Martelaarschap: een keuze?

Column

Martelaarschap: een keuze?

Martelaarschap: een keuze?
Martelaarschap: een keuze?

In 2013 kwamen 7291 burgers om door zelfmoordaanslagen. Dat is een derde meer dan twee jaar eerder. Zij die zo’n aanslagen plegen, staat vaak het ‘martelaarschap’ voor ogen. Martelaarschap zit in de lift: het drijft vrijwilligers naar de jihad, het vormt een motivatie voor aanslagen allerhande,… en het is door de onthoofdingen van IS ook opnieuw ons westerse discours binnengedrongen.

Klassiek is een martelaar ‘iemand die om zijn geloof niet te verzaken zijn leven offert’. Het martelaarschap is getuigen van een bepaald geloof ten alle prijze, ondanks martelingen en tot en met de dood. In het Westen kennen we martelaars vooral uit de christelijke traditie. U kent de beelden wel: doorboord met pijlen, geradbraakt of gevierendeeld. Ook in de islam houdt martelaarschap in eerste instantie verband met het standvastig belijden van het islamitisch geloof, ondanks beproevingen.

Daarnaast kent de islam nog een omstandige leer over (soorten) martelaars, onder meer over zij die sterven terwijl ze de jihad uitvoeren. Ook andere religies of overtuigingen kennen hun martelaars. In alle gevallen geven geloofsgenoten een gemeenschappelijke betekenis aan de dood van de martelaar, die zo voortleeft in het collectieve geheugen. Martelaars zijn geen slachtoffers, maar helden die een gerechtvaardigde prijs betalen voor een gemeenschappelijk doel.

Zelfopoffering

Vandaag kunnen wij het ons moeilijk voorstellen om ‘ons leven te offeren om ons geloof niet te verzaken’. Welk geloof zou voor ons vandaag nog sterk genoeg zijn? Gelukkig maar. Martelaars worden nu vooral figuurlijk ingeroepen, zoals klokkenluiders die worden ontslagen. ‘Klassiek’ martelaarschap springt elders in de wereld echter meer dan ooit in het oog, met name bij het geweld in het Midden-Oosten dat religieus geïnspireerd of geframed wordt. Velen maken de keuze voor ‘zelfopoffering’ met een explosievengordel of bomauto, met duizenden slachtoffers als gevolg. Maar het martelaarschap heeft ook een stevige status bij strijders. Elke gesneuvelde strijder van IS wordt door deelgenoten gezien als een martelaar voor het collectief en versterkt het discours van de ‘rechtvaardige zaak’.

Door de theatrale wijze van moord, de symboliek van onthoofdingen, de verspreiding via de media en de reactie van beleidsmakers en publieke opinie, zijn zij ‘onze’ martelaars geworden.

Our way of life

Westerse slachtoffers van bijvoorbeeld zelfmoordaanslagen werden tot nog toe – terecht – vooral gezien als onschuldige slachtoffers van waanzinnige terreur. Bij de recente onthoofdingen van westerse gijzelaars door IS is dat anders. Het martelaarschap doet ook bij ons opnieuw zijn intrede.

De onthoofde westerse journalisten of hulpverleners zijn in de perceptie immers niet louter slachtoffers van terreur. Door de theatrale wijze van moord, de symboliek van onthoofdingen, de verspreiding via de media en de reactie van beleidsmakers en publieke opinie, zijn zij ‘onze’ martelaars geworden. Alsof zij gedood en gemarteld zijn omdat ze ons geloof, onze manier van leven, onze normen en waarden niet afzweren. Alsof zij apostelen waren van onze waarheid, rechtvaardigheid, vrijheid en ‘our way of life’.

Martelaars tegen wil en dank

De laatste gijzelaar die werd onthoofd - Peter Kassig - had zich eerder naar verluidt oprecht bekeerd tot de islam. Alles wijst er op dat ook de andere gijzelaars niet voor een geloofskeuze werden gesteld, maar in een afschuwelijke propaganda werden ingezet als onfortuinlijke pionnen. Zij zijn slachtoffers van onmenselijke brutaliteit in een vergiftigd conflict. Meegesleurd in een discours van beschaving tegen barbarij, zien wij de slachtoffers langs onze kant echter niet meer als dusdanig, maar wel als ‘martelaars’. We ontnemen hen zo het slachtofferschap en bedelen ze een actieve rol toe in een strijd die niet de hunne was. Zij probeerden net de gruwel van het aanhoudend falen van de internationale gemeenschap onder de aandacht te brengen, of de kost van dat falen te helpen lenigen.

In zekere zin mogen - en moeten - martelaars sterven voor de goede zaak. Amerikaanse families van gijzelaars zijn verbolgen over het feit dat ze onder geen beding – op straffe van vervolging - mogen onderhandelen met de gijzelnemers van IS. Die bewuste strategie is ingegeven door een politiek-ideologische motieven: aan gijzelnemende bandieten of criminelen losgeld betalen, tot daar aan toe, maar niet aan terroristen. Als gevolg daarvan worden de gegijzelde hulpverleners en journalisten zo als (dode) helden gelabeled in onze rechtvaardige strijd: voor martelaars betaal je immers geen losgeld. Die dynamiek van martelaarschap wordt ons als het ware opgedrongen door IS. En het verspreidt zich als een loopvuur in het Westen.