De revival van platonische liefde?
“‘Liefde zonder aanraking’
Corona heeft de manier waarop we met elkaar omgaan volledig overhoop gegooid. Plots zitten we allemaal in een lange afstandsrelatie met elkaar. Lisette Ma Neza vraagt zich af hoe je dat doet, liefhebben zonder fysiek contact. Is dit wat Plato bedoelde met de naar hem genoemde vorm van liefde?
Lisette Ma Neza
© Charis Bastin
Corona heeft de manier waarop we met elkaar omgaan volledig overhoop gegooid. Plots zitten we allemaal in een lange afstandsrelatie met elkaar. Lisette Ma Neza vraagt zich af hoe je dat doet, liefhebben zonder fysiek contact. Is dit wat Plato bedoelde met de naar hem genoemde vorm van liefde?
Als het ware alles en iedereen zit ineens in een lange afstandsrelatie. Sommigen van ons zijn samenwonend, gehuwd, of op de een of andere manier nog fysiek in elkaars aanwezigheid. Als de ene ziek wordt, dan de andere ook, dus knuffelen kan in zo’n gevallen nog wel.
Toch geldt dat niet voor iedereen De meesten onder ons zien onze mensen niet meer in levende lijven, voor onze neuzen of bij de voordeur staan. Inclusief onze geliefde vrienden, potentiële dates en zij op wie we (pre-corona) een beetje verliefd begonnen te worden.
Ik heb persoonlijk nooit eerder ervaren hoe anderhalve meter aan kan voelen als de Atlantische oceaan. Zonder bijvoorbeeld rijbewijs en een geldige, met noodzaak beladen reden om het openbaar vervoer te gebruiken, is een paar kilometer verderop tegenwoordig enkel te bereiken via het internet.
Alles wat we voor vanzelfsprekend namen, heeft nu extra veel waarde gekregen.
Ik zit nu wel in Nederland, waar we strenge maatregelen volgen maar toch wat meer mogen dan in andere landen in lockdown. De regeling is net wat anders dan in België. Als de zon schijnt, ben ik buiten en spreek ik iets af. Er hangen grote borden uit die ons herinneren aan de anderhalvemeterregel. Of we ons daar aan houden, is voornamelijk onze eigen verantwoordelijkheid.
Over het algemeen is het aangeraden om zo veel mogelijk thuis te blijven, dus negen van de tien warme dagen besteed ik gewoon lekker op de rode bank bij ons thuis. Ik bel wat vrienden, vrienden die om de hoek wonen en vrienden die in werkelijkheid heel ver weg wonen. We nemen samen online danslessen, herinneren elkaar aan hoe we ons klaarmaakten in badkamers en op toiletten. Hoe gemakkelijk we naar elkaar over konden vliegen. Herinneren elkaar aan autoritjes en hoe we de trein misten omdat we veel te verliefd aan het kussen waren.
Ubuntu en Umoja
Alles wat we voor vanzelfsprekend namen, heeft nu extra veel waarde gekregen. Een schouderklopje bijvoorbeeld, een saaie school- of werkdag met leuke klasgenoten of collega’s. We namen het allemaal voor lief. Of het krappe gevoel van publiek zijn op een drukbezocht festival, maar toch een aantal van je favoriete artiesten live kunnen zien.
Een knuffel van een nieuwe vriendschap als het even niet meer gaat. Of dat moment wanneer je schaterlacht en van het lachen je hand op iemand z’n knie legt. Dat doet een vriendin van mij altijd, heel automatisch. Dat zal ik nooit meer voor lief nemen, dat ik daar niet van opschrikte voorheen. Dat ik de liefde die ze met haar handen toont, niet afwees. Dat doe ik nu wel, uit corona-angst.
‘Waarom vinden we dit zo moeilijk?’, denk ik. Liefde zonder aanraking. ‘Hoe zit dat eigenlijk ook al weer in elkaar?’ Ik duik even terug in de termen, de Griekse filosofische, maar ook, even belangrijk, in de Afrikaanse begrippen over het samenzijn en de liefde. Hoe het in de Bijbel is uitgelegd, en wat de wetenschap erover zegt.
Ubuntu bijvoorbeeld, is een filosofie uit het zuiden van Afrika, die gaat over samenhorigheid. Die niet gaat over ‘Ik denk, dus ik ben’, zoals Descartes filosofeert, maar gaat over ‘Ik ben, omdat wij zijn’. Het collectieve denken.
Als mens hebben we Umoja nodig, dat is een woord in het Kiswahili, dat eenheid betekent. Als mensen hebben we elkaar nodig, we zijn één met elkaar, is deze filosofie. Onszelf van elkaar isoleren voelt voor de meeste mensen zo onnatuurlijk aan, omdat samenhorigheid deel van de identiteit is van ons bestaan.
De beproevingen van deze tijd wakkeren dit gevoel van samenhorigheid anderzijds ook wel heel erg aan. We zijn ons bewust van de tekortkomingen van onze eigen lichamen en die van elkaar, we zijn slachtoffer van eenzelfde pandemie. Dit maakt deels ook dat we naar elkaar toe groeien en er voor elkaar willen zijn, voor elkaar willen zorgen, voor elkaar willen naaien en boodschappen willen doen voor elkaar.
Liefde als vriendschap, liefde uit zorg
Maar deze liefde en de banden met elkaar zijn platonisch, en daar wil ik het over hebben. We zijn het niet gewoon meer om niet aan elkaar te zitten. Te friemelen aan elkaars spullen, elkaar met een handje of een stempelkus op de wang te groeten. Dat was voorheen vanzelfsprekend, zo vanzelfsprekend dat het nu soms per ongeluk nog gebeurt.
Platonische liefde is een vorm van liefde zonder aanraking. Deze term komt van de filosoof Plato, die liefde zonder aanraking boven andere vormen van liefde plaatste. Boven bijvoorbeeld Eros, de liefde die gaat om passie die sensueel, soms seksueel, maar zeker fysiek is.
In dit filmpje van The School Of Life worden een aantal vormen van liefde, volgens de oude Grieken wat beter uitgelegd. Eros, Philia en Agape.
Bij platonische liefde gaat het om Philia, de liefde die aanvoelt als vriendschap en Agape, liefde die je hebt uit empathie, soms medelijden, soms zorg.
Zelfs als het niet gaat over romantische liefde, raken we elkaar graag aan als we een hechte band met elkaar hebben. Een vriendin van mij vertelde over de telefoon bijvoorbeeld over hoe een van haar beste vriendinnen in een week tijd haar vader verloor.
Aan het begin van de week begon de vader wat ziek te worden, na een paar dagen was hij positief getest, hij had het coronavirus. Na weer een paar dagen overleed hij op een van de intensive care-afdelingen hier in Nederland.
Die vriendin van mij mocht er als een van de dertig mensen bij zijn tijdens de crematie, in de plaats van haar oma. Oma wilde niet komen, omdat ze het niet kon zonder haar dochter en kleinkinderen te kunnen omhelzen. En die vriendin van mij, die erbij was, vond het verschrikkelijk. ‘Ik kon haar niet eens knuffelen.’
In dit filmpje over liefde in tijden van ebola zie je hoe dit verlangen naar elkaar knuffelen niet enkel van vandaag is, maar van alle tijden en overal.
Het is tijd om te leren liefkozen zonder knuffels, zonder kusjes, zonder seks, zonder schouderklopjes, zonder dat je elkaars tranen weg kunt vegen.
Ik weet niet zeker of ik het uiteindelijk over dezelfde liefde heb als Plato eeuwen terug precies bedoelde, als ik spreek over de liefde zonder aanraking. Toch laten deze tijden ons zien dat dit de enige soort liefde is waar we nu uit kunnen putten, waar we het nu mee moeten doen: de platonische liefde.
Sabrine Ingabire schreef een paar dagen terug in de Morgen over “consent”, iemand alleen aanraken als je daar de toestemming voor hebt en niet anders. In deze tijden is dat belangrijker dan ooit. ‘Hoe pakken we dit aan?’, denk ik. ‘Hoe zeg je dat je van iemand houdt, als fysiek contact je liefdestaal is?’ Met de echte taal misschien? Met woorden? Of eerder met daden dan woorden?
Ik denk dat dit voor iedereen anders werkt, maar ik denk dat het nu voor iedereen die net zoals ik in Ubuntu gelooft, in het samenzijn, tijd is om te leren liefkozen zonder knuffels, zonder kusjes, zonder seks, zonder schouderklopjes, zonder dat je elkaars tranen weg kunt vegen. Dat is bijzonder moeilijk, maar laten we de liefde zonder aanraking ook echt niet voor lief nemen.