Rassenhaat in de VS is geen louter zwart-wit verhaal

Column

De weg naar aanvaarding en gelijke behandeling van Chinezen in Amerika kent vele hindernissen

Rassenhaat in de VS is geen louter zwart-wit verhaal

Rassenhaat in de VS is geen louter zwart-wit verhaal
Rassenhaat in de VS is geen louter zwart-wit verhaal

Systemisch en institutioneel racisme is in de Verenigde Staten niet beperkt tot de zwarte gemeenschap, weet MO*columniste Ching Lin Pang. Ook de tienduizenden Chinezen die vanaf de 19de eeuw naar de VS migreerden werden (en worden) dagelijks geconfronteerd met vreemdelingenhaat en discriminatie.

© Brecht Goris

Ching Lin Pang

© Brecht Goris

Afgelopen woensdag bood Sam Liccardo, de burgemeester van San José, de tiende grootste stad van de VS, officiële excuses aan aan de Chinees-Amerikaanse gemeenschap voor ‘het systemisch en institutioneel racisme, vreemdelingenhaat en discriminatie’. Hij doelde meer specifiek op het platbranden van het toenmalige Chinatown in die stad in 1887.

Zoals blijkt uit de recente opflakkering van anti-Chinese gevoelens naar aanleiding van de COVID-19-pandemie is racisme in de VS niet beperkt tot de zwarte gemeenschap. De discriminatie geldt eveneens voor Chinezen, andere Aziaten en migranten met een niet-blanke huidskleur in het algemeen.

Het officiële pardon is geen primeur. Eerder verontschuldigden andere Amerikaanse steden en ook de staat Californië zich voor discriminatie en haat tegenover de Chinees-Amerikaanse gemeenschap. Het is wel zo dat San José een relatief grote stad is in de VS en dat Chinese migranten een aanzienlijke bijdrage leverden aan haar historische ontwikkeling (zowel als aan die van de staat Californië in haar geheel).

In de 19de eeuw vonden vele jonge Chinese mannen, die geen toekomst zagen in het eigen land, hun weg naar Amerika, opgehitst door de Californische goudkoorts. De Chinese naam van San Francisco “oude goudberg” behoeft geen commentaar.

In 1870 telde Amerika 63.000 Chinezen, waarvan 77% in de staat Californië. Helaas werden weinigen rijk van de goudwinning. Het merendeel vond werk in de mijnbouw, de aanleg van transcontinentale spoorwegen, de landbouw en de opkomende zeevruchtenindustrie van zeeslakken en garnalen.

Chinatown in San Jose, het kloppend hart van de Chinese gemeenschap, werd gezien als openbare overlast.

De Chinezen ondervonden niet alleen alledaags racisme maar werden op institutionele wijze gediscrimineerd door de Uitsluitingswet tegenover Chinezen van 1882. Deze wet had als bedoeling migratie uit China te verbieden gedurende 10 jaar maar zou pas in 1943 (!) opgeheven worden. Niet dat daarmee de migratie compleet opdroogde want de meesten vonden op illegale wijze de weg om toch het land binnen te komen.

Voorts werd het leven van de Chinezen op het Amerikaans gebied almaar schrijnender. Hen werden allerlei rechten ontzegd zoals de verwerving van eigendom, huwen met blanke Amerikanen en toegang tot publieke scholen. Dat San Jose als landelijk gebied zoveel Chinezen aantrok heeft te maken met de vijandige houding van stedelingen jegens Chinezen, die hen uit de stad pestten.

In San Jose werkten de Chinezen in de landbouw en fruitteelt. Ondanks hun economische bijdrage werden zij gezien als een bedreiging en Chinatown, het kloppend hart van de gemeenschap, als openbare overlast.

Toen de stad in 1887 besloot om op de gronden van Chinatown te bouwen, namen plaatselijke brandstichters de wet in eigen handen en legden Chinatown genadeloos in de as. In deze brand liet de grootvader van Connie Young Yu, historica en auteur van het boek Chinatown of San Jose bijna het leven. Naast de vernieling van honderden huizen en winkels werden meer dan 1400 Chinezen dakloos.

Gewone Chinezen dreigen het slachtoffer te worden van de rivaliteit tussen de Verenigde Staten en China.

De officiële verontschuldiging werd positief onthaald door de lokale Chinees-Amerikaanse gemeenschap. Het publieke pardon dat een moeilijk hoofdstuk in de geschiedenis van rassenhaat en ongelijke behandeling aanraakt, onthult niet enkel het groot onrecht tegenover de Chinese gemeenschap maar erkent ook hun bijdrage aan de ontwikkeling van de stad.

Voor vele, blanke Amerikanen als hun medestadsgenoten met een Chinese migratieachtergrond is dit een openbaring omdat Chinese migratie doorgaans niet op school wordt onderricht. De Chinees-Amerikaanse gemeenschap is tevreden met dit gebaar van verzoening, vooral ook omdat de burgemeester beloofde beter te doen in de toekomst.

Of daarmee het racisme tegenover Chinese Amerikanen uitgeroeid is, is nog maar de vraag. Het probleem van de Chinezenhaat is weliswaar officieel veroordeeld maar de weg naar aanvaarding en gelijke behandeling van Chinezen in Amerika kent vele hindernissen. De moeilijkheid wordt niet alleen veroorzaakt door de COVID-19-pandemie maar ook en vooral door de polariserende relatie tussen Amerika en China als grootmacht. In deze titanenstrijd dreigen gewone Chinezen het slachtoffer te worden van deze rivaliteit.