“‘Let op voor de wolven’
‘Al wie bovenaan op de hiërarchische ladder staat in welke groepering dan ook, is onderhevig aan het plegen van misbruik van zijn positie,’ zegt Barbara Sarafian. Mentaal gegijzeld worden door andermans wil en chantage is iets waar ze absoluut onverdraagzaam tegenover staat.
Er is die ene denkbeeldige deur, een klein streng bewaakt gat eigenlijk, in die lange en hoge eveneens denkbeeldige muur rondom de aarde die elk van ons zou tegenhouden om te groeien.
Als mens, als carrièremaker, als gelukkig individu. Met dat beeld, die overtuiging die ik hier vrijelijk poneer, zou de meerderheid van de mensen rondlopen.
De idee dat als we door dat deurtje geraken, we dan in het mekka van het succes vertoeven, en niet eens meer hoeven te bewijzen dat we recht hebben op een bestaan en dan nog een succesvol bestaan, dat is een gedachte die heerst. Zolang we niet door die deur geraakt zijn, zijn we gedoemd om tot het einde van onze dagen ongelukkig te blijven en ons openlijk als mislukt te moeten profileren.
De Brits-Zwitserse filosoof en schrijver Alain de Botton schreef er al een prachtig boek over: Statusangst. Hij legt haarfijn uit dat de angst om de status of de paniek rond een statusloos bestaan een fundamentele ziekte is die onze moderne wereld naar de vernieling kan helpen.
Al wie wat bovenaan op de hiërarchische ladder staat - in welke groepering dan ook - is onderhevig aan het plegen van misbruik van zijn positie.
Moeten leven met de kwalijke overtuiging niet uiterlijk te kunnen transformeren naar succes en aanzien is voor miljoenen mensen de hel. Terwijl Sartre al langer zegt dat de hel net “de anderen” zijn. De anderen die je o.a. laten geloven dat die deur bestaat. En in het slechtste geval dat die deur heilig is en je langs hen moet passeren om er een glimp van te kunnen opvangen.
Van directeurs, tot politici, CEO’s tot kaartjesknippers, tot leiders van jeugdbewegingen, tot leerkrachten tot sportcoaches, ouder, tot o.a. filmproducenten….al wie wat bovenaan op de hiërarchische ladder (wat een vreselijke metafoor eigenlijk) staat in welke groepering dan ook is onderhevig aan het plegen van misbruik van zijn positie. Dat is zo.
En als niet-leider, maar gewoon volgzaam mens, heb je alle kansen om je omwille van die conformeringsdrang en zoektocht naar veiligheid gestrikt te weten door een wolf in schapenvacht. Wanneer een man als de uit lamswol opgetrokken vaderlijke figuur Bill Cosby nu beschuldigd wordt van verkrachting na verdoving van ambitieuze vrouwen, die al hun hoop op hem hadden gevestigd om de illusie van de grote doorbraak gesterkt te weten, dan schrik ik daar niet van. Zijn zaak komt na decennia naar buiten.
Vele gevallen van misbruik en groteske psychologische of seksuele terreur blijven doorgaan. En het zal zoals het al eeuwen aan de gang is, om naar dat pietluttige illusoire deurtje te wijzen, tot het einde van de beschaving duren. Het is beschaving. Dan ben ik graag onbeschoft. Ik ben graag een bruutzak.
Ik ben dan ook nooit direct slachtoffer geweest van zo’n figuur. ‘Let op voor de wolven’ kreeg ik thuis steevast te horen wanneer ik de deur uitstapte, al was het maar om te gaan fietsen. Ik antwoordde altijd dat zij moesten opletten van mij. Buiten een onwetende lefgozer tijdens een vakantiejob in de keuken van een restaurant, die de rest van de dag met een paarse wang moest rondlopen, is er nooit iemand ongewenst aan mijn lijf geweest.
Het mentale spel van macht versus onmacht ken ik spijtig genoeg van zeer dichtbij.
Buiten die ene man die ik letterlijk een vreemd bolletje in mijn glas zag gooien op een filmfestival, maar die zelf plots in slaap viel, is die smeerlapperij mij nooit meer te beurt gevallen. Buiten de verloren ziel die in een steegje met zijn broek tot aan zijn enkels stond terwijl hij naar zijn kruis stond te wijzen en ik hem vroeg wat meer in het licht te komen staan omdat ik niks speciaals zag, is er nooit iemand zo dicht mogen komen zonder mijn toestemming. Fysiek. Als vrouw. Het mentale spel van macht versus onmacht ken ik anderzijds en spijtig genoeg van zeer dichtbij. Studie – en werk gerelateerd. En het is ronduit vermoeiend.
Om de een of andere reden heb ik toch een goed instinct kunnen ontwikkelen om onnozelaars van ernstige mensen te kunnen onderscheiden. Belovers, manipulateurs, misbruikers. Psychologisch of seksueel. Als tiener legde ik mezelf een uiterst moeilijke opdracht op: wantrouw niet, blijf vrij en onbevangen, maar zeg nee wanneer iets niet goed aanvoelt. Wanneer een persoon, man of vrouw, je dingen laat doen die je diep van binnen niet wil doen.
Wat de belofte, wat het opgehangen beeld van de beloning ook is, als er in je buik een steek te voelen valt dan stap je weg. Die steek is geen verbeelding. Het bizarre is dat je op die manier eigenlijk even naiëf in het leven staat. Een eerste foute prikkel wordt voor waar aangenomen. Dat heeft iets primairs en wild dierlijks, terwijl in deze wereld gewiekst en geslepen zijn de code lijkt. Ontkennen wat je voelt en meespelen. Ik ben graag de bruutzak met goed ontwikkelde antennes. En dat heeft zowat alles in mijn leven en werk met anderen bepaald.
In feite kan je professionele parcours bepaald worden door het wegstappen, niet andersom. Niet noodzakelijk door verwezenlijkingen. Heel veel zaken gebeuren niet in je leven en carrière omdat een onnozelaar met psychologische issues per se wilde beslissen hoe je gelukkig kon worden: door hem of haar te bevestigen in zijn of haar zelfverklaarde grandeur. Alleen omwille van een positie.
‘Ja, maar juffrouw, dan gaat je droom niet door, dan mag je die opbergen’.
‘Wat weet u over mijn droom, mijnheer’.
‘Ik zie hem in je ogen’.
‘Mijn excuses mijnheer, maar u heeft zonder u het in de gaten had, wellicht heel wat foute boeken gelezen. En mag ik u nu vragen u te vermannen, naar huis te gaan, in de spiegel te kijken en uit te pluizen wat uw precieze droom is? Of hebt u er geen meer, wie heeft hem voor u gebroken, dan?’
Wegstappen, daar zit schoonheid in. Veel ontgoochelingen, verdriet en kracht, maar zeer zeker schoonheid.
Dat is meestal het standaardgesprek dat je vaak of rechtstreeks of tussen de regels hebt mogen voeren. Wegstappen, daar zit schoonheid in. Veel ontgoochelingen, verdriet en kracht, maar zeer zeker schoonheid. Zonder hoongelach. Want ik heb het tegen een beschadigde ziel, een bodemloze, verongelukte ziel.
Het beeld van een glazen plafond ken ik ook. Je kan alles zien gebeuren wat zich daarboven afspeelt, maar je kan er niet aan. Ik heb mezelf aangeleerd dat de conclusie dan duidelijk is. Van onder dat plafond weggaan, een beetje verder gaan staan en ontdekken dat daar de lucht wel open en vrij is. Zelfs als je je professionele ambities tijdelijk moet opgeven. Doordrammen of inbeuken lijkt me nutteloos. Mentaal gegijzeld worden door andermans wil en chantage is iets waar ik absoluut onverdraagzaam tegenover sta.
Het is het ontastbare van onrecht en misbruik dat dit perverse mechanisme teveel ademruimte geeft en maakt dat het al zou oud is als de wereld. Als je lijfelijk wordt aangevallen komen er al ettelijke onderzoeken aan te pas om te bewijzen dat je jezelf niet bezeerd hebt, of verkracht. Als je mentaal, traag of agressief, misbruikt wordt dan voel je je doorgaans zo schuldig tegenover jezelf dat daarbovenop de schaamte kan zegevieren.
Ik zie schaamte als de moeder van alle angsten. Mijn auto is niet nieuw, mijn benen zijn kort, je haren zijn rood… jij kan iets en ik niet. Schaamte om niet vrij in je hoofd te mogen bewegen, is het slot op het schuldbesef. Ik associeer levensbedreigende situaties niet met de strijd om de meeste boterhammen en nog meer van dat verwaands, maar met vernieling. Vandaar, als een ander last heeft van een opgeblazen ego, dan zijn de pogingen om te overheersen van die persoon strikt ongeldig.
Er zijn zaken niet gebeurd, omdat ik als jonge vrouw al niet kneedbaar was in de handen van narcistische mensen die mij beloofden dat ik onder hun controle zou “stralen”.
Hoe succes aanvoelt, is meer gelegen aan het welslagen van de risotto op een avond in de keuken dan wat mijn mogelijke maatschappelijke status zou moeten afstralen. Ik wil dat gerecht onder de knie, niet een ander mens. Het klinkt niet sexy of machtig, maar de smaak van zwarte sneeuw is me niet vreemd. Omdat ik niet meespeelde.
Vandaag hoef ik echt niks meer te doen om een onnozelaar te negeren, het maakt hem kwaad en de gevolgen zijn steeds voelbaar, maar ik mag gerust concluderen dat de adoratie voor zijn eigen status niet meer is dan een donker graf dat hij eigenhandig blijft delven.