What happens on tour stays on tour. Of niet.
“‘Stijn Meuris, Joachim en het vliegend mobieltje’
Vorige week tijdens een schoolvoorstelling van een toneelstuk ging het licht even uit bij Stijn Meuris toen een leerling meer interesse in het schermpje van zijn smartphone toonde dan in de uitleg van Stijn over de Grote Oorlog.
Michael De Cock
© Brecht Goris
Vorige week speelde Stijn Meuris de hoofdrol in een eerder bedenkelijk toneelstuk. U hoorde het al wel: tijdens een schoolvoorstelling toonde een leerling meer interesse in het schermpje van zijn smartphone dan in de uitleg van Stijn over de Grote Oorlog. Een gruwelijk storend anachronisme, moet Meuris gedacht hebben. Bij hem ging het licht even uit, waarna de smartphone van de jongen tegen de vlakte ging.
Theatraal was het zeker, gepast was het minder. Door het lint gaan, heet zoiets. Péter un cable, zegt men in het Frans nogal plastisch. Een uitdrukking die vrij goed vat wat er gebeurt: een of andere kortsluiting in de hersenen met (een lichte vorm van) ontoerekeningsvatbaar gedrag als gevolg. Effectief was het wel. Meuris had plots wél alle aandacht van zijn toehoorders. En van de rest van het land.
Nee fraai was het natuurlijk niet, wat Meuris overkwam, maar daar is het mij eigenlijk niet om te doen. Meer nog, ik kan er zelfs enig begrip voor opbrengen. Net als voor de leerlingen, die verbolgen en giftig reageerden op sociale media. Zo gaat dat deze dagen. In het duister van de theaterzaal en achter het klavier van de computer zijn sommigen het moedigst.
Maar een wereldramp was het nu allemaal ook weer niet. Meuris heeft zich intussen verontschuldigd en is tot inzicht gekomen — geen schoolvoorstellingen meer voor hem — en de kinderen, zij leefden nog lang en gelukkig. Klaar. Enkel het mobieltje kwam er bekaaid van af. Dat kan alleen nog dienen als titel van een opiniestukje, of wie weet… als titel of onderwerp van een rocksong over een baldadige puber.
Volledig offtopic maar even tussendoor toch een kleine tip voor Meuris: songs over telecommunicatie doen het altijd geweldig goed in de hitparade. Van Wie heb ik aan de lijn over I just called to say I love you tot… Satelliet Suzy. Ongetwijfeld kan ook dit incident aanleiding zijn tot een wereldhit. Wij zijn alvast benieuwd.
Schoolvoorstellingen, vooral die op maandagochtend of vrijdagnamiddag – kunnen een marteling zijn voor spelers én publiek, en kinderen in groep kunnen veranderen in gruwels. Het is niet de eerste keer dat zo’n fait divers de media haalt. Jan Decleir haalde ooit het nieuws omdat hij een kucher een standje gaf. En acteur Ludo Hoogmartens – als ik het goed heb – mocht ooit eens komen uitleggen in De Laatste Show waarom hij in Nederland een jonge scholier vreselijk op zijn donder had gegeven.
Het meest memorabele dat ik ooit zelf meemaakte gebeurde zo’n goeie vijftien jaar geleden. What happens on tour stays on tour, weet iedereen in theater, maar aangezien dit zo lang geleden is, en die mantra niet in het leven is geroepen om schoolvoorstellinganekdotiek te verhullen, zal ik voor een keer uit de biecht klappen.
Schoolvoorstellingen, vooral die op maandagochtend of vrijdagnamiddag – kunnen een marteling zijn voor spelers én publiek, en kinderen in groep kunnen veranderen in gruwels.
De gebeurtenissen speelden zich af in het cultuurcentrum van Hasselt, een steenworp slechts van Diepenbeek, waar Stijn Meuris en het inmiddels beruchte ‘gsm-incident’ plaatsvonden. Ik speelde mee in de voorstelling De Vikingen, een voorstelling die we maakten voor HETPALEIS en waarin een bende jonge honden als Geert Van Rampelberg, Stijn Van Opstal, Nico Sturm, Koen De Graeve en tutti quanti de wondere wereld – u raadt het al – van de Vikingen ten tonele brachten. In ietwat absurde setting en aangepaste kostuums uiteraard. Die middag in Hasselt was eerder turbulent.
De kruik gaat zolang te water tot ze barst, geldt ook voor Vikingen: toen op een bepaald moment een leerling vanuit het donker actrice Ruth Becquart iets toeriep, viel één Viking die er genoeg van had, uit zijn rol en baste intimiderend en redelijk indrukwekkend de zaal in: Wie-was-dat… Hij rende de scene af, op de hielen gevolgd door nog een aantal andere moedige krijgers. Het licht ging aan en alle vingers wezen, wonderlijk simultaan – mocht je het willen organiseren, het zou niet lukken — en licht bevreesd, naar één jongen die helemaal achteraan de zaal zat. Een ballet van verklikking was het.
De jongen werd buitengezet, de voorstelling was verpest en kabbelde naar z’n einde. Deze week liep ik Koen De Graeve tegen het lijf in KVS, — toeval bestaat niet — hij wist me te vertellen dat de jongen die op 16 maart 2001, zo leert mij het internet, in Hasselt met de daver op het lijf de zaal uit werd geflikkerd door een leger Vikingen-in-bloot-bovenlijf, luisterde naar de naam Joachim… Joachim moet vandaag ergens vooraan de dertig zijn.
Zelf, toegegeven, vond ik de reactie ietwat gechargeerd, maar iedere Viking, dat zul je wel begrijpen, staat in voor het bewaken van de eigen grenzen. En de stoudmoedigste krijgers lopen immer voorop in de strijd. Of om het simpeler te zeggen: met lafbekken als ik wint een volk geen oorlog en waren de echte Vikingen nooit vertrokken uit het hoge Noorden.
Mocht hij dit lezen: ‘Beste Joachim, welgemeende Excuses van de Vikingen.’ Hoe zou het met hem zijn? Na al die jaren benieuwt het mij nog steeds te weten hoe hij dat incident beleefd heeft. Met begrip, of als gruwelijk oneerlijk? Herinnert hij het zich überhaupt nog?
Wat wij nog weten is dat Joachim na de voorstelling, snikkend en trillend van zoveel emotie, in het bijzijn van de leerkacht, zich backstage kwam verontschuldigen én eraan toevoegde hoe geweldig hij de voorstelling eigenlijk vond. Einde incident. Voor de jonge lezers: gsm’s bestonden toen al wel, maar waren nog geen vanzelfsprekendheid voor leerlingen aan de middelbare school, en van sociale media was nog geen sprake. Maar maakt u zich verder geen zorgen: de wereld was er daarom niet slechter aan toe.
Schoolvoorstellingen. Als ik er de laatste twintig jaar geen vijfhonderd speelde, dan speelde ik er geen. En natuurlijk waren ze niet altijd een feest. Maar mocht ik de tijd hebben, en morgen niets om handen, men mag mij gelijk weer op pad sturen. Ik ben dan ook een vurige voorvechter van het verplicht naar theater verleiden, lokken en slepen van jongeren in schoolverband. Want al deze voorbeelden met saillante details wegen niet op tegen alle goeie en positieve ervaringen die ik had met jongeren in theater en die veel bescheidener ogen. Nee, niet in elke schoolvoorstelling worden levens veranderd, maar het gebeurt, en de lijst van voorbeelden met good practice is duizendmaal langer dan de akkefietjes die nu en dan de media halen. De reacties van interesse en desinteresse en alles daartussenin zijn soms zo oprecht dat ze recht naar het hart gaan.
Ach… hoe bekend klinkt het deuntje over de jeugd van tegenwoordig? Het is niet alleen een gruwelijke veralgemening. Het klopt niet.
Erger dan het feit dat Meuris een gsm door de aula keilde vind ik dan ook wat hij er nadien in de krant nog aan toevoegde. Het leek dan ook een beetje of zijn schuldbetuiging niet helemaal gemeend was. De jongeren van vandaag, zo stelde Meuris, waren van een andere wereld, verhangen aan hun smartphone… en niet meer in staat om een uur lang te luisteren of een theatervoorstelling uit te zitten. Kortom: niets mee aan te vangen en geen land mee te bezeilen.
Ach… hoe bekend klinkt het deuntje over de jeugd van tegenwoordig? Het is niet alleen een gruwelijke veralgemening. Het klopt niet. Het defaitisme van Meuris over de jeugd van tegenwoordig is van alle eeuwen, net als het baldadige gedrag van scholieren tijdens een theatervoorstelling.
Ik gruw ervan. Ik gruw van het dedain en het gebrek aan vertrouwen dat over jonge mensen wordt uitgesproken door een vorige generatie die het ook maar zus en zo doet. Zoals ik, nu we het er toch over hebben, ook gruw van het dedain dat voortdurend over leraren wordt verspreid die week na week voor een klas gaan staan en hun verrekte best doen om goed les te geven en het beste in jongeren naar boven te halen.
Het eerste wat ze horen te doen, is het beroep van leraar opwaarderen en deftig en echt investeren in onderwijs zodat leerkracht, zoals bleek in de media eind augustus, geen knelpuntberoep meer hoeft te zijn.
En ook dit is, jammer genoeg, een terugkerende en groeiende tendens: het gemak waarmee oplossingen gesuggereerd worden om het niveau op te krikken! Zo vaak meer ideologisch geïnspireerd dan gesteund op een eerlijke analyse. En als het ook maar één van de stuurlui en politici echt menens is, dan het is het eerste wat ze horen te doen het beroep van leraar opwaarderen en deftig en echt investeren in onderwijs zodat leerkracht, zoals bleek in de media eind augustus, geen knelpuntberoep meer hoeft te zijn. Al de rest is gebazel voor de galerij.
De goeie dingen van het leven leer je leren kennen als je jong bent. Wat je voor je achttiende leert, vergeet je immers van je leven niet. We hebben de mond vol over cultuurparticipatie. Als we het daar echt werk van willen maken, dan zorgen we er dus maar beter voor dat mensen op jonge leeftijd in contact komen met cultuur. Tot dusver zijn schoolvoorstellingen daar, niet de enige, maar toch een verdomd efficiënte én democratische manier voor.
Niet minder, maar méér schoolvoorstellingen graag. Maar liefst écht geschikte dan. Goed voorbereid, en met nabespreking, en met acteurs die er zin in hebben. We kunnen veel doen, beste Stijn, maar de jeugd opgeven? Dat niet. Want dan geven we de toekomst op.