Een eindejaarsshow zonder CO2-uitstoot, is dat haalbaar?
“‘Mijn planeet, mijn vrijheid’
Stel dat je een eindejaarsshow zou moeten maken zonder CO2-uitstoot, is dat haalbaar? Nu hij zich volop aan het voorbereiden is voor zijn eindejaarsconferentie, stelt Bert Gabriëls zich deze vraag. En hij botst daarbij al gauw op enkele limieten.
Omdat ook het klimaatdebat onder het fileermes moet in m’n eindejaarsconferentie, hebben we als experiment de productie van deze show onderworpen aan een klimaattest. Stel dat je een eindejaarsshow zou moeten maken zonder CO2-uitstoot, is dat haalbaar? Het vervoer van mezelf en techniek kan elektrisch, met een deelwagen. Voor het decor stond er nog bruikbaar materiaal bij een paar collega’s, en ook het kostuum is recyclage. Dat ik tijdens m’n eindejaarsoptreden de schoenen aan heb van Geert Hoste is daarbij als grap mooi meegenomen. Maar de vraag is natuurlijk of zulke spielerei eigenlijk wel zin heeft, en wat dan de boodschap zou moeten zijn.
De vraag is natuurlijk of zulke spielerei eigenlijk wel zin heeft, en wat dan de boodschap zou moeten zijn.
Een pluspunt is dat je wel iets bijleert. Dat er niet altijd laadpalen staan bij de theaterzaal bijvoorbeeld, zelfs niet in vele, soms gloednieuwe ondergrondse centrumparkings, en dat je een tankstation vanaf kilometers ver ziet staan, maar een laadpaal nooit. Ook dat alle theaters groene stroom geleverd krijgen, via het Vlaams Energiebedrijf, maar dat de opbrengst ervan niet echt in duurzame energie geïnvesteerd wordt, maar in een groot bedrijf als Engie. En dat ik perfect met het openbaar vervoer naar een optreden kan, als ik het zou zien zitten om de terugweg met de fiets te doen.
Het meest zinvolle van die hele grap is echter, dat ik nu weet dat ik niet de vrijheid heb om géén deel van het probleem te zijn. Ik las onlangs dat de ceo van de Antwerpse haven een plan klaar heeft om het volledige havenbedrijf fossielvrij te laten draaien. Mijn werk is niet meer dan het vertellen van moppen, en mij lukt het niet om mijn werk niet te doen zonder een fractie bij te dragen aan de rommel die mijn nageslacht gaat mogen opruimen. Zonder die vrijheid zie ik niet in hoe we tot een oplossing komen.
Dat je Antwerpen niet binnen mag met een oude diesel, tenzij je hem parkeert op een cruiseschip, is een sketch, geen beleid.
Ik vind niet dat mensen de auto moeten laten staan. Integendeel. Vooral iemand die niet zonder kan, moet de volle vrijheid hebben hem te gebruiken. Dat je Antwerpen niet binnen mag met een oude diesel, tenzij je hem parkeert op een cruiseschip, is een sketch, geen beleid. Er zijn nu ouderen voor wie het verboden is één keer per maand met hun diesel de stad in te rijden, terwijl hun kinderen met hun nieuwe SUV wel dagelijks heen en weer gaan. Dat is geen oplossing. Alleen de vrijheid om de auto te laten staan, kan bijdragen aan een echte oplossing. Voor mijzelf zou dat betekenen dat er ook na 22 uur nog een trein rijdt. Ik zeg maar iets.
Ik vind niet dat mensen vlees moeten laten. Het is namelijk lekker. Als het eten van vlees, zoals we het nu organiseren, een miljardenfactuur gaat sturen naar onze kleinkinderen, dan vind ik het voor mij persoonlijk wel raadzaam om een poging te doen om die kost te beperken. Dat wil niet zeggen dat ik geen vlees meer wil eten, dat wil zeggen dat ik vind dat iedereen vlees moet kunnen eten, ook mijn kleinkinderen. Maar dan moet er wel een alternatief zijn.
Die vrijheid is er niet, als ik in een brasserie met honger van tafel ga omdat ze denken dat een keutel tofu en een raap een maaltijd is, of als ik thuis volkomen smakeloze potpourri van groenten zit te eten, omdat in het boek van Jeroen Meus maar acht veggie gerechten staan, van de honderd. Ik heb ooit een Indiër horen klagen dat je in Londen nergens fatsoenlijk kan eten, gewoon omdat we hier zonder de smaak van vlees of vis niks voor mekaar krijgen.
Een oproep om thuis te blijven paste niet in m’n businessplan.
Als er iets is wat mijn mager en mislukt experiment mij heeft bijgebracht, is heel oprecht het gevoel helemaal niet vrij te zijn om te kiezen wat ik hier nog te betekenen heb, voor mijzelf, voor mijn vrienden, voor mijn land, voor mijn kinderen.
Een groot deel van de uitstoot van mijn theatervoorstelling bestaat uit de verplaatsingen van het publiek. Een oproep om thuis te blijven paste niet in m’n businessplan, maar we hebben wel een leuke actie klaar. Iedereen die met de fiets naar het theater komt, krijgt een maand lang de krant De Standaard digitaal, en kan ook mijn vorige voorstelling gratis online bekijken. Als we op die manier een aantal mensen serieus kunnen doen overwegen de fiets te nemen, kunnen zij ook alvast ontdekken of ze die vrijheid hebben, of niet.