Ouderwets

Hoe moet je navigeren tussen alle moderne ontwikkelingen? En hoe weet je wanneer je ongemerkt toch ouderwets geworden bent? Ik zou het willen weten. Soms. Of misschien toch niet.

Een bericht in de krant maakte me vorige week heel gelukkig. Even toch. Ik zag dat een bekende bioscoopgroep films gaat vertonen ‘zonder chips of popcorn’. Jui!

Ik moet het bekennen, een heel klein stukje van mijzelf is behoorlijk onverdraagzaam. Als ik in de bioscoop zit, kan ik eigenlijk helemaal niet tegen

  1. mensen die te laat binnenkomen (en dan ook nog eens tussen alle benen door naar het midden van de rij willen)

  2. de werkelijk vreselijke geluiden van mensen die chips zitten te vreten of mega-emmers popcorn wegschrokken.

Brrr… Maar terwijl ik verder las, verdween de eerste opluchting een beetje. Wie naar een chipsloze film wil gaan, moet extra bijbetalen. Het is blijkbaar ‘luxe’, want je krijgt er wel een glas cava bij. (Ik wil ook helemaal geen cava in de bioscoop, ik wil gewoon naar een film kijken…)

Uit een onderzoek bij de bioscoopgangers was verder gebleken dat mensen die zich storen aan de popcorngruwel ‘tussen 45 en 60’ zijn. Oeps, ik begon meteen te twijfelen. In mijn hoofd is mijn afkeer voor de filmverstoring geheel ingegeven door zuiver artistieke motieven. Maar misschien ben ik wel stiekem een ouwe zeur geworden, die zit te kankeren over hoe vroeger alles beter was.

Doorholmaatschappij

Ik denk vaak aan mijn grootvader. Hij was geboren in 1900 en had een heel groot deel van de 20ste eeuw gezien, voor hij stierf in 1985. Hij had die enorme maatschappelijke versnelling gezien, en bleef daar met verwondering naar kijken. Toen hij stierf, nam ik me voor om altijd verwonderd te blijven, zoals hij, en de tijd nooit helemaal los te laten.

Ik herinner me hoe hij in de kamer stond te kijken, terwijl ik hem aan het uitleggen was wat een videorecorder was. “Wat ze tegenwoordig allemaal al niet kunnen…” Dat was een van zijn standaarduitdrukkingen. Ik heb hem daar altijd voor bewonderd.

Ik ben nog heel lang geen 85 – wel tussen 45 en 60 – en krijg nu soms al schrik van het tempo waaraan de dingen veranderen. Soms heb ik zin om te zeggen: het is wel goed geweest, ik doe niet meer mee. Het is verleidelijk, maar ik wil het niet. Ik wil niet ouderwets worden. Maar ik wil toch ook wel mijn eigen autonomie behouden tegenover de doorholmaatschappij.

Analoog hoofd

Hoe ga je om met de nieuwe communicatiemiddelen? Dat is een interessante vraag. Ik probeer het bewust te doen, probeer zelf steeds te kunnen kiezen wat ik wel en niet wil. Maar ik wil ook altijd fundamenteel open staan om nieuwe dingen te leren kennen.

Het vervelende is dat je je al snel gaat identificeren met dingen die je niet doet, of niet hebt. Ik heb een gewone oude gsm, geen smartphone. Ik wil geen smartphone. Als ik in de trein zit, wil ik geen mails kunnen ontvangen. Als ik ergens naartoe moet in een stad, neem ik een papieren plannetje mee. Ik blijk zelfs het leven zomaar te overleven zonder 4 triljoen apps

Ik twitter niet. Ik heb nu eenmaal niet voortdurend voor de wereld boeiende ideeën die ik de hele dag als druppels uit mijn kraan kan laten lekken. En ik wil nog minder al die druppels van anderen lezen. (Soms denk ik zelfs: zwijg toch even gewoon, en wacht even voor je de woorden laat stromen, maar dat zal wel heel ouderwets zijn…)

Ik ben een muziekfanaat, maar ik heb niet zo’n ding met oortjes. Als ik op straat loop, wil ik de geluiden van de omgeving horen. Ik wil mijn oren sparen, en ik wil liefst ook de aansnellende auto’s horen komen. Ik heb ook geen tablet. En ik wil mijn boeken op papier lezen, zodat ik ze kan betasten. Ik wil ook dingen hebben die niet door elektriciteit zijn aangedreven, en die gewoon blijven werken als ze op de grond gevallen zijn.

Ik zit wel op Facebook, soms sta ik zelfs op Facebook, en wie weet ga ik ooit nog wel eens liggen op Facebook.

Ik zit wel op Facebook, soms sta ik zelfs op Facebook, en wie weet ga ik ooit nog wel eens liggen op Facebook. Maar ik twijfel toch. In de voortdurende interne dialoog in mijn hoofd ben ik bezig met bewust kiezen, ingaan tegen de kolonisering van mijn leefwereld, veerkracht bevorderen. Maar misschien ben ik wel gewoon een ouwe zak geworden, en zijn dat categorieën van iemand tussen 45 en 60?

Ik denk dat ik waarschijnlijk toch een analoog hoofd heb. Kinderen die vandaag geboren worden, hebben blijkbaar al meteen een digitaal hoofd meegekregen van de schepping. Ik kijk er met verwondering naar.

Vliegende letters

Veel dingen blijven me eindeloos fascineren. Als ik op Facebook naar iemand een berichtje stuur, zie ik in mijn hoofd nog altijd die lettertjes die ik intik door een kabel stromen. Dat kan ik nog net vatten. Maar als ik een sms stuur – wat blijkbaar ook al ‘oud’ is – dan kijk ik soms nog altijd naar de lucht, om te zien of daar lettertjes vliegen.

Ik heb een vriendin die op dit moment in New York woont. Vorige week was het haar verjaardag. Ik heb dus een kaartje geschreven, met mijn vulpen. In het postkantoor heeft men daar een ‘postzegel voor de wereld’ opgeplakt. Daar bleef ik de rest van de avond van dromen, een postzegel voor de wereld.

De dagen nadien dacht ik voortdurend: waar zou mijn kaartje nu zijn? In mijn fantasie lag het ergens in een koffer op een grote stoomboot. Gelukkig bestaat er voor kaartjes geen systeem waarbij je op internet kunt volgen waar het op dat moment is. Maar ik was wel blij toen ik via Facebook een berichtje kreeg dat mijn papieren kaartje goed en wel was aangekomen.

Nieuwsritueel

Maar je weet het dus nooit zeker, of je toch niet stiekem zo iemand geworden bent die de hele tijd zeurt en zaagt over de nieuwe tijd. Maar soms ben ik toch ook bang. Als mijn kanker niet meer terugkomt, en als ik niet onder een auto loop, kan ik misschien wel even oud worden als mijn grootvader zaliger. Maar zal ik het wel kunnen, zo lang nog verwonderd blijven?

Misschien moet ik het antwoord op die vraag wel niet kennen. Misschien is het zelfs helemaal niet zo erg om af en toe een klein beetje ouderwets te zijn. Misschien moet ik nog niet alle oude gewoontes afleren. Zoals het nieuwsritueel.

Thuis heb ik digitale televisie, en die digicorder vind ik echt geweldig. Zo kan ik toch allerlei dingen volgen die ik anders zou missen door al mijn avondvergaderingen. Maar naar het avondnieuws kijken, dat mag alleen in real time. Om 19 uur dus zit ik trouw voor het scherm (of sta ik de afwas te doen met zicht op de televisie).

Ik heb het eens één keer gedaan, toen mijn trein veel vertraging had, naar het nieuws kijken via ‘net gemist’, en het voelde bijna als een soort verraad. Misschien heeft een mens een paar rituelen nodig om overeind te blijven in deze snelle wereld.