De maand van Chika Unigwe
“‘De mythe van omgekeerd racisme’
‘Zie racisme als een wiskundige vergelijking: R(acisme) = D(iscriminatie) + M(acht)’, schrijft auteur en MO*columniste Chika Unigwe. En daarom is omgekeerd racisme voor haar ‘een onzinnig idee’. ‘Die mythe houdt stand omdat sommige mensen de band tussen racisme en macht negeren.’
Chika Unigwe: ‘Een kassierster beschuldigde me van stelen, gesterkt door een ideologie die haar al jaren zei dat mensen zoals ik stelen omdat we ons geen kleren kunnen veroorloven of omdat het in ons DNA zit.’
© Konstantinos Tsanakas
Kunnen, behalve mensen van kleur, ook witte mensen racistisch behandeld worden? Schrijfster Chika Unigwe vindt zulk omgekeerd racisme ‘een onzinnig idee’. ‘Die mythe houdt stand omdat sommige mensen de band tussen racisme en macht negeren. In een wereld die geconstrueerd is om wit privilege in stand te houden, heb je gegronde redenen om discriminatie te vrezen.’
Onlangs had ik een discussie met iemand over de vraag of onderdrukte volkeren al dan niet racistisch konden zijn. Mijn korte antwoord op die vraag was: nee. Onderdrukte volkeren kunnen discrimineren (en discrimineren zelfs onderling), maar racisme is een constructie waar macht voor nodig is. Het gaat niet alleen over vooroordelen. Het gaat niet alleen over klassendiscriminatie.
‘Zie racisme als een wiskundige vergelijking: R(acisme) = D(iscriminatie) + M(acht).
Zie racisme als een wiskundige vergelijking: R(acisme) = D(iscriminatie) + M(acht). Dat is belangrijk om te onthouden, want je kan niet over racisme spreken zonder het over macht te hebben.
Kennedy Mitchum, een 22-jarige zwarte vrouw die pas afgestudeerd was aan de universiteit van Iowa, stuurde in 2020 een brief naar de redacteurs van het Merriam-Websterwoordenboek waarin ze schreef dat racisme ‘een systeem is van bevoordeling op basis van huidskleur’. Die huidskleur is wit. Het zou misschien makkelijker zijn als we racisme zouden zien als witte suprematie, want dat is eigenlijk wat het is.
Dat is ook waarom ‘omgekeerd racisme’ (het idee dat ook witte mensen racistisch behandeld kunnen worden, red.) onzinnig is. Als er niet zoiets is als omgekeerde witte suprematie, dan is er zeker niet zoiets als omgekeerd racisme_._
Trump en de zijnen
De mythe van omgekeerde racisme houdt stand omdat sommige mensen de nauwe band tussen racisme en macht negeren, en doen alsof elke vorm van discriminatie gelijk is.
Recent, en vooral tijdens het rampzalige, polariserende, racistische presidentschap van Donald Trump, werd de mythe van het witte slachtofferschap veel verspreid hier in de Verenigde Staten. De president en de zijnen klaagden op radio en tv alle manieren aan waarop zij vonden dat witte mensen gediscrimineerd werden (affirmative action of positieve discriminatie aan universiteiten, bijvoorbeeld). En in het post-Trumptijdperk is de kritischerassentheorie het jongste slachtoffer van die mythe.
Een blanke in een gekleurde wereld heeft niet die angst om tot een bepaald ras te behoren.
Wanneer de Nederlandse schrijver Jamal Ouariachi het in een column in Trouw over omgekeerd racisme heeft, valt hij ten prooi aan de misvatting van de mythe van het witte slachtofferschap. Hij verving ‘zwart’ door ‘wit’ in een fragment geschreven door Seada Nourhussen uit de verhalenbundel Zwart en schreef: ‘Ik heb een witte bubbel nodig, want ik houd het niet meer vol in die zee van zwartheid, in zwarte milieus. Ik besef steeds vaker dat ik in afzondering van zwartheid mijn bevrijding vind’, om aan te tonen hoe omgekeerd racisme werkt.
Maar Ouariachi ziet niet in dat racisme niet enkel een kwestie is van de ene kleur vervangen door de andere. Een zwarte, inheemse of andere gekleurde persoon in een witte wereld heeft gegronde redenen om te vrezen dat hij of zij gediscrimineerd wordt in een milieu dat geconstrueerd is om wit privilege in stand te houden.
Een blanke in een gekleurde wereld heeft niet die angst om tot een bepaald ras te behoren. Zijn economische en culturele macht, zelfs als het individu zelf niet rijk is, is vaak genoeg om hem te beschermen. Er is een reden waarom je, bijvoorbeeld, zelfs de armste witte Zuid-Afrikaan wellicht nooit op dezelfde plaats zal vinden als gekleurde arme Zuid-Afrikanen. Zij zijn geen buschauffeurs. Zij zijn geen huishoudhulpen.
Hoe racisme werkt
De mythe van het witte slachtofferschap — het gevolg van een geloof in omgekeerd racisme — doet het voorkomen alsof in deze hardloopwedstrijd van het leven (bij gebrek aan een betere vergelijking) alle lopers op hetzelfde moment beginnen, en met toegang tot dezelfde materialen. Niets kan minder waar zijn.
Journalist Ta-Nehisi Coates illustreert het verhaal van de ongelijkheid in de Verenigde Staten zo goed met een artikel in The Atlantic, het verhaal van Ross. Toen Ross nog een kind was, werd zijn vader, die niet kon lezen, beschuldigd van achterstallige belastingen. Alles wat hij bezat werd hem ontnomen en ze werden sharecroppers, pachters.
Ross was een slim kind, maar hij kon niet naar school want de plaatselijke school was te ver om naartoe te wandelen. Zijn witte leeftijdsgenootjes werden met de bus naar school gebracht. Zij kregen de kans om naar school te gaan, om dokter, advocaat of politicus te worden.
Welke mogelijkheden had Ross? Hij werd opgeroepen voor de militaire dienstplicht. Hij diende zijn land goed, kwam weer naar huis eind jaren ‘40 en vond een vaste baan. In 1961 kocht hij zijn eerste huis.
Maar van de jaren ‘30 tot de jaren ‘60 was het vrijwel onmogelijk voor Afro-Amerikanen om een lening voor een woning te krijgen. Door racistisch overheidsbeleid konden witte mensen legaal lenen bij de bank, terwijl Afro-Amerikanen geen toegang kregen tot diezelfde lening. Ze moesten zich richten tot vastgoedoplichters, witte speculanten die rijk werden van ‘contractverkoop’ van woningen onder afschuwelijke voorwaarden.
Om een lang verhaal kort te maken: Ross kon een betaling niet kon voldoen (omwille van herstellingen aan het huis) toen het huis nog maar enkele maanden in zijn bezit was, en hij verloor daardoor zijn huis, zijn aanbetaling en het geld dat hij al in het huis had gestoken. De witte vastgoedontwikkelaar verkocht het aan een andere zwarte familie, die het net zoals Ross zou verliezen door een betaling over te slaan en zo draaide de cirkel verder. De rijken werden rijker. De zwarten werden armer.
De witte leeftijdsgenoten van Ross konden leningen aangaan bij de bank en liepen niet het risico om alles te verliezen dat ze gespaard en in een huis geïnvesteerd hadden. Ross, een gebroken man, begon opnieuw van nul af aan, terwijl zijn witte leeftijdsgenoten hoger op de ladder konden klimmen en eigendommen verwierven die hun kinderen zouden erven. Witte vastgoedontwikkelaars die Ross en mensen zoals hem uitbuitten, sloegen hun slag en vergaarden wat overgeërfde rijkdom voor hun nakomelingen zou worden.
Dat is hoe racisme werkt. Het houdt wit privilege in stand.
Discriminatie omdat je deel van een groep bent
En wit privilege bestaat — ondanks de ontkenners ervan — omdat racisme bestaat.
Jaren geleden beschuldigde de kassierster in de C&A van Turnhout mij van stelen omdat het alarm afging toen ik de winkel verliet (ze was vergeten het beveiligingsplaatje te verwijderen van de outfit die ik net had gekocht). Ze werd daarbij gesterkt door een ideologie die haar al jaren zei dat mensen zoals ik stelen omdat we ons geen kleren kunnen veroorloven of omdat het in ons DNA zit. Het kón niet zijn dat zij een fout had gemaakt, of dat ik gewoon niet besefte dat ik de winkel weer in moest gaan omwille van het piepende alarm.
Toen de politieagenten het wassalon binnenkwamen waar mijn zussen en ik zaten te wachten tot mijn berg wasgoed droog was en ons naar onze identiteitskaart vroegen – maar niet naar die van de witte mensen in hetzelfde wassalon – steunden hun vooroordelen op een ideologie. Die verzekerde hun dat drie zwarte vrouwen onmogelijk konden thuishoren in deze ruimte.
Witte mensen worden bij gevallen van discriminatie vaak behandeld als individuen. Voor mensen van kleur is die discriminatie er omdat je tot een groep behoort.
Toen een treinconducteur opdook in de eersteklaswagon op mijn trein naar Brussel en me vroeg of ik wel wist dat ik in eerste klas zat, kwam die vraag niet uit het niets. Ze kwam voort uit een ideologie die hem zei dat Zwartheid niet thuishoorde op die plaats.
In elk van die drie voorvallen was ik gekleed op een manier die mij op zijn minst als middenklasser kenmerkte. In alle drie de gevallen zou ik als witte persoon met dezelfde kledij niet gezien worden als een dief of als iemand die zich niet legitiem op die bepaalde plaats kon bevinden.
Ik vermeld met opzet hoe ik gekleed was omdat ontkenners van wit privilege zich beroepen op voorvallen met arme of machteloze witte mensen, om aan te tonen dat witheid je niet immuun maakt voor vooroordelen, veronderstellingen en onderdrukking door machtigere mensen. Ze hebben het soms over hun eigen machteloosheid.
Ze kiezen ervoor te negeren dat wit-zijn in groep iedereen die als wit gezien wordt het privilege geeft om zich te kunnen bewegen in een wereld waarin ze in feite beschermd zijn, tenzij ze er op een bepaalde manier uitzien of zich op een bepaalde manier gedragen.
Individuele gevallen van vooroordelen tegen of onderdrukking van witte mensen steunen niet op een verleden van systemisch racisme waarin hun kinderen gediscrimineerd worden op school, waarin ze werkgevers weigeren om je aan te nemen, waarin huisbazen je weigeren omdat je tot een bepaalde groep behoort.
Witte mensen worden bij gevallen van discriminatie vaak behandeld als individuen. Voor mensen van kleur is die discriminatie er omdat je tot een groep behoort. De veronderstellingen vol vooroordelen die over jou gemaakt worden — en die levenslange gevolgen kunnen hebben, die soms zelfs fataal zijn zoals in het geval van Zwarte mensen die gedood werden door politieagenten — worden gemaakt omdat jouw Zwartheid belangrijker is dan eender welke andere identiteit die je hebt.
Dat is werkelijk de ware moeilijkheid van de zaak.
Deze column werd uit het Engels vertaald door masterstudenten van het Virtueel Vertaalbureau (KUL-campus Brussel). Vertaling door Elmo Geeraerts en revisie door Esra Akbas.