dat meer dan zijn landgenoot die de aankoop van een kledingstuk uitstelt tot het echt niet meer anders kan.’

We hebben het afgelopen jaar veel gediscussieerd over winkelen. Over winkels die dicht moesten, weer open en dan weer dicht. Over funshoppen, overvolle winkelstraten en drukte bij de pakjesbezorgingsdiensten. Er is sinds 2020 sprake van ‘essentiële’ en ‘niet-essentiële’ winkels, maar het verschil daartussen is niet altijd zo duidelijk.

Een kledingwinkel is zogenaamd niet-essentieel. Maar wat als je enige jas het tijdens een koude herfstweek begeeft? Dan sta je letterlijk in de kou. Of wat als het enige paar warme schoenen van je kind plots hopeloos te klein is? Dan is het wél essentieel om snel een ander paar te kunnen aanschaffen. De hoeveelheden pakjes die worden rondgebracht illustreren alleszins hoe essentieel veel producten voor ons blijken te zijn.

Online kopen, dat is zogenaamd het alternatief om drukte in de winkelstraten te vermijden. Maar — het zou een open deur moeten zijn — online winkelen is niet voor iedereen een optie. De drempel is voor velen té hoog, en niet alleen mensen in armoede. Je hebt een computer of smartphone met internetverbinding nodig, je moet vaardig zijn in online betalen én, last but not least, je hebt veel vertrouwen nodig: in je eigen kunnen, in de betrouwbaarheid van webshops, in de producten die je koopt (en die hopelijk geen miskopen zijn), in de mogelijkheid om die aankopen ook te retourneren, zonder extra kosten.

'Wat zo goed als afwezig was: bezorgdheid over de belevenis van moslims van hun feestdagen in coronatijd. Geen artikels met tips over hoe het feest zinvol te vieren zonder familie.'

Ik miste de zin voor nuance in de vele kritische commentaren over de massa shoppers tijdens het laatste weekend voor de lockdown. De kritiek vanuit de zorgsector was natuurlijk terecht en begrijpelijk. Met zoveel mensen zo dicht op elkaar gepropt zitten in de winkelstraten wás ronduit gevaarlijk. Maar het is gemakkelijk zwaaien met verwijten over winkelverslaving als je tegelijk zelf achter je computer gezwind je winkelmandjes kan vullen.

Dat boekenwinkels intussen open bleven, deed me – op zich – plezier. De erkenning van boeken als essentieel is voor boekenliefhebbers (zoals ikzelf) een mooie en bijna romantische gedachte. Maar als ik eerlijk ben, wacht ik liever een maand langer op een boek dan op die broodnodige winterjas. En een boek online bestellen is toch een stuk toegankelijker dan een paar schoenen. Bovendien bleven ook de bibliotheken open… Essentieel of niet? Daar valt over te discussiëren.

De “Vlaamse volksaard”

Hetzelfde geldt voor feesten. Kerst is in onze samenleving duidelijk het meest essentiële feest, zo blijkt. Essentiëler dan Pasen, maar ook essentiëler dan bijvoorbeeld het Suikerfeest (Eid-al-Fitr). Natuurlijk is het altijd moeilijk om concrete maatregelen te vergelijken, aangezien ze in andere periodes met andere basisregels gelden. Maar duidelijk is alvast dat de eindejaarsfeesten een publieke en politieke bekommernis zijn zoals geen enkel islamitisch feest dat was.

Een beetje publieke prioriteit waren die laatste toch, maar dan in een heel andere zin. Er was vooral de bezorgdheid, vaak zelfs meer de verdachtmaking, dat moslims de coronaregels niet zouden respecteren.

Wat zo goed als afwezig was: de bezorgdheid over hun belevenis van die feestdagen in corona-omstandigheden. Geen artikels maanden op voorhand met inspirerende tips over hoe het feest zinvol te vieren zonder familie, geen prangende vragen aan politici over ‘Wat met het feest?’ Het Eid blijkt zo niet-essentieel dat moslims zonder meer geacht werden zich voorbeeldig aan de geldende regels te houden.

Deden “ze” dat niet, dan zou dit eens te meer hun onaangepastheid aan “onze” samenleving bewijzen. Kerst daarentegen is zo essentieel dat men nauwelijks opkeek toen half november bleek dat een derde van de Vlamingen niet van plan was zich met Kerst aan de strikte coronaregels te houden. Laat staan dat daarom de “Vlaamse volksaard” in vraag werd gesteld.

'De ene groep kan op mildheid en tegemoetkomingen rekenen, de ander op strengheid en vingerwijzingen.'

Maar goed. Na weken van spanning en speculeren kwam er dan uiteindelijk een comfortabele maand voor datum duidelijkheid. De regering besliste dat er een kleine tegemoetkoming komt voor alleenstaanden, voor één dag. Een mooi gebaar, zeker in het licht van de traditionele aandacht voor ‘eenzamen’ met Kerst. Al wordt het voor die alleenstaanden dus Kerst of niets. Het bevestigt het geprivilegieerde statuut van dit feest (dat ik overigens zelf ook jaarlijks vier).

Niet hetzelfde gewicht

Laat ons elkaar wat gunnen. Ervoor zorgen dat alleenstaanden een extra kans hebben om niet alleen te zijn met Kerst, dat berokkent geen schade aan moslims die géén verzachtende maatregelen kregen voor hun feesten. Net zoals de boekenwinkel die open mocht blijven uiteindelijk geen schade berokkende aan de ouder op zoek naar kinderschoenen.

Het is bij beleidskeuzes niet altijd mogelijk om met alle noden rekening te houden. Er spelen veel factoren en er moeten complexe afwegingen worden gemaakt. Maar het wordt wel problematisch wanneer niet alle situaties met hetzelfde gewicht op tafel komen, niet in het publieke debat en niet in de politieke besluitvorming.

Zo legt de coronacrisis bloot welke Belgen meer of minder de leest zijn waarop het beleid is geschoeid. De Kerst vierende Belg is dat meer dan de Eid vierende Belg. De belezen Belg met kredietkaart die moeiteloos zijn winkelmandje bijeenklikt is dat meer dan de Belg die de aankoop van een kledingstuk uitstelt tot het echt niet meer anders kan, en pas na uitgebreid wikken en wegen.

De ene groep kan op mildheid en tegemoetkomingen rekenen, de ander op strengheid en vingerwijzingen. De coronacrisis bevestigt daarmee nog maar eens de ongelijkheden in onze samenleving en de blinde vlekken in publiek en politiek debat.