‘Proficiat met je goede examens!’

Column

Vragen bij onze prestatiemaatschappij

‘Proficiat met je goede examens!’

‘Proficiat met je goede examens!’
‘Proficiat met je goede examens!’

MO*columniste Sabrine heeft net haar examens achter de rug. en dat is iedere keer weer een lijdensweg. Mensen hebben nood aan contact, aan hobby’s, aan ontspanning. Dit neemt men weg van studenten gedurende 4 à 6 maanden per jaar – en we denken dat dat geen gevolgen zal hebben op hun psychisch welzijn. Wat doet dit met studenten die al psychische stoornissen hebben?

© Brecht Goris

© Brecht Goris​

‘Proficiat met je goede examens!’ zegt een vriend tegen mij. Ik had namelijk op Facebook gezet dat ik mijn examens had overleefd. Hij had begrepen dat ik een goed gevoel had bij mijn toekomstige uitslag, maar ik bedoelde het letterlijk: “ik ben niet gestorven.”

De laatste keer dat ik mijn eigen dood echt plande, was tijdens een examenperiode. Het was niet de eerste keer dat ik écht suïcidaal werd van examens – niet als een mopje of meme op Facebook, maar écht –, en ook niet de laatste. Ik at en sliep nauwelijks. Mijn toenmalige partner liet me die maanden nergens alleen naartoe, uit angst dat ik niet meer zou thuiskomen. Mijn dokter vroeg het hem ook expliciet, omdat zij mij anders moest laten opnemen. Zo is dat nu eenmaal, wanneer iemand compleet bezwijkt onder de stress.

Dit jaar is het eerste jaar waar ik luidop tegen een volwassene, die me vroeg waarom mijn examenresultaten niet goed waren, zei dat “examens” niet voor mij gemaakt zijn. Niet het concept van examens an sich, maar het Belgisch examensysteem. En niet alleen ‘voor mij’, maar ook niet voor mensen zoals ik. (‘Mensen zoals ik’ valt breed te lezen: mensen met psychische stoornissen, mensen die onder de armoedegrens leven, mensen met een migratieachtergrond…)

Als je er echt over nadenkt, is de verwachting dat je twee maanden heel jouw leven tussen haakjes zou zetten om je op te sluiten in je kamer om leerstof te blokken die je na je examens bijna onmiddellijk zal vergeten, op zich al te gek voor woorden. Dat je dit minstens twee keer per jaar moet doen, en nog een keertje extra als het de eerste twee keren niet zo goed ging, is nog gekker. Maar wanneer je de persoonlijke situaties van mensen daarbij rekent, dan pas wordt het ondenkbaar.

Dit is de reden waarom we dit systeem gewoon aanvaarden – mensen hebben het voor ons gedaan, en dat lukte hen perfect.

Wanneer ik dit bespreek met mensen, zeggen ze dat velen het voor mij gedaan hebben, en dat ik slim genoeg ben om het ook te kunnen, dat ik gewoon wat harder mijn best moet doen. Dit is de reden waarom we dit systeem gewoon aanvaarden – mensen hebben het voor ons gedaan, en dat lukte hen perfect. Ik durfde me geen vragen te stellen daarbij, overtuigd dat ik gewoon excuses zocht voor mijn eigen falen. Want als het bij mij niet lukt, dan ben ik gewoon niet gemotiveerd of slim genoeg.

Maar de waarheid is dat geen enkele “gemakkelijkere” opleiding vlotter zou verlopen onder dit systeem, want ik ben ziek. Ik leer mezelf nog aanvaarden dat mijn depressie een ziekte is, en dat dit examensysteem, en de maatschappelijke druk die daarmee gepaard gaat, mijn ziekte vertienvoudigt. En dat dat eigenlijk heel logisch is: een persoon heeft nood aan menselijk contact, aan hobby’s, aan ontspanning. Dit neemt men weg van studenten gedurende 4 à 6 maanden per jaar – en we denken dat dat geen gevolgen zal hebben op hun psychisch welzijn. Wat doet dit met studenten die al psychische stoornissen hebben? Dit is een systemisch probleem dat niet opgelost wordt door ‘van opleiding te veranderen’. (Natuurlijk wordt niemand verplicht zich op te sluiten – maar kijk even naar de reacties wanneer een student(e) tijdens zijn/haar examens iets buiten doet: “moet je niet studeren?”)

Maar ik ben niet alleen ziek, ik ben ook arm. Niet super arm, maar arm genoeg dat ik met angst naar examenmaanden kijk. Echte angst. (Het is ook problematisch, trouwens, dat we armoede moeten onderverdelen in ‘arm’ en ‘super arm’.) Ik kan niet beschrijven hoe moeilijk de maanden zijn wanneer ik besef dat ik niet al mijn boeken kan betalen, of dat ik moet kiezen tussen het aankopen van een codex of een paar dagen eten. November, april en juli zijn dan ook extreem omdat ik veel werk om geld aan de kant te kunnen zetten om mijn blok en examens op een ietwat ‘menselijke’ manier te kunnen overleven.

En ik heb dan nog het “privilege” om tijdens de examens zelf niet (te veel) te moeten werken omdat ik in de slechtste gevallen eten kan krijgen bij mijn familie, en heel goede vrienden heb bij wie ik terecht kan. Maar ik heb studenten gezien die tussen twee examens door nog een tiental uren moeten werken om niet dakloos, werkloos of zonder eten te zitten. En universiteiten die helemaal geen rekening houden met hun werksituatie, ook wanneer de studenten ingeschreven zijn als werkstudenten. Wat is het nut dan, van zo’n statuut, als je het niet doortrekt tot de examens?

Waarom vergelijken we ons telkens met landen die het zo veel slechter doen, in plaats van streven naar een systeem dat ook rekening houdt met mensen met psychische stoornissen en mensen met een véél lager inkomen?

Wanneer ik dan nadenk over het feit dat België in feite een van de meer betaalbare landen is om in te studeren, stel ik me echt vragen bij de kapitalistische wereld waarin we leven. Het is hier namelijk beter dan in veel van de zogenaamde “ontwikkelde landen” – studeren in de VS, in het VK of zelfs in Nederland, is heel duur. Maar waarom vergelijken we ons telkens met landen die het zo veel slechter doen, in plaats van streven naar een systeem dat ook rekening houdt met mensen met psychische stoornissen en mensen met een véél lager inkomen?

Waarom zouden wij niet streven naar een inclusieve onderwijs- en examensysteem, waar het welzijn van de studenten ook een centrale plaats krijgt, naast een kwalitatieve en waardevolle opleiding? En waar ‘kennis’ niet gemeten wordt door de hoeveelheid leerstof een student op korte tijd kan proppen in haar/zijn hersenen en de hoeveelheid stress hij/zij kan verdragen?

Maar we moeten ook stoppen met jongeren aan te leren dat op examens slagen en een diploma behalen ‘the be-all and end-all’ is. Het aantal getalenteerde jongeren rondom mij die tijdens examens letterlijke mentale inzinkingen hebben wanneer ze aan hun toekomst denken, is gewoon te groot. Jongeren die sowieso grootse dingen zullen doen, mét of zonder diploma. Jongeren die sowieso grootse dingen zullen doen, ook als dat diploma een of twee jaartjes later komt. Het feit dat die inzinkingen zo standaard zijn dat wij daar allemaal om lachen, daar meme-pagina’s over maken en al wenend onze collectieve zelfdoding plannen, baart mij zorgen.

Het beste wat ik ooit heb geleerd tijdens mijn opleiding, is dat mijn resultaten mijn waarde als persoon niet bepalen. Ik doe zo veel dingen – ik werk, ik studeer, ik doe vrijwilligerswerk, ik zet me in voor de maatschappij. Ja, een diploma is belangrijk, maar het is oké als ik het mijne niet behaal binnen de arbitraire tijd die de maatschappij voor mij heeft bepaald – zeker omdat mensen zoals ik niet in overweging genomen werden bij het bepalen van die arbitraire tijd (of van de leerstof, maar de (neo)koloniale boodschap in de leerstof van onze scholen is voor een andere column).

Ik ben een waardevolle persoon, die waardevolle dingen kan doen – en doét –, ook als het op school eens minder goed gaat. En ik ben een waardevolle persoon, die waardevolle dingen kan en zal doen, ook indien het uiteindelijk niet zou lukken om dat diploma te behalen. En mijn psychisch welzijn is duizenden keren belangrijker dan om het even welk blad papier – ik kan namelijk niet afstuderen, als ik dood ben.

Mezelf de “wat als” vraag stellen, heeft er voor gezorgd dat ik tijdens deze examenperiode, ondanks de inzinkingen, géén zelfdodingsplannen heb gemaakt. “Wat als het niet lukt? – Dan maar in augustus. – En wat als dat niet lukt? – Dan maar volgend jaar. – En als dat ook niet lukt? – Dan nog zijn er oplossingen. Dan nog kan je een goede persoon zijn en goede dingen doen. Dan nog komt het goed.”

Aan alle studenten die deze week hun punten krijgen: wat die punten ook mogen zijn, wat je redenen ook mogen zijn, weet dat school niet voor iedereen is, en dat je je tijd mag nemen, of mag stoppen – er zijn waardevolle alternatieven, je kan een goede persoon zijn, en goede dingen doen. Het komt goed.

Sabrine Ingabire is schrijfster, activiste en studente. Je kan haar op Facebook volgen.

Denk je aan zelfmoord en heb je nood aan een gesprek, dan kan je terecht bij de Zelfmoordlijn op het nummer 1813 of via www.zelfmoord1813.be