Gaan we voor een harde aanpak van terugkeerders of gewoon voor een efficiënte?

Column

'Wie echt ontheemd is, zal altijd blijven reizen'

Gaan we voor een harde aanpak van terugkeerders of gewoon voor een efficiënte?

Gaan we voor een harde aanpak van terugkeerders of gewoon voor een efficiënte?
Gaan we voor een harde aanpak van terugkeerders of gewoon voor een efficiënte?

MO*columnist Bert Gabriëls pleit ervoor om de terugkeer van mensen zonder wettig verblijf efficiënter te maken. Dat betekent niet per se strengere straffen of repatriëring, maar ook niet dat het terugkeerbeleid 'soft' moet zijn, vindt hij. 'Wie echt ontheemd is, zal altijd blijven reizen.'

© Charis Bastin

‘De roep om de gesloten centra te vullen zal blijven klinken.’

© Charis Bastin

MO*columnist Bert Gabriëls pleit ervoor om de terugkeer van mensen zonder wettig verblijf efficiënter te maken. Dat betekent niet per se strengere straffen of repatriëring, maar ook niet dat het terugkeerbeleid ‘soft’ moet zijn, vindt hij. ‘Het punt is dat wie echt ontheemd is, en echt geen plek heeft om naar terug te keren, altijd zal blijven reizen.’

Als het over terugkeer gaat van mensen zonder wettig verblijf in ons land, wordt een effectief terugkeerbeleid vaak verward met een strengere bestraffing of harde aanpak. Die twee gaan nochtans niet altijd samen. Extra investeringen in het oppakken en opsluiten van mensen zonder wettig verblijf kunnen een efficiënt terugkeerbeleid zelfs tegengaan, door de terugkeer te belemmeren of door het beperkte budget te verkwanselen.

De commissie-Bossuyt moest het terugkeerbeleid evalueren, en uit haar eindverslag van september blijkt dat er bij de bevoegde administraties een grote vraag is om de cijfers van gedwongen terugkeer op te drijven. Om te vermijden dat de nieuwe staatssecretaris, Samy Mahdi (CD&V), al snel zijn geloofwaardigheid bij die diensten zal verliezen, moet die vraag ernstig genomen worden. Het aantal plaatsen in gesloten centra wordt opgedreven, zo besliste de vorige regering in 2017 al, en ook de nieuwe regering wil dat plan verderzetten. De roep om de centra te vullen zal blijven klinken.

Hoewel zo goed als elke regering in het verleden al beloofde om te investeren in meer terugkeer, schommelt het cijfer van effectief teruggekeerde mensen al meer dan tien jaar rond de 10.000. De kleur van de regering heeft op dat cijfer trouwens geen invloed: onder Di Rupo (PS) vertrokken meer mensen zonder wettig verblijf dan onder de regering-Michel, waarin Theo Francken (N-VA) staatssecretaris was. Het nemen van extra maatregelen kan er wel voor zorgen dat de terugkeer per persoon duurder wordt.

De commissie-Bossuyt gaf in haar verslag bijvoorbeeld aan dat in 2018 de beslissing tot extra aanhouding en opsluiting van transmigranten niet heeft geleid tot extra terugkeer, maar wel tot een stijging van de prijs van de repatriëring, van zo’n 7500 euro per persoon in 2011 tot zo’n 11.500 euro in 2018. Want van veel van die opgepakte transmigranten was de identiteit niet precies gekend of was nog niet onderzocht of een terugkeer mogelijk is.

Het is dus belangrijk om niet in de val te trappen van een duur opsluitingsbeleid, maar wel degelijk de maatregelen en middelen te voorzien voor effectieve terugkeer.

Gedwongen terugkeer ontraadt anderen niet

‘Duitsland kent bijvoorbeeld een hoge verhouding van terugkeer in vergelijking met andere Europese landen, terwijl detentie er amper wordt toegepast.’

In de eerste plaats moet je de intuïtieve maar naïeve idee laten varen dat hogere terugkeercijfers een invloed hebben op de migratie van anderen, net zomin als strengere bestraffing van mensen zonder wettig verblijf. Ook de commissie gaat er onder meer van uit dat een effectieve gedwongen terugkeer zal zorgen voor meer vrijwillige terugkeer en minder nieuwe migranten.

Verondersteld wordt dat meer effectieve arrestatie, opsluiting en repatriëring een stok achter de deur zijn, die zorgt voor meer vrijwillige terugkeer. Maar dat is een veronderstelling die niet overal ondersteund wordt door de feiten.

Duitsland kent bijvoorbeeld een hoge verhouding van terugkeer in vergelijking met de andere Europese landen, terwijl detentie er amper wordt toegepast, zo vermeldt het recente rapport Voorbij Terugkeer. Wel wordt er met een praktijk van ‘Duldung’ gewerkt, waarbij een terugkeerder nog een tijdelijk verblijf kan krijgen, met de mogelijkheid om te werken. Het statuut is beperkt in de tijd, waardoor terugkeer bespreekbaar blijft.

De huidige periode van pandemie biedt nu trouwens een uitgelezen kans om deze ondersteuning bij terugkeer uit te testen. Gedwongen terugkeer is voor velen toch onmogelijk. En elke regeling die afhankelijk is van de pandemie is per definitie tijdelijk.

Aandacht voor de vrijwillig begeleide terugkeer is ook goed voor de portemonnee. 40 tot 50 procent van de 10.000 terugkeerders elk jaar kiest voor een vrijwillige begeleide terugkeer, de kostprijs van deze vorm van terugkeer bedraagt één derde van de gedwongen repatriëring.

Opsluiting ontraadt ook niemand

Een tweede idee dat je best laat varen, is dat meer opsluitingen en repatriëringen zorgen voor het ontmoedigen van de komende migratie, in de toekomst. Ik citeer uit het verslag van de commissie: ‘Het doel is niet zozeer het verminderen van het aantal thans illegaal op het grondgebied verblijvende personen, maar vooral het verminderen van het aantal personen dat zich illegaal naar ons land zou begeven, indien zou worden ervaren dat het terugkeerbeleid veel efficiënter is geworden dan nu het geval is.’

Ook dat uitgangspunt is twijfelachtig. Het huidige aantal repatriëringen opdrijven alleen zal in elk geval geen invloed hebben op de migratie vanuit Afrika of Azië, om de simpele reden dat de meeste repatriëringen bestaan uit een trip binnen Europa. Van de 4000 mensen die in 2018 gedwongen terugkeerden, werd ongeveer één derde naar een andere EU-lidstaat gebracht, één derde naar een ander land in Europa (de meesten naar Albanië en Oekraïne, en één derde naar buiten het Europese continent.

‘Als je migratie wil beperken, helpt het niet om mensen terug te sturen naar een plek waar ze niet kunnen blijven.’

We spenderen elk jaar een paar miljoenen aan het terugvliegen van mensen naar Brazilië en naar Oekraïne, terwijl men vanuit die landen zonder visum weer naar België kan reizen. Je kan je afvragen of we daar trots op moeten zijn. Het opdrijven van dat cijfer gaat in ieder geval niemand in Afghanistan ervan weerhouden om naar hier te komen.

Het idee dat anderen niet meer naar België zullen komen omdat er sommigen worden teruggestuurd, is in de praktijk een beetje naïef. Veel vreemdelingen die effectief gerepatrieerd werden, keren zelfs nog een tweede of derde keer terug naar Europa. Waarom zouden anderen dan plots tot het inzicht komen dat migratie geen zin heeft?

Wonen op een plek waar je kan blijven

Het punt is dat wie echt ontheemd is, en echt geen plek heeft om naar terug te keren, altijd zal blijven reizen. Om die reden is het ook bij verdrag vastgelegd dat een gedwongen terugkeer alleen mogelijk is als er ook effectief een veilige plek is om naar terug te keren.

Dat is niet alleen logisch in het kader van het respect voor de mensenrechten, maar ook als maatstaf voor de efficiëntie van je beleid. Als je migratie wil beperken, helpt het namelijk niet om mensen terug te sturen naar een plek waar ze niet kunnen blijven. Dan maak je de kans op migratie groter, niet kleiner.

De reden waarom een persoon zonder wettig verblijf moet terugkeren, is dat iedereen op een plek moet wonen waar hij of zij op een menswaardige manier kan blijven. Een terugkeerbeleid dat daar de focus op houdt, is efficiënt. Een beleid dat zoveel mogelijk mensen om het even waar naartoe wil brengen, gewoon om hen hier weg te krijgen, voegt alleen maar migratie toe.

Wie mag de woonst betreden?

Wat moet er dan wel gebeuren om een antwoord te bieden op de frustratie bij de verschillende betrokken diensten over het gebrek aan effectieve terugkeer?

Het verslag van de formateurs van de nieuwe regering stelde dat er opgetreden moet kunnen worden bij ‘een manifest gebrek aan medewerking’ aan terugkeer. Als iemand weigert zich te laten identificeren, zou dat kunnen worden tegengegaan door de politie de bevoegdheid te geven de woning te betreden, om vast te stellen wie er aanwezig is en om documenten te zoeken.

In De Standaard van 11 september stond dat de commissie-Bossuyt adviseert om personen zonder wettig verblijf te vervolgen. In de lijst van aanbevelingen in het rapport komt dat verzoek nochtans niet voor. Maar er wordt wel voorgesteld om te onderzoeken of het zinvol is om de strafmaat voor onwettig verblijf te verzwaren tot één jaar. Omdat dat noodzakelijk is voor een gerechtelijke aanhouding door de onderzoeksrechter, en die kan dan een huiszoekingsbevel afleveren. Maar dat is een dure optie, waarbij de onderzoeksrechter nog altijd geen enkele verplichting heeft om in te grijpen.

Door vast te houden aan het idee van een ‘strenge bestraffing’ ziet de commissie over het hoofd, vind ik, dat er ook een administratiefrechtelijke procedure opgezet kan worden om de identiteit van een persoon te onderzoeken.

‘Een terugkeerbeleid wordt niet efficiënter door louter hardere maatregelen, maar dat is natuurlijk geen reden dat het soft moet zijn.’

In de wetgeving op de ruimtelijke ordening of milieuhandhaving bijvoorbeeld is er voorzien in een recht op woonstbetreding door een bevoegd ambtenaar, ook in het kader van louter administratiefrechtelijke handhaving. Die woonstbetreding is dus mogelijk zonder dat het parket of de onderzoeksrechter er aan te pas komt. Ik zie niet in waarom dat voor de controle van identiteit van een vreemdeling zonder wettig verblijf onmogelijk zou zijn. De moeilijke discussie met parket en onderzoeksrechters, waar de commissie-Bossuyt in haar verslag geen oplossing voor vond, was dus overbodig.

Als ik het goed heb, kan een handhavingsambtenaar dus ook die bevoegdheid krijgen, als er geen sprake is van een strafbaar feit. Dus om discussie over de bevoegdheid te vermijden, wordt het illegaal verblijf best uit het strafrecht gehaald.

Onwettig verblijf in ons land is strafbaar volgens artikel 75 van de Vreemdelingenwet van 15 december 1980, maar heeft nog niet tot vervolging geleid. Het schrappen van een artikel dat nog nooit is toegepast kan op zich niet zo problematisch zijn. En er kan uiteraard nog wel altijd een bestraffing voorzien worden wanneer iemand zich verzet tegen terugkeer, of bij misbruiken in het kader van onwettig verblijf.

Ik kan me voorstellen dat er bij de federale oppositie moord en brand geroepen zal worden, maar als je er een performant recht op woonstbetreding voor in de plaats krijgt, roepen ze zonder reden.

Een terugkeerbeleid wordt niet efficiënter door louter hardere maatregelen, zichtbare aanhoudingen en zelfs niet met hogere cijfers. Maar dat is natuurlijk geen reden dat het soft moet zijn. Het gaat er enkel om dat het de juiste doelstelling volgt. Het doel van dit beleid is niet het bestraffen van de mensen voor hun domme keuzes, niet het ontmoedigen van anderen, maar wel iedereen die op de dool is naar een plek brengen waar hij weer alle rechten geniet die een mens tot mens maken.