Open deuren voor discriminatie

Column

Open deuren voor discriminatie

Open deuren voor discriminatie
Open deuren voor discriminatie

Een maand geleden ontvingen de uitbaters van een Antwerpse videozaak een brief. Ze werden imagoverlagend verklaard en moesten een boete betalen. ‘Dat is niet minder dan een open deur voor discriminatie en geeft ons een vreselijk ondemocratische boodschap', zegt Orlando Verde in zijn maandelijkse column.

Op het hippe Antwerpse Zuid, is geen winkel zo hip als de video take out, een eigenzinnige videotheek.

Er is geen andere winkel in de hele wereld waar ik zo veel tijd heb doorgebracht als in de video take out van de Volkstraat. Zo moeilijk had ik het altijd daar om een keuze te maken.

Soms kon ik niet beslissen vóór het sluitingsuur en hoewel ik met lege handen huiswaarts ging, had ik niet het gevoel dat mijn avond verspild was. Ik waande me een filmonderzoeker: uren lang kon ik bladeren door de archieflades die vol zaten met alle films denkbaar.

Oude films, nieuwe films, Vlaamse films,  populaire films en verborgen parels, documentaire, fictie, goeie en slechte films. Ze discrimineerden niet. Ze waren slim genoeg om te beseffen dat iedereen op zoek is naar iets anders en ze deden hun best om niet te beslissen in naam van anderen.

Ze boden wel advies, een selectie, verzameld aan de strakke witte muren en die was even boeiend als verrassend. Recente films; populaire komedies, actiefilms, horrorprenten en drama’s; een eclectische keuze voor de fijnproevers. Boven de lege dvd-dozen hingen er drie uitgeklede veiligheidsmonitors waarop films constant draaiden op de laagste kwaliteit denkbaar, in zwart wit, een kunstinstallatie op zich.

De etalage was ook zuiver wit en bijna altijd leeg: vanop het voetpad kon je niet meteen weten of het over een boutique ging of een chique tandarts, een galerij of een futuristische ontmoetingsruimte waar de meest uiteenlopende mensen elegant door elkaar gleden. Ik zie het nog voor mijn ogen, hoewel ik al en paar jaar geen regelmatige klant meer ben.

Keizerlijke willekeur

Blijven ondernemen met het idee dat ze door de samenleving imagoverlagend werden verklaard, was moeilijker te verdragen.

Een maand geleden las ik een even beleefde als verontwaardigde open brief van de uitbaters van de video take out. Ze waren slachtoffer van een akelige vorm van willekeur waar veel anderen medeslachtoffer van zijn. Ze werden imagoverlagend verklaard. En daarom moesten ze een boete betalen.

Het meest opmerkelijke aan hun brief was het feit dat ze een jaarlijkse boete van 1500 euro niet “de kern van de zaak” vonden: blijven ondernemen met het idee dat ze door de samenleving imagoverlagend werden verklaard, was moeilijker te verdragen.

Volgens het reglement van onze steden, zijn er categorieën van ondernemingen. Er zijn respectabele zaken en imagoverlagende zaken. Beschamende zaken, zeg maar. Lelijke zaken. Denigrerende zaken. Zaken die een blamage zijn voor onze mooie steden. Zaken die we liever uit het landschap zien verdwijnen.

Weg ermee, zonde dat ze geboren zijn, dat we daar een vergunning voor gaven. Een keizerlijk begrip, als je het van dichtbij bekijkt: een groep mensen komt samen en bepaalt wie aan hun kwaliteitseisen voldoet en de rest moet betalen. Of liever niet, want als die niet betalen moeten ze verdwijnen.

Dat leidt natuurlijk tot alle keizerlijke willekeur denkbaar. Gokhuizen zijn imagoverlagend, weg ermee! Casino’s zijn elegant, die doen me denken aan glorieuze badsteden, die mogen zelfs in het regeerakkoord staan.

Hoe men kan instemmen met het idee dat zelfstandig ondernemen beschamend kan zijn, ontgaat me volledig.

Sekswinkels zijn imagoverlagend, boeh! Maar prostitutie verbannen ligt wat gevoeliger, want het zichtbaar gedogen van sekswerkers is een teken van hoe ver onze beschaving is gekomen: dat onderscheidt ons, verlichte geesten, van de barbaren. Kantoren van openlijk xenofobe partijen vormen blijkbaar geen probleem.

Internetlokalen willen we niet, we hebben die niet nodig en wie die nodig heeft moet zich maar een smartphone aanschaffen. En de nachtwinkels, oh, de nachtwinkels. Die moeten weg. Als iemand ‘s nachts iets wil drinken, moet die op café, zoals het hoort; winkelen doe je tijdens kantooruren. En natuurlijk, ook het verhuren van video verlaagt ons imago. Weg.Er.Mee.

Dat de hipste – of meest imagoverhogende, om het juiste taalregister te hanteren – winkel toevallig een videotheek blijkt te zijn, is een jammere zaak. Als het bestuur consequent wil zijn, zal er een uitzondering moeten komen voor een “toch imagoverhogende” zaak, en dat zal alleen maar het arbitraire en discriminerende karakter van die maatregel bevestigen. Hoe men kan instemmen met het idee dat zelfstandig ondernemen beschamend kan zijn, ontgaat me volledig.

Achterdochtig

Dat een groep mensen samenkomt om een lijst te maken van wat ze imago-verlagend werk vinden, is een open deur voor discriminatie. Want wat die mensen aan tafel imago-verlagend vinden is voor anderen juist het omgekeerde. Sommige mensen zijn gelukkig slimmer en beseffen dat iedereen op zoek is naar iets anders en doen hun best om niet te beslissen in naam van anderen.

Daar moest ik aan denken toen ik Noël Slangen aan tafel zag naast parlementslid Kathleen Helsen in De Zevende Dag, tijdens een debat over de recente hervorming rond het B-attest van het secundaire onderwijs.

Slangen slaagde erin om duidelijk te maken welke de risico’s zijn van een klassenraad die zo veel subjectieve macht krijgt. Dat de persoonlijke indruk van leerkrachten een fundamentele rol speelt in deze beslissing en dus wie geen grote affiniteit met een leraar kan opbouwen, minder kans maakt. Dat ouders met minder overtuigingskracht en nadeel zijn voor een leerling. Dat rebellen of jongeren die toevallig een moeilijk jaar meemaken anders worden beoordeeld dan hun rustigere klasgenoten. Dat zelfs vooroordelen een rol spelen in deze beslissingen. Allemaal factoren die absoluut geen plaats mogen hebben in deze delicate equatie.

Waarom heb je vrijheid en advies nodig, als ik kan beslissen wat het beste is voor jou?

Ondanks vele voorbeelden van mensen die na een slecht jaar – en een B-attest – blijven zitten, zich herpakken en verder aan hun toekomst bouwen, beslissen we hen die mogelijkheid te ontzeggen. Maar we moeten niet achterdochtig zijn, klinkt het. Waarom? Volgens Lieven Boeve, Directeur-Generaal van het Katholiek Onderwijs, zijn de deelnemers aan een dergelijke klassenraad ‘geen mensen die vanuit een ivoren toren beslissingen nemen, het zijn mensen die dagdagelijks aan de slag gaan met leerlingen’.

Helsen zegt op haar beurt dat het mensen zijn die ‘zeer ernstig werk leveren’ en ‘niet over een nacht ijs gaan vooraleer ze een beslissing nemen’. Daarom weten ze dus wat goed is voor de leerlingen. Beter dan de leerlingen zelf. ‘Het is niet de vrije keuze die cruciaal is, maar de beste keuze’, durft Helsen te stellen. Waarom heb je vrijheid en advies nodig, als ik kan beslissen wat het beste is voor jou?

Beperkte vrijheid

Elke keer dat we vanuit een machtspositie beslissen wat anderen (niet) mogen, beperken we hun vrijheid en geven we hen een vreselijk ondemocratische boodschap.

Veel mensen hebben argumenten genoeg om achterdochtig te zijn. En niet alleen tegenover ons onderwijssysteem. Want net zoals een groepje beslist dat ons werk imagoverlagend is, beslist een ander dat jongeren geen tweede kans verdienen, dat ze op straat gecontroleerd moeten worden, dat hun kleren niet neutraal zijn, dat hun tradities barbaars zijn of dat ze niet mogen dansen in een discotheek. Redenen om achterdochtig te zijn, zijn er voor veel mensen genoeg.

Zulke discriminatiemechanismen moeten dringend verdwijnen. Of het een commissie is die beslist wat chique genoeg is om te blijven bestaan, een klassenraad die beslist wie genoeg empathie kan aanwakkeren om een tweede kans te verdienen, politieagenten die beslissen wie er verdacht genoeg uitziet om gecontroleerd te worden of buitenwippers die beslissen wie blank genoeg om te laten dansen.

En terwijl we ze voorgoed dicht metsen, moeten we beseffen dat ze open deuren zijn voor discriminatie en we moeten daar heel bewust en voorzichtig mee omgaan, want elke keer dat we vanuit een machtspositie beslissen wat anderen (niet) mogen, beperken we hun vrijheid en geven we hen een vreselijk ondemocratische boodschap.

Tags