Door blinde haat gedood in een moment van ongelooflijke kwetsbaarheid
“‘Niet meer veilig in het huis van God’
Honderden doden bij twee gruwelijke aanslagen op gebedshuizen in amper een week. Mijn hart bloedt voor al die gebroken families voor wie djoema of paaszondag nooit meer hetzelfde zal zijn omdat er altijd lege stoelen aan de tafel zullen zijn.
Warda El-Kaddouri
© Brecht Goris
Het is vrijdag 15 maart 2019. Je werkt doordeweeks extra hard zodat je op vrijdagen met de lunchpauze al kan vertrekken om op tijd te zijn voor salaat al djoema – het vrijdaggebed. Net voor je de auto instapt, besluit je naar Al Noor moskee te gaan omdat die route vandaag het snelst is. Je tas met witte djellaba ligt klaar in de koffer. Op het moment dat je je schoenen uittrekt en de moskee binnenloopt, voel je hoe rustig je wordt. Bij elke verrichting tijdens je rituele wassing, wordt de stress weggespoeld. Je denkt aan oma’s heerlijke dampende couscous die op je staat te wachten en aan de lachende gezichten van je familie bij het wekelijks weerzien. Je bereidt je spiritueel voor op het gebed en fluistert een paar keer stilletjes “Allahuakbar”.
Het is zondag 21 april 2019. Het is paaszondag en je hebt dit jaar extra je best gedaan. Het paasontbijt ziet er verrukkelijk uit en de kinderen stralen in hun nieuwe kleren. Ze springen enthousiast rond omdat ze weten dat ze na de misviering straks cadeautjes krijgen. Onderweg denk je aan je ouders, je zus, je broer en hoe lang je ze al niet hebt gezien. Je kan niet wachten om het weekend met ze door te brengen. Eenmaal je de kerk binnenloopt, geeft de herkenbare geur van wierook je een rustig gevoel. Je kijkt naar het beeld van Moeder Maria en dankt haar stilletjes in gedachten. Iedereen rondom je is in stralende feeststemming. Je groet zoveel mensen je kan tot je je familie ziet en je ze in de armen valt.
Ze werden door blinde haat gedood in een moment van ongelofelijke kwetsbaarheid
Beide personages in de verhalen zijn fictief, maar de gebeurtenissen die volgden zijn dat helaas niet. Tijdens het vrijdaggebed vielen in Christchurch, Nieuw Zeeland op 15 maart minstens 50 dodelijke slachtoffers na een terroristische aanslag op de Al Noor moskee en Linwood Islamic Centre. Op paaszondag vielen in verschillende steden in Sri Lanka op 21 april minstens 290 doden door terroristische aanslagen op kerken en luxe hotels.
Op beide dagen werden religieuze momenten en feesten gevierd in wat gelovigen “het huis van God” noemen. Ze werden door blinde haat gedood in een moment van ongelooflijke kwetsbaarheid: tijdens een spirituele meditatie, tijdens het gebed of tijdens de misviering met hun naasten. Ze werden aangevallen op een plaats waar ze zich misschien wel op hun eigen thuis na het veiligst waanden.
Vandaag krijgen kerken in Vlaanderen ironisch genoeg zelfs kritiek als ze vluchtelingen een slaapplek, kleding of eten aanbieden.
Niet alleen gelovige moslims of christenen beschouwen de moskee of de kerk als een veilige plaats. De geschiedenis leert ons dat religieuze gebouwen vaak functioneerden als “safe havens” of asielplaatsen voor mensen op de vlucht voor oorlog, conflict, vervolging, honger of armoede. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bood de Grote Moskee in Parijs onderdak aan honderden joden en verzetslui. Vandaag krijgen kerken in Vlaanderen ironisch genoeg zelfs kritiek als ze vluchtelingen een slaapplek, kleding of eten aanbieden.
Dat de functie van een religieus gebouw zoals een moskee of een kerk dat van een gebedshuis overstijgt, toont de brand van de Notre Dame in Parijs afgelopen week. Geseculariseerd of niet, kerken en moskeeën behoren tot ons cultureel erfgoed en raken ons in het hart.
Bij het lezen van de berichten over zowel Christchurch als Sri Lanka beeldde ik me de slachtoffers in zoals in de verhalen hierboven. Niet als getallen – ‘aantal doden’, ‘aantal zwaargewonden’ – maar als mensen die net zoals jij en ik hun feestdag of hun religie in persoonlijke sferen aan het beleven waren.
Mijn hart bloedt voor al die gebroken families voor wie djoema of paaszondag nooit meer hetzelfde zal zijn omdat er altijd lege stoelen aan de tafel zullen zijn. Welke godsdienst je ook volgt of niet volgt, geen enkel mens hoort zich onveilig te voelen – en al zeker niet in ‘het huis van God’. De daders van deze gruweldaden mogen wat mij betreft gestraft worden zoals de God uit het Oude Testament dat deed: zonder genade.