Raken we dan nooit van de collaboratie af?

Column

Weinig schuldinzicht, veel herhaling van de geschiedenis

Raken we dan nooit van de collaboratie af?

Raken we dan nooit van de collaboratie af?
Raken we dan nooit van de collaboratie af?

Nationalisme en vreemdelingenhaat vergiftigen andermaal onze samenleving, merkt MO*columnist Walter Zinzen. De geschiedenis herhaalt zich nooit op dezelfde wijze, zo wil het cliché. Maar ze herhaalt zich wel degelijk.

© Brecht Goris

Walter Zinzen

© Brecht Goris

Het aantal boeken over de Tweede Wereldoorlog en de rol daarin van de collaborateurs, die met de Duitse bezetter samenwerkten, is haast niet meer te tellen. Zowel historici als schrijvers, van wie je eerder fictie verwacht, leveren niet alleen interessante maar ook ongemeen boeiende werken af. Af en toe verschijnt een boek waarvan je je afvraagt waarom het geen deining veroorzaakt.

Dat is zeker het geval met De Opgang van Stefan Hertmans. Hij noemt het een roman, maar hij heeft er ontzettend veel research in gestoken. Sommige passages kunnen best fictie zijn, maar het hoofpersonage heeft wel degelijk bestaan. Hertmans heeft het leven gereconstrueerd van Willem Verhulst, oud-SS'er en medeplichtig aan de deportatie – en dus de dood – van honderden mensen.

Lof voor Griet

Verhulst had een verhouding met een zekere Greta Latomme, in de wandeling Griet genoemd, met wie hij later getrouwd is. Ze was het helemaal eens met wat Verhulst uitvrat, was lid van de DeVlag (Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap), die zeer nauw samenwerkte met de SS, en ondertekende haar brieven met Heil Hitler. Kortom: een nazi pur sang.

Geheel kritiekloos zingt Bart De Wever de lof van een dame die zich medeschuldig heeft gemaakt aan zware misdaden tegen de menselijkheid.

Maar wat heeft Hertmans over haar ontdekt? Haar negentigste verjaardag werd groots gevierd door oud-collaborateurs en Vlaamsgezinden. Ik citeer Hertmans letterlijk: ‘De laudatio voor Griet is, ik moet twee keer kijken voor ik het geloof, van de hand van Bart De Wever, de huidige flamingante burgervader van Antwerpen, voorzitter van de grootste Vlaams-nationale partij (N-VA, red.), zelf afkomstig uit een extreemrechts milieu en op dat ogenblik districtsraadslid voor de Volksunie. (…) De jonge politicus noemt Griet “een kranige dame die haar leven in dienst stelde van de Vlaamse ontvoogding”, hij maakt ongegeneerd gewag van Griets lidmaatschap van de DeVlag. Een aantal oud-SS'ers passeert de revue als goede vrienden en kennissen.'

Griet werd na de oorlog gearresteerd. Daarover zegt De Wever, zo heeft Hermans gelezen: ‘Het gevangenisleven was geen pretje, maar Griet liet nooit de moed zakken. Ze betekende zoveel voor zovelen, we hopen nog lang van haar vriendschap te mogen genieten.’ (p. 386-387).

De Opgang is al twee jaar geleden gepubliceerd, maar deze passage heeft tot nog toe geen enkele rimpeling veroorzaakt in politieke en journalistieke milieus. Dat is onbegrijpelijk en verbijsterend. Hier spreekt een man die vandaag de grootste politieke partij leidt en wiens ambitie het is de Belgische staat uit te kleden. Geheel kritiekloos zingt hij de lof van een dame die zich medeschuldig heeft gemaakt aan zware misdaden tegen de menselijkheid. Maar niemand die, voor zover ik weet, hem daarover aanpakt. Of komt het omdat politici en journalisten geen boeken lezen?

Hoe kun je samenwerking met een regime dat miljoenen mensen de dood injoeg in hemelsnaam géén misdaad noemen?

Hoe dan ook mogen we ons afvragen of dit dezelfde De Wever is die de collaboratie herhaaldelijk heeft veroordeeld. Hij noemde ze een zware fout en een zwarte bladzijde in de geschiedenis, die het Vlaams-nationalisme onder ogen moet zien en die het nooit mag vergeten. Is hier sprake van voortschrijdend inzicht of juist niet?

Het laatste is te vrezen. Want de collaboratie een “fout” noemen is één ding, maar erkennen dat het een misdaad was een heel ander. Hoe kun je samenwerking met een regime dat miljoenen mensen de dood injoeg in hemelsnaam géén misdaad noemen? Toch heeft De Wever dat nooit ofte nimmer gedaan.

Sterker nog: hij weigert – zo zei hij ooit op de VRT – individuele collaborateurs te veroordelen omdat daar “vooral veel grijs” is. Van dat grijs is in zijn lofzang op Greta Latomme anders niet veel te merken.

Schuldinzicht?

De collaborateurs zelf zijn aan het uitsterven. Maar van schuldinzicht is weinig sprake, ook niet bij hun nakomelingen. Mark Grammens bijvoorbeeld, zoon van een collaborateur en jarenlang boegbeeld van politiek dakloos maar links Vlaanderen, verweet De Wever dat hij zijn eigen principes en die van zijn partij verloochende door de collaboratie een fout te noemen.

Op een viering te zijner ere, kort voor zijn dood (in 2017), eiste Grammens dat er een standbeeld ter herinnering aan de collaboratie zou worden opgericht. In 2009 had hij de Prijs voor de Vrijheid gekregen van de liberale denktank Nova Civitas. De rechtse nieuwssite Doorbraak organiseert naar hem genoemde lezingen.

Twee weken geleden werd Oswald Van Ooteghem begraven, ex-lid van de Waffen-SS en oud-Oostfrontstrijder, die 98 werd. Na de oorlog werd hij opgevist door de Volksunie en belandde hij in het parlement. Bij zijn dood werd hij herdacht door de Vlaamse parlementsleden van vandaag, maar de linkse oppositie deed niet mee.

Walter Pauli borstelde een uitgebreid portret van hem in Knack. Daaruit blijkt dat Van Ooteghem vaak heeft verwezen naar de gruwelen die hij aan het Oostfront heeft mee gemaakt, maar zorgvuldig zweeg over de gruwelen die hij zelf heeft aangericht. Nooit ofte nimmer heeft hij blijk gegeven van enig schuldinzicht. Wel vond hij dat hij misleid is geweest.

Je zou kunnen zeggen: ach, al die oude mannen, laat ze in vrede sterven, die collaboratie is van lang voor onze tijd. Nee dus.

En dan is er nog Hector De Bruyne, tijdens de oorlog redacteur bij Volk en Staat, de krant van het collaborerende VNV (Vlaams Nationaal Verbond). Na de oorlog werd hij tot zeven jaar veroordeeld, maar al na twee jaar werd hij vrijgelaten om gezondheidsredenen. Ik heb hem leren kennen op de Gazet van Antwerpen, waar hij een paar jaar gewerkt heeft. Een buitengewoon innemend man, erudiet, levensgenieter, zou geen vlieg kwaad doen.

Later werd hij in de Belgische regering minister van Buitenlandse Handel. Een anti-Belgicist in een Belgische regering! Hij was de enige niet, dat is waar, maar je zou toch denken dat zo iemand afstand heeft genomen van zijn collaboratieverleden. Maar wat werd me onlangs verteld? Dat Hector op zijn sterfbed familie en vrienden bij zich geroepen heeft om ze ervan te overtuigen dat de collaboratie juist en verantwoord was.

Giftig gedachtegoed

Je zou kunnen zeggen: ach, al die oude mannen, laat ze in vrede sterven, die collaboratie is van lang voor onze tijd. Nee dus. Het collaborerende Vlaams Nationaal Verbond noemde de democratie rot en verwerpelijk. Net als de Duitse nazi’s huldigde het VNV het Führerprinzip, het Leidersprincipe. Een dictatuur was wat ze wilden.

We hebben dus niets geleerd uit het verleden. Dit keer lopen de neofascisten rond in pak en das en doen zich voor als vreedzame hervormers.

Vandaag de dag wil 20% van de Belgen een dictatuur of een éénpartijstaat. Dat blijkt althans uit een enquête van de krant La Libre, de RTBf en Het Laatste Nieuws. Dat is dus exact dezelfde mentaliteit als de onvrede over de democratie tijdens het Interbellum (de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw). Net zoals toen is die afkeer voor de democratie een voedingsbodem voor extreemrechts.

De politieke erfgenamen van de collaboratie vindt men terug in het Vlaams Belang en gedeeltelijk ook bij de N-VA. Schild en Vrienden huldigt zonder schroom neonazistandpunten, zeker als het over buitenlanders en linksen gaat. Een vereniging van jonge lui, die noch de oorlog noch de collaboratie hebben meegemaakt maar wel aanknopen bij het giftige gedachtegoed van die tijd.

Vlaams Belang kijkt goedkeurend toe. En bedreigt leerkrachten die in de klas dingen vertellen die het Belang afkeurt. Waar gebeurde dat ook weer in het verre verleden? Toch is Vlaams Belang erg populair bij studenten en zelfs scholieren. Philip (want zo staat hij in het bevolkingsregister) Dewinter spreekt voor volle zalen over zijn boek Omvolking, een begrip dat recht uit het nazivocabulaire komt.

Dagboek 1933

We hebben dus niets geleerd uit het verleden. Niemand die het beter weet dan Dirk Verhofstadt. Hij heeft zopas een boek gepubliceerd dat Dagboek 1933 heet. Hij beschrijft daarin nauwkeurig dag na dag de gebeurtenissen in Duitsland in het jaar dat Hitler aan de macht kwam.

Hij citeert uitspraken van de nazi’s en van degenen die met hen sympathiseerden. Die gebeurtenissen en uitspraken vergelijkt hij met wat zich vandaag de dag afspeelt in West-Europa en de Verenigde Staten. Hallucinant en beangstigend tegelijkertijd. De collaborateurs zijn dood, hun ideeën niet: Verhofstadt bewijst het met feiten. De geschiedenis herhaalt zich nooit op dezelfde wijze, zo wil het cliché. Maar ze herhaalt zich wel degelijk.

Nee, de democratie bekampen doen de huidige neofascisten niet, ze hollen ze uit en verkopen zichzelf als de ware democraten. Dit keer lopen ze rond in pak en das, en doen zich voor als vreedzame hervormers. Stampende laarzen zijn er niet meer bij. Maar Hans Van Temsche, Anders Behring Breivik, Brenton Tarrant, James Alex Fields Jr en vele andere racistische moordenaars beroepen zich zonder uitzondering op gedachten en opinies die in niets verschillen van wat onze collaborateurs inspireerde.

Nationalisme en vreemdelingenhaat vergiftigen andermaal onze samenleving. Laten we er in hemelsnaam voor zorgen dat er niet opnieuw uitroeiingskampen komen, laten we onze democratie koesteren en verdedigen, ondanks het feilen en falen ervan.

Want Churchill heeft nog altijd gelijk: de democratie is de slechtst mogelijke regeringsvorm, met uitzondering van alle andere regeringsvormen. Maar ze kan niet overleven als extreemrechts andermaal de kans krijgt een ”nieuwe orde” te vestigen. Laten we er dus voor zorgen dat de geschiedenis zich helemaal niet herhaalt in plaats van niet helemaal.