“‘Pleidooi voor radicalisering’
Van nature is Sidi Larbi Cherkaoui geneigd tot flexibiliteit en compromis, maar in de kunstenares Marina Abramovic ontmoet hij een inspirerend tegenbeeld. Radicaliteit, ontdekt hij, is schoonheid als ze extreem persoonlijk is. Een radicale keuze hoef je anderen niet op te dringen, maar kan zaken in beweging zetten die anders blijven stilstaan.
Ik geef toe; Parijs is nooit m’n stad geweest. Toen ik enkele jaren geleden uitgenodigd werd om er een creatie te maken voor de Parijse Opera, zei ik aanvankelijk neen dank u. Maar dan voelde ik het knagen, de wroeging van de vluchteling, de brandende maag van de lafaard, de goesting van de kunstenaar in me. Ik moest me wapenen en als serene krijger toch de strijd aandurven. Maar niet alleen, dacht ik, ik wou dat deze uitnodiging betekenis vol werd op meerdere vlakken. Een leger had ik nodig.
Ik vroeg de Brusselse choreograaf/danser Damien Jalet, een collega, vriend en vertrouwenspersoon die ik al meer dan 13 jaar ken, apprecieer en bewonder, om het werk met me te delen, om de choreografie samen met me te ontwikkelen. We hadden al erg veel in tandem gewerkt, hij is half Frans en totaal immuun voor al de spanningen in Parijs die mij zo raken. Hij knikte en ik voelde een gewicht van m’n schouders glijden. Nu in’t midden van’t project voel ik ook hoezeer hij me ondersteunt en me helpt relativeren in deze bevreemdende, aristocratische context. De artistieke band die we delen helpt ons om bepaalde starre realiteiten in de Opera te omzeilen. Hij was ook degene die me voorstelde om samen te werken met de artieste die met ons aan het concept werkt en waar ik over zou willen schrijven in deze opinie: Marina Abramovic.
Extreem passief
Marina is zowat de grootste legende in de performance art. Ze is 66 jaar jong, een radicale Servische kunstenares die zich voornamelijk concentreert op videokunst en performance. Ze maakte haar eerste werk in 1973. Zowel Damien en ik waren altijd al beinvloed door haar extreme artistieke keuzes. Zo zat ze ooit, in één van haar optredens, aan een tafel waarop ze verschillende voorwerpen had gelegd. Een kam, een pen, een spiegel, een schaar, maar ook een pistool, een kogel…
Het publiek mocht, met haar en de objecten, doen wat ze wilden. In het begin waren de handeling redelijk onschuldig, maar al snel draaide het uit op een verschrikkelijk experiment waarin sommige mensen haar vernederden met de objecten, het werd haast een folterkamer waarin zij het slachtoffer zou worden. Goed gek zult u denken.
Zo’n performance toont natuurlijk het slechtste in de mensheid; een agressief rattengedrag komt boven als je een deel van de bevolking de ruimte geeft om zich totaal te laten gaan. Al zeer snel worden erg veel sociale regels gebroken; de grens tussen menselijk gedrag en dierlijke agressie is duidelijk filterdun. Maar het toont ook een andere zijde van onze psyche… hoe één persoon –hier Abramovic zelf dus- door een radicale positie in te nemen in de maatschappij, kan aantonen hoe sterk een individu werkelijk kan zijn door… “niets” te doen.
Hoe iemand bepaalde, zelfs levensbedreigende situaties kan overleven door haar waardigheid en standpunt niet in vraag te stellen, zelfs wanneer een ander met een schaar haar haar schots en scheef begint te knippen, of een geladen geweer aan haar voorhoofd houdt. Extreem “passief” gedrag wordt vaak (en waarschijnlijk onterecht) als provocerend of storend ervaren. Het was hier het vertrekpunt van haar optreden en een manier om haar eigen angsten te overstijgen.
Deze “voorstelling” had ze in 1974 gemaakt. En zo heeft ze in haar dertig jarige carriere nog erg veel andere performances gemaakt, allemaal even controversieel, spraakmakend en verrassend in hun eenvoud en specifieke consequentie. Met een diepgeworteld vertrouwen in een menselijke common sense, erg veel geduld (haar performances duren heel lang) ontrafelt ze de menselijke natuur in de kunstbezoeker. Door de jaren heen heeft ze erg veel menselijke eigenschappen in vraag gesteld en veel mensen uiteindelijk dus ook inspireerd.
Ze heeft ook veel mensen perplex doen staan met een concrete vraag als: is dit wel kunst? Inderdaad in theater is alles nep –behalve dan het zweet en de fysieke investering; bij Marina is het bloed geen ketchup, als ze zich snijdt, is het echt. Die ritualisering en extreme richting in performance art brengt natuurlijk erg veel twijfels en angsten met zich mee, ikzelf geef toe liever over zo’n voorstelling te lezen dan het werkelijk mee te maken. Al naargelang het onderwerp, kruipt de ervaring op zekere momenten onder je vel, je wordt kwaad of emotioneel of verliefd op haar, je verklaart haar gek of een heilige, maar het laat je nooit zomaar koud. Enfin het destabiliseert je, en me dunkt dat we dat soms echt nodig hebben…
Of is door kunst geraakt worden, nieuwe inzichten krijgen, door elkaar geschud worden, enkel relevant als het mooi is?
Radicale duidelijkheid
De vraag of dit kunst is, interesseert me, geef ik toe, hier veel minder dan de maatschappelijke vraag of een radicale aanpak soms noodzakelijk is, soms de enige uitweg is, om een bepaalde boodschap over te brengen; in het leven én dus ook in kunst.
Marina is daarin een soort van muse voor Damien en mij; ze toont aan hoezeer we uiteindelijk ons lot in eigen handen hebben, ook wanneer het lijkt dat anderen de weg die we bewandelen bepalen. Haar overtuiging is persoonlijk. Ver van haar de noodzaak om andere mensen te veranderen; ze houdt haar eigen standpunt in, maar vraagt nooit aan anderen zich aan te passen. Dit soort radicale duidelijkheid die zich niet opdringt is, in een wereld waarin er zo vaak wordt getwijfeld, in een wereld waar we zo vaak uitgescholden worden om te veranderen in iets dat voor anderen beter zou uitkomen, in een wereld waarin zoveel ons uiteindelijk wordt opgedrongen, mijns insziens een politiek statement.
Het is erg geruststellend en verfrissend, het is een verademing om zo iemand bezig te zien. Het doet me denken aan enkele shaolin monniken die ik ontmoette jaren geleden en met wie ik sindsdien een vriendschap opbouwde; ook hun persoonlijke instelling brengt me rust en duidelijkheid, het is uiteindelijk erg sereen, erg zen. Dat gevoel heb ik ook bij Marina, ze heeft iets mystieks en is tegelijk toegankelijk. En ze heeft bovendien een absurd en aangenaam gevoel voor humor.
Radicaal versus Compromis
In m’n eigen relaties met de buitenwereld heb altijd geprobeerd om de kerk in het midden te houden, om compromissen te stellen, om me aan te passen, om flexibel om te gaan met m’n realiteit, de gulden middenweg te vinden en conflicten op te lossen door aan verzoening te werken. Marina haar aanpak is anders.
Zoals een Mahatma Gandhi neemt ze een erg concrete –zij het vaak passieve- positie in; dat was voor mij een revelatie, te zien dat dit ook positieve resultaten kan teweeg brengen –stilstand provoceert beweging. Die radicale aanpak past ze enkel toe op zichzelf, zonder dit van anderen te verwachten; daarin ligt de sleutel van haar succes en schoonheid ook. Het is een standpunt dat haar siert en organisch opgebouwd is door haar persoonlijk –episch- leven, een ander mens zal waarschijnlijk een ander standpunt innemen, haar werk is extreem persoonlijk. Haar voorbeeld past haar leven, ieder moet een eigen weg vinden het valt niet gewoon over te nemen.
Radicaal gedrag wordt, net als passiviteit, vaak als negatief ervaren. Ik geef toe dat ik zelf ook die vooroordelen heb, maar werkend met Abramovic zie ik hoe, indien het op een integere manier enkel op jezelf toegepast wordt, het ook een bepaalde schoonheid en eigenheid naar boven brengt. Ik merk ook hoezeer door haar verleden en persoonlijke geschiedenis die radicaliteit noodzakelijk was om bepaalde traumatische ervaringen te overleven.
Radicale aanwezigheid
Marina is ondertussen een symbool geworden in de VS. In 2010 had ze een retrospectief over haar werk in MoMA in New York. 50 stukken die ze in haar 30 jarige carriere had gemaakt, werden er aan 750.000 mensen getoond. Indrukwekkend groot publiek voor zo’n alternatieve kunstvorm als performance art. Ze maakte er ook een nieuw werk: Marina Abramovic, the Artist is Present. Ze zat voor 3 maanden, tussen maart en mei, roerloos op een stoel en nodigde eender wie uit het publiek om voor haar te komen zitten en minutenlang in haar ogen te kijken. Een levende Mona Lisa. De Kunstenares is Aanwezig, de Kunstenares als Geschenk, The Artist is Present.
De schoonheid hier lag in de ontmoeting en de tijd die ze ieder mens gaf om haar te ontmoeten. De gedeelde stilte maakt het universeel, graaft ook in een dieper menselijk bewustzijn. Weeral zie ik een link met het echte leven: enkel met erg hechte vrienden, familieleden, geliefden of zelfs met een geliefd huisdier… weten we zulk een blik in stilte te delen.
Maar naar iemand staren die je niet kent…? De keuze dit te doen met onbekenden is tegen de algemene conventies, maar brengt haar meteen zo dicht bij haar publiek. Het inspireert om meer tijd te nemen om een ander te zien, werkelijk te zien, vooraleer je over hem of haar een opinie ontwikkelt. Waanzinnig eenvoudig in opzet; het resultaat is een intieme en woordeloze uitwisseling van gevoelens; velen breken in tranen uit of voelen een diepe connectie met haar. Anderen raken gefascineerd door haar standbeeldachtige houding en wachten tot ze misschien toch verzwakt of het opgeeft. Dat gebeurde niet.
In de voorstelling die we samen maken brengt Marina al die ervaringen en inzichten in de dansstudio; de balletdansers luisteren met open mond. Voor Damien en mij is het een fascinerende culturele uitwisseling. Zoveel raakpunten, zoveel verschillen. Marina vertelt als ‘grootmoeder van de performance art’ over haar keuzes en obsessies, en ontwikkelt de scenografie van de balletvoorstelling die Damien en ik aan het choreograferen zijn. Haar werkattitude is voorbeeldig, haar humor erg scherp en gevat (de uitwisselingen tussen haar en Damien zijn hilarisch), haar visie focust zich op de kern van de zaak. Ik kan Parijs weer even aan dankzij haar radicale aanpak denk ik, mijn verzoeningstechniek zou hier niet werken.