De maand van Benoit Dhondt
“‘Mensen sterven niet “per ongeluk” aan de Europese grenzen’
© © Konstantinos Tsanakas
© © Konstantinos Tsanakas
Geweld, pushbacks en een hardleerse migratiemaffia: het Europese grensbeleid is onverdedigbaar, schrijft MO*columnist en advocaat Benoit Dhondt. Toch menen wij, Europeanen, geen aandeel te hebben aan de brutale ontmenselijking van mensen op de vlucht. Klopt dat wel?
Volgens het onderzoeksconsortium The Migrant Files stierven er tussen 2000 en 2014 ongeveer 23.000 mensen op weg naar Europa. De VN-organisatie IOM geeft aan dat er sinds 2014 minstens 24.053 mensen de dood vonden op de Middellandse Zee – zeker 910 van hen waren kinderen.
De dodelijkste grens ter wereld bakent een stuk land af dat zijn inwoners omschrijven als ‘een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht’. Mensen drogen uit op zee. Ze verdrinken. Ze raken onderkoeld.
Maar ook aan de Europese landsgrenzen sterven er mensen. Ze stikken in containers. Ze worden omvergereden. Sommigen, zoals Mawda, nu vier jaar geleden, worden doodgeschoten door agenten. En het zijn, zoals Human Rights Watch aangeeft, stuk voor stuk mensen met een huidskleur die wordt geacht bruiner te zijn dan wit.
Op Europese instructies worden er elk jaar tienduizenden mensen teruggesleept naar Libische concentratiekampen.
Deze mensen sterven niet per ongeluk. Het is pas sinds de vroege jaren ’90 dat het aantal mensen die de tocht naar Europa niet hebben overleefd zo is toegenomen.
De vraag of het anders kan is overbodig. Het wás anders. Het aantal doden is evenredig gestegen met de fortificatie van de Europese buitengrenzen. Hoe “sterker” de grens, hoe dodelijker.
Deze mensen sterven ook niet in een vacuüm. Ze sterven te midden van excessief, Europees geweld dat men ontplooit om ervoor te zorgen dat zo weinig mogelijk mensen van kleur voet aan land kunnen zetten op Europese grond. Dat is het enige doel.
Europese landen hebben daartoe akkoorden gesloten met meneer Erdogan (Turkije), met meneer Al-Sisi (Egypte), meneer Afewerki (Eritrea), meneer Al-Bashir (Soedan), en de zogenaamde Libische kustwacht.
Europese instructies
Het vuile werk wordt overigens niet alleen uitbesteed aan autocraten. Lidstaten als Kroatië, Griekenland, Spanje, Bulgarije, Polen en Hongarije doen gretig mee aan het routineuze geweld dat op mensen aan de grens wordt losgelaten. Mensen worden geslagen, van hekkens geschoten, ontvoerd, bespot, gefolterd en teruggeduwd.
Op Europese instructies worden er sinds 2017 elk jaar tienduizenden mensen, onder wie zwangere vrouwen en kinderen, teruggesleept naar Libische concentratiekampen.
Het geweld is gewild. Er wordt een enorm budget voor vrijgemaakt en het wordt zorgvuldig gepland.
Wat hen daar wacht is bekend: ze worden er gemarteld, verkracht en verkocht. Organisaties als Alarm Phone rapporteren ondertussen hoe Europese instanties exact weten waar schepen in nood zich bevinden en zonder verpinken honderden mensen laten verdrinken.
In Europa maken goede, democratische burgers zich zorgen over de opkomst van extreemrechts, terwijl de orde van de dag inhoudt dat ontelbare mensen aan brutale ontmenselijking worden blootgesteld, omdat ze hopen een voet te zetten in die ruimte van vrijheid, veiligheid en recht.
Stond de bovenstaande geweldscyclus in een extreemrechts partijprogramma, die partij zou unisono verketterd en bestreden worden. Maar als reëel bestaande praktijk wordt het maar op schouderophalen onthaald.
Zijn wij, Europeanen, anders?
Ik wil u niet wakker schudden. Deze gruwel duurt al decennialang. Iedereen is min of meer op de hoogte, niemand grijpt in. Dat zie ik niet veranderen. We kunnen ons niet verschuilen achter onwetendheid.
We kunnen ons ook niet verschuilen achter machteloosheid. Dit zijn geen natuurrampen. Dit “overkomt” mensen niet, het wordt hun actief aangedaan. Het geweld is gewild. Er wordt een enorm budget voor vrijgemaakt, het wordt zorgvuldig gepland.
Grensbewaking in Europa is ondertussen een bijzonder lucratieve en hoogtechnologische industrie die ongetwijfeld wil blijven groeien. Europese instellingen geven evenwel aan dat het geweld noodzakelijk is om Europeanen fysiek te beschermen en om hun bewegingsvrijheid in stand te houden.
Dat de veiligheid en vrijheid van mensen van kleur een pasmunt is voor de veiligheid en vrijheid van Europeanen is op zich al een erg cynische een veelzeggende stelling. Maar het punt is dat men zegt die gruwel voor ons, Europese burgers, te organiseren en dat wij geen vinger uitsteken om dat te verhinderen.
De enige verklaring voor onze rol in dat geweld is een verpletterende onverschilligheid. We zijn niet alleen onverschillig voor het leed dat we veroorzaken, maar ook voor het feit dat wij dit leed veroorzaken.
Als de tijd ooit komt dat Europeanen opnieuw moeten vluchten, zullen ze zich willen beroepen op bepaalde principes en verdragen.
Hoewel we het geweld zelf organiseren, menen we er op magische wijze geen aandeel aan te hebben en er niet door te worden geraakt.
We bevinden ons schijnbaar niet in dezelfde werkelijkheid als onze slachtoffers en doen er alles aan om die illusie in stand te houden.
De aanklacht van Aimé Césaire in zijn Discours sur le colonialisme uit 1955 heeft nog niets aan relevantie en actualiteit ingeboet:
Een beschaving die de ogen sluit voor haar meest cruciale problemen is een zieke beschaving. Een beschaving die losjes omspringt met haar principes is een stervende beschaving. Nog steeds kan Europa zichzelf niet legitimeren op grond van de Rede of de Moraal. Nog steeds zoekt het zijn toevlucht in een ondraaglijke hypocrisie.
Nog steeds is Europa onverdedigbaar. Een beroep doen op moraal of rede lijkt dan ook zinloos. Liever laat ik mijn cynisme de vrije loop en doe ik een beroep op iets wat de Europeaan nog écht lijkt de appreciëren: een verzekeringsmentaliteit.
Voor de gemiddelde Europeaan is het helemaal ondenkbaar dat hij zelf ooit aan de ontvangende kant van dit soort geweld zal staan en volstrekt rechteloos zal zijn. Maar aan welk fundamenteel onderscheid denkt de gemiddelde Europeaan die arrogantie te kunnen ontlenen?
Denkt er iemand werkelijk dat er een objectief en duidelijk verschil bestaat tussen hemzelf en de mensen die we in kampen hebben ondergebracht, de mensen in containers, de mensen van wie de lichamen teruggevonden worden in de vloedlijn?
En op welke grond denkt de Europeaan precies dat hem een dergelijk lot bespaard zal blijven. Zijn koopkracht? De witheid van zijn huid?
Kapitaal zal vroeg of laat doen wat kapitaal doet: een volgende markt opzoeken, wars van elke identiteit die mensen menen te kunnen ontlenen aan hun kleur, geslacht of de gemeenschap waartoe ze denken te behoren.
Principes en verdragen
Dus laat mij noodgedwongen, niet anders lijkt te werken, even voor verzekeringsmakelaar spelen.
Als de tijd ooit komt dat Europeanen opnieuw moeten vluchten, als de tijd ooit komt dat Europeanen zich gedwongen zien te vertrekken omdat er geen enkel economisch perspectief meer is, als de tijd ooit komt dat hun habitat onleefbaar is, dan zullen ze zich willen beroepen op bepaalde principes en verdragen.
Als Europeanen zich in transit bevinden, overgeleverd aan de grillen van vreemde overheden, zullen ze zich willen kunnen beroepen op teksten die stellen dat alle mensen vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren zijn, begiftigd zijn met verstand en geweten, en dat zij zich jegens elkander in een geest van broederschap horen te gedragen.
Ze zullen willen kunnen zeggen dat iedereen die rechten heeft, zonder enig onderscheid van welke aard ook, zoals ras, kleur, geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale of maatschappelijke afkomst, eigendom, geboorte of andere status.
Ze zullen willen kunnen zeggen dat iedereen het recht heeft op leven, vrijheid en onschendbaarheid van zijn persoon. Dat iedereen het recht heeft, welk land ook, met inbegrip van het zijne, te verlaten.
En ze zullen willen kunnen zeggen dat iedereen het recht heeft om in andere landen asiel te zoeken en te genieten tegen vervolging.
Maar als Europeanen zich ooit willen kunnen beroepen op de gelijkheidsbelofte die vervat zit in mensenrechtenverdragen, zonder dat wie ze tegenover hen hebben in lachen uitbarst, moeten ze de erkenning van de inherente waardigheid en van de gelijke en onvervreemdbare rechten van alle leden van de mensengemeenschap eindelijk ernstig nemen.
Tot dan is en blijft Europa onverdedigbaar.