Radicaal, extreem of gewoon gevaarlijk?

Column

Taal is nooit neutraal

Radicaal, extreem of gewoon gevaarlijk?

Radicaal, extreem of gewoon gevaarlijk?
Radicaal, extreem of gewoon gevaarlijk?

Taal is nooit neutraal. Het is duidelijk dat er een rechtstreeks verband is tussen woorden en daden en tussen verkiezingstaal en beleid, schrijft MO*columniste Bieke Purnelle. Kijk maar naar bijvoorbeeld Viktor Orbán. Die deed precies wat hij de Hongaren beloofde.

© Brecht Goris

Bieke Purnelle

© Brecht Goris

Taal is nooit neutraal, stelt MO*columniste Bieke Purnelle. Het is duidelijk dat er een rechtstreeks verband is tussen woorden en daden, tussen verkiezingstaal en beleid. Terwijl men zich na de verkiezingen in Italië druk maakte over de correcte bewoording voor de ideologie van Meloni, dachten anderen in hoofdzaak aan de Italiaanse vrouwen, mensen van kleur en lgtbqi+’ers.

Sinds de Italiaanse verkiezingszege van Georgia Meloni en haar Frattelli d’Italia woeden semantische discussies over of mevrouw Meloni nu radicaal of extreem, fascistisch of gewoon rechts is. De partij heeft de vlam die verwijst naar de fascistische dictator Benito Mussolini in haar logo staan en neemt uitgesproken nationalistische, anti-feministische, homofobe en racistische standpunten in, maar laten we vooral debatteren over waar op rechts ze zich exact bevindt.

Taal is nooit neutraal maar draagt de lading van de betekenisgever en de verstaander. Wat voor de een radicaal is, is voor een ander doodgewoon. Extreem is vooral wat men persoonlijk niet begrijpt en streng afkeurt. Opmerkelijk ook, hoeveel belang deze taalkundige kwestie kreeg toebedeeld door lieden die alles wat hen niet zint woke noemen, een woord als een goedkope passe-partout.

Dat we de politieke daden moeten beoordelen, eerder dan te luisteren naar de woorden, is een dooddoener waar we weinig mee kunnen.

Terwijl men zich druk maakte over de correcte bewoording voor de ideologie van Meloni dachten anderen in hoofdzaak aan de Italiaanse vrouwen, mensen van kleur en lgtbqi+’ers, die allicht minder leuke tijden tegemoet zien.

Hele pagina’s vol navelstaarderige analyses over het hoe en waarom van verkiezingsuitslagen, en de reële versus utopische ambities van de winnaars, maar de impact op gewone mensen past in een overlijdensbericht. Soms lijkt politieke journalistiek bizar veel op sportverslaggeving.

Dat we de politieke daden moeten beoordelen, eerder dan te luisteren naar de woorden, is een dooddoener waar we weinig mee kunnen en die doorgaans bedoeld is om bezorgdheden te minimaliseren. Wat betekent het trouwens? Dat woorden wind zijn, volstrekt niet ernstig te nemen en dus hol geblaat? Het zou zomaar kunnen, maar sta mij toe dat feit op zich en de deemoed die het oproept tragisch te vinden. Als politici niet menen wat ze zeggen, op basis van welke criteria worden ze dan verkozen?

Dat de soep nooit zo heet gegeten wordt als ze wordt opgediend is een spreekwoord waar ik weinig geloof aan hecht.

Persoonlijk baseer ik me liever op de geschiedenis en de recente en relevante precedenten. Wie waren de voorgaande onrustwekkende extreemrechtse kandidaten en wat is er van hun vage en minder vage plannen en beloftes geworden? Dat valt allemaal nogal mee of tegen, afhankelijk van de groep burgers waartoe je behoort. Dat er een rechtstreeks verband is tussen woorden en daden, tussen verkiezingstaal en beleid is duidelijk.

Viktor Orbán deed precies wat hij de Hongaren beloofde: de vrije pers aan banden leggen, het conflict opzoeken met de EU, de vakbonden saboteren en een “pro-gezinsbeleid” voeren, wat in de praktijk neerkomt op extra middelen voor de traditionele hogere middenklasse. De kinderbijslag voor gezinnen in armoede werd bevroren op 34 euro per maand. De werkloosheidsuitkering werd van 9 maanden naar 90 dagen gebracht. De openbare omroep en andere media zijn in handen van de regering of haar bondgenoten. De beruchte anti-homowet van 2021 legt seksuele voorlichting aan banden en maakte van homoseksualiteit en geslachtsverandering een volslagen taboe. De abortuswetgeving werd er onlangs verscherpt.

De eerste beleidsdaad van de Poolse Partij voor Recht en Rechtvaardigheid was het afschaffen van de regeringsgevolmachtigde voor de gelijke status van mannen en vrouwen, die controle uitoefende op genderdiscriminatie. De strenge Poolse abortuswetgeving werd nog aangescherpt. Ook wanneer een foetus een aangeboren afwijking vertoont is abortus strafbaar.

We zijn er zo aan gewend geraakt dat dat politici vaak niet doen wat ze zeggen, dat we ons niet meer kunnen voorstellen dat sommigen precies doen wat ze beloofden.

President Duda pleitte tijdens zijn recente presidentscampagne voor een verbod op informatie over holebirechten in openbare scholen en noemde de “LGBT-ideologie” “neo-bolsjewisme”. Een hondertal Poolse dorpen verklaarden zich LGBT-vrij. Het land wil zich ook terugtrekken uit het verdrag van Istanbul, dat gendergerlateerd geweld wil voorkomen en bestrijden.

De Braziliaanse president Jair Bolsonaro presenteerde zich meteen als behoeder van het christendom en de conservatieve waarden. Zijn hate speak ten aanzien van minderheden, vrouwen en lgtbqi+ lieten weinig aan de verbeelding over. Hij verklaarde onder meer dat homoseksualiteit veroorzaakt werd door drugsgebruik en dat hij een dode zoon zou verkiezen boven een homoseksuele zoon.

Sinds zijn aantreden zijn de cijfers inzake seksueel geweld en femicide met 40 % gestegen. Braziliaanse vrouwen die zwanger worden na een verkrachting moeten sinds kort gedetailleerd bewijzen dat ze verkracht werden voor ze recht hebben op een abortus. Wie geen bewijs kan voorleggen riskeert gerechtelijke vervolging.

Het is maar een greep uit het weinig opbeurende opbod van beleidspraktijken die omstandig en onverbloemd werden aangekondigd. Wat deze leiders verbindt is een gedeelde en openlijke haat voor alles wat volgens hen indruist tegen de conservatiefste christelijke gezinswaarden, een afkeer die geen bijkomstigheid is, maar de kern van hun discours en beleid. Sussend abstractie maken van dit discours is weinig minder dan een openlijk je m’en fous ten aanzien van minderheden en vrouwen, die altijd de duurste prijs betalen.

Het is problematisch dat politici vaak niet doen wat ze beloofden, maar we zijn er zo aan gewend geraakt dat we ons niet meer kunnen voorstellen dat sommigen precies doen wat ze beloofden. Wie zich wel zorgen maakt wordt hysterie en blinde paniek verweten, doorgaans door lieden die niet het doelwit zijn van het geplande of beloofde beleid.

Soms wordt de soep nog heter gegeten dan ze wordt opgediend en verbranden mensen hun tong.