Luxe is geen opoffering

Column

We hebben nog de unieke kans om een goede voorouder te worden

Luxe is geen opoffering

Luxe is geen opoffering
Luxe is geen opoffering

Wie dacht dat de klimaatcrisis ver weg was, is eraan voor de moeite. Wat daar leek, is misschien wel altijd hier geweest, in onze keuzes, schrijft columnist Jan Mertens. ‘Het wassende water nodigt ons uit om een goede voorouder te worden.’

© Brecht Goris

Jan Mertens

© Brecht Goris

Zwijgen en eten. Dat zei mijn grootvader Fons soms terwijl we aan tafel zaten. Zijn woorden verwarden me. Als kind was ik soms bang van de stilte aan de tafel. Mijn zus en ik kwetterden er liever wat tussendoor, alsof we zo een plek konden maken in die stilte. Van dat zwijgen had ik een beetje schrik.

Later begreep ik zijn woorden anders. Hij had twee wereldoorlogen meegemaakt. Met die woorden wou hij me denk ik iets geven.

Het nederige besef dat niets vanzelfsprekend is, dat je eigenlijk elke dag blij zou moeten zijn dat je gewoon te eten hebt, dat het warm is in huis, dat het niet binnen regent, dat er geen oorlog is. Elke dag probeer ik deze gedachte wel even tot me door te laten dringen, als een soort kleine meditatie die me rustig en dankbaar maakt.

Ik schrijf deze woorden in de werkkamer van mijn eigen appartement, waar ik veilig en droog zit. Het is hier het lage deel van de stad. Deze plek is in 1906 serieus overstroomd. Bij het bruggetje over de rivier nabij ons gebouw kun je op een meetlat zien hoe hoog het water toen kwam. Misschien is die meetlat wel een soort grootvader.

Ondertussen blijven de schokkende beelden van de overstromingen elders in het land door mijn hoofd gaan. Situaties die tot nu toe ver weg bleven, aan de andere kant van de wereld, zijn nu hier. Ik probeer me voor te stellen hoe het moet zijn in Eupen, waar ik enkele dagen geleden nog met een vriendin een kopje koffie zat te drinken.

Niet uit de lucht gevallen

Het is goed om eerst even te zwijgen, om de omvang van de menselijke ellende goed te laten doordringen, en je te laten raken. Het is goed om daarna het hoofd te buigen om goed te beseffen hoe kwetsbaar we zijn. Het is goed om in een volgende stap te voelen dat de pijn van een vader die probeert zijn kind te redden in het wassende water ergens in Azië dezelfde is als die van de vader die in die Waalse gemeente op dat dak zat.

De pijn van een vader die probeert zijn kind te redden in het wassende water ergens in Azië is dezelfde als die van een man in een Waalse gemeente.

En daarna kunnen we proberen opnieuw onder ogen te zien dat het water dan wel in angstaanjagende hoeveelheden uit de lucht viel, maar dat deze ramp jammer genoeg niet zomaar uit de lucht kwam vallen.

In dezelfde week van de grote overstromingen stelde de Europese Commissie een pakket voorstellen voor om de EU in de volgende jaren op een pad van een drastische verlaging van broeikasgasemissies te krijgen.

Er zijn heel wat bedenkingen te maken bij het pakket voorstellen. Ik heb die dus ook. Maar ze liggen er nu, ze nodigen ons uit om na te denken en keuzes te maken. De volgende maanden zal een eindeloos politiek gevecht op gang komen, zullen allerlei lobbyisten overuren draaien, en zullen we als politieke gemeenschap die we zijn keuzes maken.

Laten we vooral goed beseffen dat dit een unieke kans in de geschiedenis is. Laten we een stap opzij zetten van het kortetermijndenken dat ons langs alle kanalen wordt ingelepeld, om het ruimere verhaal te zien.

Zonder de grote betogingen van de klimaatjongeren enkele jaren geleden, zou de Green Deal er niet geweest zijn, zouden deze voorstellen er waarschijnlijk niet geweest zijn.

Dit zijn de jaren van verschil. Wij, de volwassenen, die mee verantwoordelijk zijn voor de uitdaging die nu voor ons ligt, hebben de unieke kans om het goede te doen, of om het te verknallen. Die woorden klinken een beetje plechtig, maar het is denk ik goed om af en toe in zo’n beelden te denken, bij wijze van zwijgen tijdens het eten, om toch weer goed te beseffen dat we een onderdeel zijn van een keten in de tijd.

Of ook, om te beseffen dat we de kans hebben om goede voorouders te zijn, zoals Roman Krznaric beschrijft in zijn prikkelende boek. We hebben de kans om onszelf te verrassen, in goede zin dan.

Niet hier, niet wij, niet nu

Jammer genoeg verrassen de reacties van anderen je niet altijd. De voorbije jaren leek de houding van de Vlaamse regering in klimaatkwesties vooral samen te vatten als: niet hier, niet wij, niet nu. Het zijn de anderen die meer begrip moeten hebben voor het feit dat wij zo rijk en ecologisch gulzig zijn.

Het is echt veel te moeilijk om nog veel meer te doen. Pech dus… Ik hoopte dat de eerste reactie van de Vlaamse regering op de Europese voorstellen me in positieve zin zou verrassen, maar dat gebeurde dus niet. Jammer.

De algemene teneur in de krantenkoppen over de Commissievoorstellen zou je kunnen omschrijven als: ‘Jan Modaal zal dit in zijn portemonnee gaan voelen’. Het is de moeite die zin wat nader te analyseren. Wie is Jan? Wat is modaal? En is de huidige portemonneecontext wel zo normaal?

Om met de portemonnee te beginnen. Wat we normaal vinden, is dat eigenlijk niet. De klimaatcrisis is kunnen worden wat ze nu is omdat we systematisch een aantal kosten – als je in dat beeld wilt blijven – uit onze boekhouding hebben geduwd. We beschouwden de atmosfeer als onze vuilnisbak, waarin we dachten al onze zooi “gratis” te mogen dumpen. Maar we zijn – dat blijkt eens te meer – één wereld, en we zijn in zekere zin zelf de atmosfeer.

De ecologische gulzigheid die met de gemiddelde westerse levenswijze gepaard gaat, vergroot de wereldwijde ongelijkheid.

De ecologische gulzigheid die met de gemiddelde westerse levenswijze gepaard gaat, vergroot de wereldwijde ongelijkheid. Zij die het minst verantwoordelijk zijn voor het probleem dragen er de grootste gevolgen van. We hebben dus die portemonnee op een verkeerde manier geconcipieerd. Wat goedkoop lijkt, kon eigenlijk alleen maar zo zijn doordat anderen, aan de andere kant van de wereld of in de toekomst, er wel de volle prijs voor betalen.

Die fundamentele beschouwing neemt niet weg dat naargelang welke keuzes we maken de ene of de andere persoon meer, veel meer, evenveel of minder zal moeten betalen voor sommige dingen.

En dan komen we dus bij Jan. Terecht wordt door velen gewaarschuwd dat verkeerde beleidskeuzes ertoe kunnen leiden dat de armsten het nog moeilijker zullen krijgen. Maar of dat zal gebeuren, hangt andermaal af van de moed die we al dan niet zullen hebben om de juiste keuzes te maken. Hebben we de moed om eindelijk de ongelijkheid aan te pakken? Over welke Jan hebben we het dus?

Gulzige levensstijl

Het is bijzonder cynisch dat sommige politici nu plots de mogelijke effecten op arme mensen aanhalen om niets te moeten doen aan het gedrag van andere delen van de bevolking. Het zijn politici die op andere momenten vooral geen sterk armoedebeleid willen uitbouwen, zoals in het woonbeleid. En het zijn die delen van de bevolking die meer dan genoeg verdienen en door hun grote voetafdruk de grootste verantwoordelijkheid dragen voor de klimaatcrisis.

Als Jan in zijn grote SUV met airco niet in zijn portemonnee wordt aangesproken, zal het klimaatbeleid terecht door velen als onrechtvaardig worden ervaren.

Laten we niet vergeten dat de klimaatcrisis zelf de ongelijkheid versterkt, ook in ons land, bijvoorbeeld door hittestress waar arme mensen zich het moeilijkst tegen kunnen wapenen. De juiste keuzes maken wil zeggen: die Jan op een voor iedereen waarneembare wijze in zijn portemonnee aanspreken. Jan, die in zijn grote SUV met airco op weg is naar een toonmoment waarop hij mogelijk zijn derde huis zal kopen, als goede belegging uiteraard. Als dat niet gebeurt, zal het klimaatbeleid terecht door velen als onrechtvaardig worden ervaren.

En wat is modaal? Dit is een moeilijke, maar ook hier is het even nodig om te zwijgen bij het eten. Het zou vanzelfsprekend moeten zijn dat iedere burger van ons land op een waardige en duurzame wijze kan leven. In een goed huis, met voldoende gezond voedsel, met goed onderwijs, met goede gezondheidszorg, in een veilige en gezonde omgeving.

Die dingen kun je op zo’n manier organiseren dat ze uitbreidbaar zijn naar iedereen, en dat ze ook volhoudbaar zijn, en dus het uitzicht op zo’n leven voor onze kinderen niet belemmeren. Maar de levensstijl die wij nastreven als “norm”, heeft in feite een voetafdruk die mondiaal gezien te gulzig is. We noemen het modaal, maar eigenlijk is dat problematisch.

Genoeg betaalbare energie hebben om je woning te verwarmen in de winter, liefst in een goed geïsoleerde woning, kun je als een recht beschouwen voor elke burger. Genoeg energie ter beschikking hebben om drie keer per jaar een intercontinentale vlucht te nemen, kan geen recht zijn. Dat is een gulzig voorrecht van een elite. Het eerste is een sociaal probleem wanneer het niet kan, het tweede niet.

Wanneer we de keuze maken om een of ander stelsel van koolstofbelasting in te voeren, zou het verschil tussen de twee dan ook duidelijk moeten zijn, anders zijn we andermaal onrechtvaardig bezig.

Waardig leven voor iedereen of luxe voor sommigen?

Het is goed dat we onszelf weer aanleren om na te denken over het verschil tussen wat essentieel is en wat een luxe is. Als mensen steeds maar weer roepen dat ‘niemand erop achteruit mag gaan’, dan verdient dat toch stilaan enige nuance. Een rechtvaardig klimaatbeleid zal de ecologisch meest gulzigen, in binnenlands en in mondiaal perspectief, moeten oproepen en aansturen om hun voetafdruk effectief te verkleinen.

Het is eigenlijk merkwaardig dat we dat omschrijven als een vorm van ‘opoffering’. Het is alsof we het een normale formulering vinden dat iemand die al 114 paar sneakers heeft het een opoffering zou vinden dat hij er niet nog eens 23 bij mag kopen. Niet zien dat er niets modaals of normaals is aan zoveel sneakers wil zeggen dat je stilzwijgend aanvaardt dat anderen het offer betalen, in hun levensverwachting en in hun portemonnee.

Je luxe modaal vinden, is stilzwijgend aanvaarden dat anderen het offer betalen.

En ja, sommigen zullen er dus in sommige opzichten op achteruit moeten gaan, opdat anderen een beetje vooruit kunnen gaan. Laten we dus steeds zorgvuldig de woorden kiezen die we gebruiken om het verschil te maken tussen waardig leven voor iedereen en luxe voor sommigen.

Ik ben blij dat ik in mijn hoofd de stem van mijn grootvader kan horen. Hij helpt me om minder toe te geven aan de impuls van het kortetermijndenken en me meer te oefenen in een vorm van ‘kathedraaldenken’ zoals Krznaric dat omschrijft.

Mijn grootvader nodigt me uit om zelf een goede voorouder te worden. We hebben de unieke kans om in de keuzes die we de volgende jaren maken onze kleinkinderen een beslissende stem te geven. Wat een hoopvolle gedachte.