Over haviken, duiven en de Bourgeois-strategie

Column

Over haviken, duiven en de Bourgeois-strategie

Over haviken, duiven en de Bourgeois-strategie
Over haviken, duiven en de Bourgeois-strategie

Het zijn niet alleen vogelaars die praten over de toestand van  haviken en duiven. Ook de haantjes van de politiek blijken heel wat gemeen te hebben met beestige strategieën. In theorie althans, zo betoogt professor gedragsecologie Hans Van Dyck.

Hoe verloopt een vergadering over het afvoeren van de vermaledijde boskaart? Hoe start dat crisisoverleg? ‘Vrienden…’ Nee, starten met ‘Waarde collega’s…’ lijkt meer gepast. Op tijd komen, of toch nog even langer in de wagen met de chauffeur keuvelen en bewust wat later komen? Alles wordt signaal in de arena. Wordt de camaraderie vervangen door een klam wit randje rond de rode lippen?

Toppolitiek is een strategisch spel; niet altijd ruiterlijk, maar wel een steekspel. Strategieën kunnen rechtlijnig zijn of bochtig als een weg door de Dolomieten. Wanneer is trouw aan de principes het goede pad en wanneer lijkt kazakdraaierij een weinig nobel, maar toch beter plan? Wanneer is de escalatie geschikt en wanneer wordt het passen voor te kostelijk vertoon?

Politiek als spel

Er bestaat heel wat theorie over conflictgedrag en het nemen van beslissingen over beperkte middelen. Speltheorie heet dat onder bollebozen. Wiskundige benaderingen met vele toepassingen in de economie, sociologie en biologie. Het havik-duif spel is een klassieker in biologische kringen. Het komt uit de koker van de geniale evolutionaire bioloog Maynard Smith (1920-2004).

Wie wint er in een wereld van “haviken” en “duiven”?

Beeld je een simpele wereld in waarin je bij een conflict voor iets wat je wil binnenhalen de keuze hebt uit twee strategieën: havik of duif. Havik is de strategie van de bullebak; onmiddellijk vechten en zorgen dat de andere het zal geweten hebben. Maar er hangt een prijskaartje aan deze strategie; wie havik speelt riskeert verwond te raken. Wie duif speelt, laat conflicten nooit in een gevecht escaleren. Wie wint er in een wereld van “haviken” en “duiven”?

De havik natuurlijk, want de sterkste wint altijd. Toch? Maynard Smith zou minzaam glimlachen. Zelfs een eenvoudig maar pienter spel kan inzicht brengen dat voorbij onze intuïtie reikt. Het addertje zit in het kostenplaatje dat verschilt tussen de strategieën. Het best mogelijk scenario is de havik die in conflict treedt met een duif. Dikke winst voor de haaksnavel.

Maar in een wereld van duiven en haviken is dat natuurlijk maar een van de vier mogelijke scenario’s. Een havik die in conflict treedt met een andere havik gaat in het rood, diep in het rood. Omgekeerd wint een duif die in conflict treedt met een havik wel niks, maar er zijn ook geen kosten. Tenslotte, is er het duif-duif conflict. De helft van de tijd wint de ene, de andere helft de andere.

Een club – een G7 of zo – met alleen maar haviken levert geen stabiele uitkomst.

Smith rekende het spel uit om na te gaan of er een optimale strategie is. Een evolutionair stabiele strategie, heet dat. Een strategie waar geen andere tegenop kan binnen de contouren van het spel. Duif is dat niet, want in een wereld vol duif-strategen doet een mutant die de havik speelt het altijd beter. Maar toch zal de wereld niet helemaal verhaviken. Havik is met name ook geen stabiele strategie. Moraal van het verhaal? Iedere strategie werkt goed wanneer de alternatieve strategie zeldzaam is. Anders gezegd, wat je best doet, hangt af van de opponenten in het spel. Een club – een G7 of zo – met alleen maar haviken levert geen stabiele uitkomst.

Gemengde Bourgeoisstrategie

Toch bestaat er een stabiele strategie in zulk een spel. Dat vond Smith wanneer hij bij een uitbreiding van het havik-duif spel er een derde strategie bijhaalde. Die werd de Bourgeois-strategie gedoopt. Wat doet een Bourgeois-strateeg? Die speelt havik als hij met een duif te maken krijgt in een conflict, maar duif als de opponent voor havik gaat. Een gemengde strategie blijkt het te halen van de pure duif- en havikstrategen.

Natuurlijk zijn deze theoretische spellen extreme en vereenvoudigde varianten van de strategieën die echt kunnen optreden bij conflictgedrag. Veel hangt immers af van de precieze verhouding van de winst tegenover het kostenplaatje. Wanneer een gemengde strategie loont, is het natuurlijk van belang om de opponent zo goed mogelijk in te schatten. Zit ik met een duif of een havik tegenover mij voor een gegeerde hulpbron? Hierover bestaat opnieuw een rijke biologische literatuur. Bij vele conflicten zien we dat dieren niet meteen tot de escalatie – een gevecht tot de dood – overgaan.

Er bestaat een fascinerend gamma aan ritueelgedrag dat toelaat om het kaliber van de opponent in te schatten. Het stoer naast elkaar paraderen, zien we bijvoorbeeld bij edelherten of vechtvissen. Body language moet helpen om inschattingen te maken en de ander op overtuigende wijze te intimideren. Alleen als het vertoon geen uitsluitsel brengt over wie “de grootste heeft” wordt er tot escalatie over gegaan. In de natuur worden dus vele conflicten geregeld via rituelen zonder dat het tot een fysieke knokpartij tot leven en dood komt. Het is de verhouding van kosten en baten die gedrag doorheen de evolutionaire mal vorm geeft.

Van haantjesgedrag tot samenwerking

In politiek gaat het niet alleen over haantjesgedrag. Het hele concept van een partij en een coalitie draait ook op samenwerking. Maar coöperatie is kwetsbaar voor free riders, soortgenoten die wel de vruchten plukken van de samenwerking, maar er in lukken om de kosten te ontlopen. Dat wordt fraai geïllustreerd door een ander stukje speltheorie: het zogenaamde prisoner’s dilemma.

Wanneer is het beter om samen te werken met de ander, en wanneer om voor snelle winst te gaan?

Stel twee mannen worden opgepakt als mogelijke daders van een misdrijf. Ze hebben het inderdaad op hun kerfstok, maar er is geen bewijs. Ze worden apart in een cel gezet en kunnen niet met elkaar overleggen. De inspector Morse van dienst doet elke verdachte hetzelfde voorstel met drie opties: 1) als ze beide blijven zwijgen, kan hij de mannen niet veel maken. Ze krijgen alleen een geldboete voor wapenbezit. 2) Als ze allebei bekennen, krijgen ze allebei vijf jaar cel. 3) Als één meewerkt en alles opbiecht dan mag hij rekenen op vrijstelling van straf en draait zijn compagnon minstens tien jaar achter de tralies. Wat doen beide kornuiten? De kern van het dilemma zit in het conflict tussen eigen voordeel en gezamenlijk belang.

Wanneer is het beter om samen te werken met de ander, en wanneer om voor snelle winst te gaan? Het principe is van toepassing in verschillende omstandigheden, maar dus ook voor diverse politieke keuzes. Of om het met de titel van het jongste boek van Sara van Duijn te zeggen: “Alles is biologie”.

Gluren naar de tureluren

Terug naar de tafel van de Vlaamse regering rond de inmiddels beruchte, maar versnipperde boskaart. We weten niet helemaal precies hoe het er aan toeging, maar dat er veel ritueelgedrag bij kwam staat buiten kijf.

Misschien is er toch ruimte en tijd gekomen voor een therapeutisch gesprek en werd er afgesproken om op bosklas te gaan. Een vorm van teambuilding om samen nieuw beleid te ontwikkelingen tegen de zorgwekkende erosie van het leven op onze planeet binnen en buiten bossen. Een prisoner’s dilemma waar ze samen beter uit kunnen komen.

Misschien gaan de excellenties volgend weekend al op vroegochtendtocht op zoek naar echte haviken en duiven, van vlees en pluim. Vinden ze nog een plek waar de zomertortel koert en kirt? Of gaan ze gemoedelijk gluren naar een stel tureluren? Wie zal er als eerste eentje in het vizier krijgen? Zal het de grootste zijn?