Twee minuten racisme maken me strijdvaardig voor de rest van mijn leven

Nozizwe Dube

Nozizwe Dube

27 mei 2016
Column

Twee minuten racisme maken me strijdvaardig voor de rest van mijn leven

Twee minuten racisme maken me strijdvaardig voor de rest van mijn leven
Twee minuten racisme maken me strijdvaardig voor de rest van mijn leven

Racisme leeft, en voor sommige mensen is het een bijna dagelijkse ervaring, weet Nozizwe Dube. Hoe kan een politicus vandaag de dag polariserende uitspraken als ‘alle Aziaten hebben wellicht een hoger IQ dan zwarten’ uitkramen? Is Filip Dewinter met zijn gedachten niet verder geraakt dan het koloniale tijdperk?

‘Wie is hier op zoek naar een stageplek?’ vroeg de eigenaar van de optiekzaak. Hij wierp een vluchtige blik naar ons. Vervolgens keek hij verder in de rest van de winkel. Hij draaide zich om naar de verkoopster en stelde zijn vraag opnieuw.

Er was niemand anders in de winkel. Ik wist dat. Behalve ik, mijn moeder, de verkoopster en de eigenaar was er niemand anders de winkel. Dat een van ons dus op zoek was naar een stageplek, was zeer duidelijk.

‘Zij?’ vroeg de eigenaar weer. Zijn verhoogde stem getuigde van ongeloof en rancune. De verkoopster liep rood aan. Zij vermeed oogcontact met ons. Haar mooie glimlach verdween als sneeuw voor de ochtendzon.

‘Waarom denken jullie dat de klanten hier geholpen zouden willen worden door iemand met een huidskleur zoals die van jullie?’ vroeg hij. Alsof hij iets vanzelfsprekend met ons deelde.

Die paar minuten en die woorden hebben mij getekend voor de rest van mijn leven

Kleur maakt verschil

Examens komen eraan voor de studenten onder ons. De straten in universiteitssteden liggen er rustiger bij voor de komende weken. Voor de ene student is een diploma in zicht, voor de andere is de kans daarop een stuk kleiner. Toekomstperspectieven worden verfijnd, er wordt meer nagedacht over de precieze aanpak van sollicitatie, CV’s worden opgeknapt. Maar voor mij is denken aan de toekomst een alledaagse bekommernis, die altijd lijkt te vertrekken vanuit die ene optiekzaak, op die ene dag.

Het is niet makkelijk voor jongeren die op zoek gaan naar een job. Maar wie geen blanke huidskleur heeft, moet afrekenenen met dextra struikelblokken: discriminatie op basis van etnisch-culturele afkomst of huidskleur is een groeiende realiteit, niet een historisch gegeven.

In zijn ogen is er een hiërarchie: de blanke persoon bevindt zich bovenaan en onderaan bevindt zich de zwarte persoon.

Wat de man in zijn optiekzaak deed, was racistisch. Volgens hem hebben blanke mensen de kennis en ‘juiste’ huidskleur om een opticien te zijn voor alle burgers. Maar een zwarte vrouw met hetzelfde Vlaamse diploma kan dat werk niet doen omdat klanten met een blanke huidskleur, volgens hem, niet door haar aangeraakt zouden willen worden.

Hij vindt dat een blanke opticien wel de kennis heeft om advies te geven over welke bril past bij welke klant, ongeacht de huidskleur. Maar een zwarte vrouw kan dat niet volgens hem. De blanke man is superieur in zijn ogen en hij ziet een duidelijke hiërarchie: de blanke persoon bevindt zich bovenaan en onderaan bevindt zich de zwarte persoon.

Racisme leeft, en voor sommige mensen is het een bijna dagelijkse ervaring.

Kansen grijpen

En dan durft een herrezen politicus bovendien polariserende uitspraken zoals ‘alle Aziaten hebben wellicht een hoger IQ dan zwarten’ uit te kramen. Is Filip Dewinter met zijn gedachten niet verder geraakt dan het koloniale tijdperk? Het superieur-inferieur discours is achterhaald. Get over yourself.

Daarnaast stellen andere mensen het bestaan van racisme in vraag. Ze zeggen dat er kansen gegeven worden aan iedereen en dat wij die maar moeten grijpen. Alsof kansen aan bomen groeien en mensen met een donkere huidskleur ze zomaar kunnen plukken. Alsof kansen op een gouden dienblad voorgeschoteld worden.

De zwarte jongen, die bij het afgeven van zijn Vlaamse diploma in een kantoor de mededeling krijgt dat hij ‘onmogelijk een Vlaamse diploma kan hebben’, is het daar alvast niet mee eens. De moeder uit Tanzania, met een erkende diploma Biochemie en Biotechnologie, die moet werken als poetsvrouw in Leuven, is het daar ook niet mee eens. De vader uit Zimbabwe met een erkend diploma Optiek-optometrie die als taxichauffeur in Brussel moet werken, is het daar niet mee eens.

Hun kinderen, die de vernedering van hun ouders moeten aanzien, vechten dagelijks tegen het gewicht die op hun leven en hun kansen weegt. Dit allemaal omdat sommigen zich superieur voelen en anderen in inferioriteit wil doen leven.

Omarm mijn kleur

Wij moeten inzien dat kleurverschillen geen invloed hebben op de capaciteiten van mensen.

Laten we beginnen met het erkennen van de fysieke verschillen die er zijn. Ik ben niet blank, en dus vind ik het vanzelfsprekend dat iedereen dat ziet. Zeg niet: ‘Ik zie geen kleur’. Je ziet zewel. Racisme los je niet op door kleurenblind te zijn. Omarm mijn kleur en behandel haar niet als minderwaardig.

Daarna moeten wij als mensheid inzien dat die verschillen geen invloed hebben op de capaciteiten van mensen. Sommigen hebben die mindshift nog niet gemaakt en dat voedt en voegt zuurstof aan de haarden van racisme. Laten we ook het bestaan van racisme erkennen. Als we een probleem willen aanpakken, dan moeten we het ook durven benoemen.

Ik vecht wel door

Het feit dat mensen zich superieur voelen en gedragen, laat soms grote emotionele en psychologische wonden na bij de onderdrukte mensen. De gevolgen voor kinderen en jongeren zijn nog groter.

Maar ik gun geen enkele racist het voordeel van de twijfel. Ik vind mijn kracht in het omarmen van mijn authenticiteit. Het denigrerende gevoel van toen zet ik om in energie om hard te werken aan wat goed is. Ik zet de strijd wel voort.

Trouwens, er bestaat geen superieure cultuur en geen voortreffelijk volk. Wat wel bestaat, zijn verschillende manieren van leven, verschillende strekkingen in de wereld. Ieder is evenwaardig.