“‘Misselijk van disruptie’
Het laatste nieuwe modewoord, disruptie, wil columnist Ben Caudron niet meer horen of zien. 'Acute misselijkheid overvalt me als alweer de loftrompet wordt gestoken over deze lege container van het moment.'
Of ik zijn vorige e-mail misschien niet had ontvangen, vroeg een kennis.
Ik was net terug uit de Pays d’Oc waar ik me zorgvuldig had afgesloten voor alles wat op digitale communicatie leek en me opnieuw had overgegeven aan de geneugten waarover naamloos geworden troubadours het al hadden.
M’n ziel smeekte om de tijd die bestond uit platanen, ijsgekoelde anijsdranken en de diepste blikken van de godin te rekken, maar moest uiteindelijk de duimen leggen voor mijn neiging tot plichtsbewust handelen. Ik ploegde door de massa’s berichten die er maar niet in slaagden mijn belangstelling te wekken en collectief in de prullenmand terechtkwamen.
Spookschrijver
De verdwenen e-mail was afkomstig van een brave borst die ik ontmoette bij een boekvoorstelling. Ik was daar op uitnodiging van de uitgeverij en was verondersteld iets zinvol te zeggen – u vergeeft me dat ik vergeten ben waarover het boek ging en of ik erin geslaagd ben het publiek te onderhouden.
Waarom de man veroordeeld is te opereren in de schaduw van schrijvend Vlaanderen, weet ik niet.
Ik herinner me alleen hoe fier de man was wiens naam op de cover stond en hoe verveeld zijn zeer duur uitziende vrouw voor zich uit staarde. Alleen als de burgemeester – die ook present was – het woord nam, leek ze heel even te ontwaken uit haar verwende onverschilligheid.
De zender van de verdwenen e-mail was daar omdat hij het boek had geschreven. De man is spookschrijver. De vriend van uitgevers die een voorliefde hebben voor mensen die geen twee woorden na elkaar op papier krijgen, bedreven als ze zijn met spreadsheets en andere dingen die managers de nodige sérieux moeten geven.
Waarom de man veroordeeld is te opereren in de schaduw van schrijvend Vlaanderen, weet ik niet. Wel dat geen management hype hem zo onbekend is dat hij past voor een volgend boek.
Managerpraat
De titel van het laatste boek dat hij voor één of andere ongetwijfeld zeer belangwekkende man uit een wellicht nog interessantere bedrijfstak had gemaakt, bleek na veel speurwerk de oorzaak van de mysterieuze verdwijning te zijn.
De brave man had de titel van het boek overgenomen in de titel van de e-mail en was daardoor slachtoffer geworden van mijn niet aflatende inspanning om me te beschermen tegen onzinnige praat van hippe managers.
Telkens de enthousiaste cheerleader van dienst een nieuwe goedbekkende maar verder nietszeggende term bedenkt om de aandacht gaande te houden, ben ik verplicht mijn lijst uit te breiden. Die lijst zorgt er dan voor dat alle volgende euforische kreten die e-mailgewijs worden geslaakt linea recta naar de prullenmand verdwijnen, waar hen een trage digitale dood wacht.
Het woord dat mijn e-mailprogramma deed beslissen naar de hoogste fase van cheerleaderterreuralarm te schakelen was ‘disruptie’. Ik kan het niet meer horen. Acute misselijkheid overvalt me als ik alweer een aankondiging van een lezing tegenkom waarin de loftrompet wordt gestoken over wat het ook is dat bedoeld wordt met deze lege container van het moment.
Goeroes
Disruptie (de woordenlijst van de Nederlandse taal kent de vertaling nog niet en mijn spellingcontrole lijkt er ook niet gelukkig mee) verscheen een paar jaar geleden op het toneel om er specifieke gevolgen van de digitale technologie mee te omschrijven. Die gevolgen zouden onverwacht zijn en vooral de gevestigde markten en hun spel verstoren.
Het valt niet te ontkennen dat digitale technologie voor verandering heeft gezorgd, al valt te betwijfelen of deze veranderingen zo onverwacht waren als wordt gesteld in het disruptiediscours. Evenmin is het zeker dat de marktverhoudingen echt zo fundamenteel dooreengeschud werden.
Toegegeven, enkele nieuwkomers zijn er voorlopig wel vrij aardig in geslaagd een positie te veroveren en hebben een pad in menige korf gezet.
‘Disruptie’ werd gebruikt in de weeklachten over de teloorgang van de vorige fase van consumentisme – waarin de wurggreep van enkele grotere spelers nog gevrijwaard bleef van digitale tegenspraak – en ontsnapte steeds vaker uit de mond van de goeroe van dienst die er een snode manier in zag om klanten angstig te maken. Wie het aandurfde de goeroe te negeren, stond geheid een plots overlijden te wachten.
Piramidespel
Onlangs las ik een bericht op de website van een dienstverlener die geld genereert met iets wat lijkt op een piramidespel dat voor sociale spam moet zorgen. Behalve het gebruiksgemak dat in de toepassing ingebakken zit, is er niets nieuws aan, laat staan onverwacht en verstorend.
Disruptie is blijkbaar niet langer iets negatief.
Dat weerhield de auteur er niet van om het spuuglelijke woord te gebruiken, en wel in de laatste zin. Die bestond uit de oproep om te blijven disrupteren. Disruptie is blijkbaar niet langer iets negatief, maar iets om na te streven.
Een onverwachte, verstorende aanval van misselijkheid, gevolgd door een paar stevige, zij het binnensmondse vloeken dwongen me het lezen te staken.
Alleen het vooruitzicht even te ontsnappen aan het geouwehoer, onder een plataan, zwemmend in de diepste ogen van de goddelijkste der godinnen kon me troosten.