Fuck de burger en luister naar de obligatiehouders, zei de Europese Commissie
“‘Het moment van de (Italiaanse) waarheid’
De historische, culturele en institutionele verschillen tussen de lidstaten van de Europese monetaire unie zijn zo groot dat de wal vroeg of laat het schip zal keren, schrijft Ewald Engelen. De macro-economische pijn die de euro landen als Italië bezorgt, leidt ontegensprekelijk tot een politieke reactie die de muntunie zal opblazen.
Ewald R. Engelen
© Iratxe Alvarez
Juli vorig jaar nog heette het in de Staat van de Unie van Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker dat de eurocrisis voorbij was, dat Europa er beter voor stond dan ooit, en dat de tijd van crisisbestrijding achter ons lag en de tijd van voltooiing van het Europese integratieproject voor ons.
Bijna een jaar en een Europese verkiezing later is de crisis echter dichterbij dan ooit. Matteo Salvini, de leider van de Italiaanse rechtspopulistische partij Lega Nord die samen met de linkspopulistische Vijf Sterren-Beweging van Beppe Grillo regeert, wist tijdens de afgelopen Europese parlementsverkiezingen meer dan een derde van alle stemmen binnen te harken.
Fuck de burger en luister naar de obligatiehouders, is het deuntje dat nu al sinds het uitbreken van de eurocrisis in 2010 uit Brussel komt
De ongekend grote electorale winst was voor de eurosceptische Salvini het sein om vol op het orgel te gaan en opnieuw de confrontatie te zoeken met de Europese Commissie over de bestedingsimpuls die de nieuwe Italiaanse regering haar burgers na twintig jaar financieel-economische achteruitgang wil geven.
De Commissie liet terstond weten dat daar geen sprake van kon zijn, dat Italië zich aan de gemaakte begrotingsafspraken moest houden en dat, als ze dat niet deed, een boete niet kon worden uitgesloten. En om maar meteen duidelijk te maken namens wie de Commissie spreekt, schoten daarop de rentestanden op kortlopende Italiaanse overheidsleningen boven die van Griekenland. Fuck de burger en luister naar de obligatiehouders, zei de Commissie, en wie de eurocrisis een beetje heeft gevolgd, weet dat dat nu al sinds het uitbreken van de eurocrisis in 2010 het deuntje is dat uit Brussel komt.
Het illustreert eens te meer hoe schadelijk de euro is. Ja, de economische groei in Italië is ondermaats; ja, de zwarte economie is er groter dan in Noord-Europa; ja, de jeugdwerkloosheid is er schreeuwend hoog; ja, de staatsschuld overschrijdt met 133 procent van het bruto binnenlands product verre het in Maastricht afgesproken maximum van zestig procent; ja, de Italiaanse banken zitten op bergen slechte leningen; en ja, de corruptie is er groot.
Maar denk niet dat dat alleen de schuld is van de Italiaanse politieke en economische elite, zoals de rechtspopulisten in het Noorden van de eurozone menen. Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Maastricht is er geen lidstaat geweest die wanhopiger heeft geprobeerd om aan de eisen van Brussel te voldoen.
De infrastructuur is geprivatiseerd, de arbeidsmarkt is op de schop gegaan, het cultureel erfgoed is naar de markt gebracht, en met man en macht heeft de Italiaanse overheid geprobeerd om de tering naar de nering te zetten. En daarin is ze succesvoller geweest dan de Duitse. Sinds de introductie van de euro heeft Italië vaker een primair overschot (begrotingssaldo voor betaling van rentelasten op schulden) op de begroting geboekt dan Duitsland.
Which country has the most conservative fiscal track record in the eurozone? Hint: it isn’t Germany! This chart from @Brad_Setser cannot be retweeted too often! pic.twitter.com/G8cCliGKzm
— Adam Tooze (@adam_tooze) 5 juni 2018
En dat wil zeggen dat er geen land in de eurozone is waar burgers minder terugkrijgen voor hun belastinggeld dan Italië.
Dat ondertussen de publieke schuldratio (de hoogte van de staatsschulden uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands product) van Italië ondanks al deze inspanningen alleen maar is toegenomen, komt doordat het juk van Brussel averechts werkt: het jaagt geen groei aan, maar perst juist iedere groei uit de economie. Sinds de introductie van de euro stagneert de Italiaanse economie en zijn de besteedbare inkomens van Italiaanse huishoudens alleen maar geslonken.
We hebben het eerder in Griekenland, Ierland, Spanje en Portugal gezien, en zien het nu opnieuw in Italië: ongekozen functionarissen van de Europese Commissie die overheden dwingen burgers te offeren op het altaar van begrotingsevenwicht om welvarende obligatiehouders de zekerheid te geven dat hun geld in veilige handen is, dat wil zeggen: niet verspild zal worden aan uitgaven die de belangen van huidige en toekomstige burgers dienen.
Het juk van Brussel werkt averechts: het jaagt geen groei aan, maar perst juist iedere groei uit de economie
De prominente Duitse socioloog Wolfgang Streeck wijst er al jaren op: de historische, culturele en institutionele verschillen tussen de lidstaten van de Europese monetaire unie zijn zo groot dat de wal vroeg of laat het schip zal keren. En daarmee bedoelt Streeck dat de macro-economische pijn die de euro landen als Italië bezorgt vroeg of laat tot een politieke reactie zal leiden die de muntunie zal opblazen. En als de tekenen niet bedriegen, is dat moment in Italië eindelijk aangebroken.
Streecks redenering gaat als volgt. De periodieke devaluaties van de Italiaanse lire tegen de valuta van de voornaamste concurrenten (lees groot-Duitsland: Duitsland, Oostenrijk, Nederland) waren het Italiaanse equivalent van de periodieke golven van loonmatiging waarmee landen als Nederland, Oostenrijk en Duitsland hun concurrenten een poot probeerden uit te draaien.
In sociaalwetenschappelijk jargon: loonmatiging en devaluatie zijn functioneel gelijkwaardige instrumenten om het concurrentievermogen van de eigen exportsector (tijdelijk) te vergroten. Sinds de introductie van de euro zijn devaluaties uitgesloten en voor loonmatiging mist Italië de instituties: geen Sociaal Economische Raad, geen algemeen verbindend verklaren, geen collectieve arbeidsovereenkomsten en geen gecoöpteerde vakbonden in Italië.
Zolang de euro bestaat, zal het beeld hetzelfde zijn: records aan exportoverschotten in landen als Duitsland, Oostenrijk en Nederland, en geleidelijke verarming van landen als Frankrijk en Italië.
De zogenaamde verlichte Europese elite is net zo goed voorstander van Fort Europa als de rechtspopulistische uitdager
In een prachtig stuk in de laatste aflevering van het Britse periodiek New Left Review beschrijft de Italiaanse journalist Matteo Pucciarelli lucide wat de politieke effecten zijn van de greep van de Commissie op het begrotingsbeleid van Italië. Alle progressieve sociaaleconomische voorstellen van de linkspopulistische Vijf Sterren-Beweging – een gegarandeerd basisinkomen en opschorting van de pensioenhervormingen – worden geblokkeerd door het ‘njet’ van de Europese Commissie omdat ze geld kosten en dus strijdig zijn met de bezuingingsfetisj van het begrotingspact dat de euro moet borgen en de Commissie moet bewaken.
Terwijl alle voorstellen van Salvini’s Lega Nord op het vlak van migratie en vluchtelingen stilletjes op applaus vanuit Brussel kunnen rekenen. Niet alleen omdat ze gratis zijn, maar ook omdat de zogenaamde verlichte Europese elite net zo goed voorstander is van Fort Europa als de rechtspopulistische uitdager. Wat dat betreft verschillen de eurosceptische Salvini en de eurofiele Macron weinig van elkaar: beide hangen de zondeboktheorie aan, dat wil zeggen dat ze al onze sociaaleconomische grieven wijten aan toegenomen etnische, religieuze en culturele diversiteit in plaats van aan de doorgeschoten mobiliteit van kapitaal.
En daarmee laat Pucciarelli op prangende wijze zien wat Europese integratie feitelijk betekent: ongekende politieke privileges voor de factor kapitaal, die worden bewaakt door een buiten-democratische Commissie en door pers en burgers nauwelijks kunnen worden gepolitiseerd, terwijl de onvrede keurig wordt omgeleid via partijen als Lega Nord die cultureel nationalisme voorstaan en electorale munt proberen te slaan uit door pers en politiek opgeklopte xenofobie.
Het is voor burgers te hopen dat de Italiaanse coalitie stand houdt en de kans krijgt een nagel te slaan in de doodskist van dat onzalige monetaire experiment dat euro heet. Al was het maar om te laten zien hoe hol de woorden van Juncker en de zijnen zijn.