Robots voor de moderne arbeidsmarkt

Column

Robots voor de moderne arbeidsmarkt

Robots voor de moderne arbeidsmarkt
Robots voor de moderne arbeidsmarkt

De moderne arbeidsmarkt maakt van mensen robots, die alles maar moeten pakken wat ze kunnen pakken, zegt Samirah Atillah in haar maandelijkse MO*column. De waarden die ze geven aan mensen met deze arbeidsmarkt, dat debat volgt nooit.

© Brecht Goris

© Brecht Goris​

‘Ze zei dat ik géén ervaring heb en dat mijn diploma niet aansluit…’ De vriendin keek me aan terwijl ze verder raasde.. ‘En toen zei ze me dat ik maar moest blijven kijken op hun website.’ Ze beet op haar lip van boosheid. ‘Ik wil gewoon werken, we zijn al zo ver gekomen, dat ik niet eens meer mijn droomwerk wil doen, maar gewoon IETS wil doen. Eender wat.’

Veel vrienden zoeken tegenwoordig naar werk. Als ze niet werkloos zijn, dan rijgen ze het ene na het andere interimjobke aan elkaar. Vroeger beweerde men dat dit “een opstap” was naar werk. Tegenwoordig lijkt het geen uitzondering meer. Dat de vrienden goede diploma’s hadden en goede kwalificaties, maakte ook niets meer uit. Ze waren net zoals al die werkzoekenden, op zoek naar werk en dat via interimsystemen. Dat de hoogopgeleide vrienden nu het werk “stalen” van de “arbeidersklasse’, vonden ze al niet erg meer. ‘Werk is werk’, zei de vriendin toen ik er wat van zei. ‘Ik ga ook WC’s poetsen als het moet hoor… Ik kan er ook niet tegen’, ging de vriendin verder. ‘Dat ze doen alsof er iets schort aan onze competenties. Alsof we achterlijk zijn, zo behandelen ze ons. En dan die toon… Ik bedoel; Met een te veel ge-jij en ge-jou, zette die dame van dat interimkantoor mij even op mijn plaats. Ik heb ook diploma’s hoor.’

‘Even later stond ik gewoon weer op straat, zonder werk en al die advertenties die aan het raam hingen, een stuk of 40, leken me uit te lachen.’

‘Even later stond ik gewoon weer op straat, zonder werk en al die advertenties die aan het raam hingen, een stuk of 40, leken me uit te lachen. Ze hadden niets voor mij.’ De vriendin had nu de tranen in haar ogen.

Daar zat ze dan. Werkloos en radeloos. Een CV waar ze altijd trots op was, met een grote verscheidenheid aan ervaring in allerlei richtingen, had blijkbaar helemaal geen waarde meer. En als ze dan al werk had, moest ze zich in allerlei bochten wringen, via een interimsysteem. De mensen begrepen het niet. Ze begrepen niet hoe iemand het ene moment als leraar kon werken en daarna als kuisdame, om dan een tijd later in een fabriek te werken waar ze reispilletjes nemen omdat je soms misselijk wordt van dat bandwerk. Dat ze een prachtig eindwerk in elkaar had gestoken met goede beleidsaanbevelingen voor het onderwijs, dat geloofden ze waarschijnlijk nooit. De vriendin was nergens meer trots op.

‘U heeft wel veel verschillende dingen gedaan, he mevrouw, zei die dame toen, in dat kantoor.’ De vriendin ging verder. ‘Natuurlijk heb ik verschillende dingen gedaan, omdat die contractjes hooguit een maand duren. Ik wilde haar dat zeggen, maar ze luisterde al niet meer.’

‘Waarom ben je zo boos?’, vroeg ik haar, nadat ik haar liet uitrazen. ‘Ik heb geld nodig. Om te eten, om te leven, weet je. Ik heb geen zin om terug naar mijn ouders te gaan. Ik wil leven, verdomme. Iedereen doet alsof het zo gemakkelijk is om werk te zoeken. Ja, ik heb werk, maar wat voor werk? Van het een naar het ander huppelen, ik heb geen collega’s, geen ritme, ik kan elk moment opgeroepen worden. Ik moet van die belachelijke t-shirts aantrekken van dat interimkantoor, wat mij onderscheidt van al die anderen, die wel vast werk hebben… Ik moet dat allemaal uitleggen aan mijn ouders en familie, op elk familiefeestje vragen ze wat ik nu weer doe… Ik wil gewoon respect en niet gezien worden als een machine… Ik ben zo moe.’

Ze was moe. Ik ook. Ik begreep haar. We zijn allemaal moe, van het steeds uit te moeten leggen. Hoe het is, om werk te zoeken.

Ze was moe. Ik ook. Ik begreep haar. We zijn allemaal moe, van het steeds uit te moeten leggen. Hoe het is, om werk te zoeken. De moderne arbeidsmarkt maakt van mensen robots, die alles maar moeten pakken wat ze kunnen pakken. De waarden die ze geven aan mensen met deze arbeidsmarkt, dat debat volgt nooit. Dat ze mensen reduceren tot objecten die sneller, harder en straffer moeten werken. Maakt niet uit of je werk dichtbij is, maakt niet uit of je het graag doet, het maakt niet uit of je niet zeker weet of je de dag erna moet gaan werken of niet, of je de helft van de maand thuis zit omdat ze je niet oproepen, of je telefoon ’s nachts onder je kussen ligt omdat je elk moment kan opgeroepen worden door een mogelijke werkgever…

Het leek niet uit te maken dat veel mensen werkzoekend waren, altijd op zoek waren naar een job maar tegelijkertijd werkte via bepaalde systemen en zo uit de statistieken vielen, maar niet genoeg verdienden omdat het zo’n precaire contracten zijn. Het leek allemaal niets uit te maken. We moeten maar niet zeuren, onze generatie, ‘het is nu eenmaal zo’. Maar dat het nu eenmaal zo is, wil niet zeggen dat we ons daarbij moeten neerleggen.

‘Ga je er over schrijven? Mensen moeten weten hoe dat is, hé…’ De vriendin keek me bijna wanhopig aan, terwijl ze op haar telefoon keek. ‘Ik zal dat doen. Ik weet dat veel mensen dat meem…’ De vriendin keek me al niet meer aan. ‘Ik moet gaan’, riep ze, terwijl ze meteen opstond. Ze liet haar telefoon zien: 14.00u-> Nike -> Contact us.

Tags