“‘De tijd is rijp ’
In 2014 is het 100 jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog begon. In 2014 is het tegelijk 50 jaar geleden dat de Turkse en Marokkaanse migratie naar België startte. Maar hoe goed kennen we de effecten ervan op mensenlevens en de samenleving? Na 50 jaar migratie en vier generaties verder is de tijd rijp om eens bij die verhalen stil te staan.
De tijd is rijp. Maar niet voor getuigenissen die paternalistisch “hier is het beter” beschrijven. Niet voor dezelfde éénzijdige verhalen, die enkel dienen om stereotiepen te bevestigen. Of verhalen die enkel dienen om de verschillen tussen wij en zij nog meer in de verf zetten, die fenomenen enkel culturaliseren en daardoor de persoon in het verhaal vergeten.
Wel is de tijd is rijp voor verhalen uit monde van de mensen zelf, verhalen van vlees en bloed, die een ieder van ons aanbelangen, die ons vertellen tot de essentie terugbrengt.
Wel is de tijd rijp om de kloof tussen de interne en publieke debatten te herzien en te dichten. Nieuwe en oude, vergeten, niet gedeelde, niet vertelde, ongekende, onzichtbare verhalen mogen na 50 jaar uit de koffer gehaald worden. De tijd is rijp. We zijn er klaar voor.
De tijd is rijp om de onbekende fenomenen, ondenkbare realiteiten en onzichtbare processen weer te geven, die handelen over eenieder van ons. Voor onze toekomst, voor de komende generaties.
Zoniet zal herinnering in vergetelheid eindigen. Want tranen hebben kleur. Tranen hebben vaak duizenden kilometers afgelegd. Welke onzichtbare rivieren stromen in het binnenste van velen die hun hoop in een ander land komen zoeken?:
“Ik ben een druppel water. Ik ben een traan. Ik ben een druppel inkt. Ik ben een dauwdruppel die ’s ochtends op het groen ligt, net voor het eerste licht de aarde heeft bereikt. Ik heb eeuwen en eeuwen van reizen achter de rug.
Ik heb mij tussen de vingers van boeren vastgeklampt, in de ogen van de vrouwen die geen tijd hadden om verdriet te hebben, ik ben op de wangen van kinderen blijven kleven. In de hoeven van het vee, dat veel te lang over het land werd geduwd, en dat met zijn laatste energie oorverdovende geluiden voortbracht. Bij momenten zocht ik een weg naar buiten via de droge mond van een boer, die zich in een uitzichtloze armoedecirkel bevond en voor wie de enige oplossing vertrekken was.
Ik heb gevaren in de bloedvaten van generaties, legde de duizenden meters afstand af om te stranden in de Lage Landen. Aan de oevers van de rivier Eufraat zette ik koers naar de Schelde.
Ik heb de baard van de ouderen schoongewassen van piekergedachten, gaf aanleiding tot omhelzing, en wist niet waar te vloeien bij heimwee. Want van alle wegen was heimwee de langste. Er leek geen einde aan te komen. Op het einde van de weg vloeide dat vreemde onbeduidende en ondraaglijke gevoel zelfs niet weg.
Moederloze kinderen, genadeloze vaders als gevolg van harde realiteiten, straatloze en naamloze kinderen, wier speelgoed creatiever was dan het duurste uit de winkels – ook al beseften ze dat zelf niet. Alleen hopeloosheid en radeloosheid zijn gevoelens waar ik niet tegenop kan. Dan laat ik mezelf helemaal gaan en vloei ik in alle richtingen met de wind mee. Ik kom dan terecht in godvergeten oorden, waar de wolken me bang maken en de wind een onbekend lied zingt.
Maar nooit heb ik zomaar vertoefd in een traan. Ik was overal met een missie. Ik reisde en reisde met als eindbestemming waardigheid. Ik diende mijn meester, de deugdzaamheid en de eer. Op momenten van zwakte was mijn geheugen niet helder genoeg en wist ik niet waar te vloeien en te vertoeven. Maar de missie riep al snel en doorboorde mijn hart. Zonder mijn missie ben ik slechts een vervuilde rivier of een vervuild meer. De weg van de gevoelloosheid ligt er droog bij, daar zijn geen tranen. Ook daar snelde ik toe om een toevluchtsoord te zijn.” (Uit Moeders van de Stilte)
Deze tekst is afkomstig uit Moeders van de Stilte door Birsen Taspinar, deze week gepubliceerd door De Bezige Bij Antwerpen.
“In Moeders van de stilte zocht ik samen met drie vrouwen naar een verwoording van hun werelden: alle onbeantwoorde vragen, gesloten deuren, de onuitgesproken woorden, de stille boodschappen, de onoverbrugbare belemmeringen die op hun weg kwamen, de onbeantwoorde liefde en de ondraaglijke lasten.
Moeders van de stilte is een literaire non-fictie, die deze verhalen wil herinneren en tegelijk een eerbetoon wil zijn aan de zovele ongekende strijden van vrouwen die in een ander land het beste willen maken van hun leven. Het boek doorbreekt de betekenisvolle en veelzijdige stilte van mensen die leven in een nieuwe omgeving.”