Europese leugentjes om bestwil
“‘Niets minder dan de ziel van Europa staat op het spel’
De nakende Europese verkiezingen zouden wel eens kunnen uitmonden in een bloedbad voor de pro-europese middenpartijen, vreest Ewald Engelen. Om populisme te counteren, stelde de Europese Commissie een gedragscode op voor de sociale media. Probleem: alles aan deze gedragscode is vanuit democratisch oogpunt problematisch, zo toont Engelen aan.
Ewald R. Engelen
© Iratxe Alvarez
Nick Clegg – oud-leider van de Britse LibDems, lievelingetje van het extreme midden en sinds kort voor een geschat bedrag van tussen de vijf en negen miljoen dollar in dienst van Internetgigant Facebook, maakte afgelopen maandag namens zijn nieuwe broodheer bekend dat er in Dublin een zogenaamde “war room” zou worden opgetuigd om te voorkomen dat Facebook wordt misbruikt voor de verspreiding van nepnieuws in de aanloop naar de Europese parlementsverkiezingen van 22 mei. De Europese Commissie liet meteen weten dat het wat haar betreft niet voldoende was en wenste Clegg veel succes. ‘Hij zal het nodig hebben’, liet Commissaris King weten.
Als de voortekenen niet bedriegen zou 22 mei weleens kunnen uitmonden in een bloedbad voor de pro-Europese middenpartijen.
Het is illustratief voor de nervositeit die in Brussel heerst. Als de voortekenen niet bedriegen zou 22 mei weleens kunnen uitmonden in een bloedbad voor de pro-Europese middenpartijen. Wat op het spel staat is niets minder dan de ziel van Europa: blijft het een elitair integratieproject dat vooral de belangen van het grootkapitaal dient of wordt het een Europa van, voor en door burgers, met alle rommeligheden en onzekerheden die dat impliceert. En dus laat de Commissie geen middel ongemoeid om de mobilisatiekanalen van de populistische uitdagers te frustreren en een communicatiemonopolie voor de gevestigde pro-Europese partijen te creëren.
Afgelopen dinsdag publiceerde de Commissie dan ook een gedragscode voor Internetplatforms die ondernemingen als Facebook, Twitter en Google verplicht de revenuenstroom van websites die nepnieuws verspreiden te blokkeren, nepaccounts en bots uit te sluiten van het web en betrouwbare nieuwsmedia een prominentere positie op het web te geven.
Alles aan deze code is vanuit democratisch perspectief problematisch. Wie bepaalt wat een bot of een nepaccount is? En hoe weten we dat echte accounts echt zijn en ook daadwerkelijk staan voor waar ze geacht worden voor te staan? Wat is nepnieuws? Wie bepaalt welk nieuws nep is en welk nieuws echt? En wat zijn betrouwbare media, wie bepaalt dat en waarom zouden die een prominentere plek op Facebook en Twitter moeten krijgen? Geeft dit de personen die bepalen wat nep is en wat niet, wat betrouwbaar en wat onbetrouwbaar, niet een buitenproportionele invloed over de informatiestromen waar kiezers straks hun stemvoorkeur op gaan baseren? En is dat niet zowel ontoelaatbaar paternalistisch, alsof burgers niet zelf kunnen beoordelen wat nep is en wat niet, als inherent ondemocratisch omdat het de status quo een geweldige mediapolitieke voorsprong geeft en daarmee een enorme invloed over de stembeslissingen van Europese burgers?
Wie de discussie over nepnieuws een beetje volgt, valt ogenblikkelijk op dat het een verwijt is dat zeer selectief wordt ingezet.
Wie de discussie over nepnieuws een beetje volgt, valt ogenblikkelijk op dat het een verwijt is dat zeer selectief wordt ingezet. Nepnieuws hoort bij de Trumps, de Brexiteers, de Poetins, de Le Pens en de Wildersen van deze wereld, maar zal nooit worden gebruikt om de berichtgeving van Der Spiegel, de New York Times of De Standaard mee aan te duiden of de persberichten van de voorlichters van de Europese instellingen. En dat suggereert dat er meer aan de hand is dan het toepassen van een schijnbaar eenduidig en niet-controversieel epistemologisch criterium, gebaseerd op het simpele onderscheid tussen leugens en waarheid.
De voorlichters van de Europese Unie en hun politieke woordvoerders doen namelijk precies hetzelfde als Trump en de Brexiteers: ook zij brengen “feiten” de wereld in die half waar zijn, de waarheid geweld aandoen of die regelrecht gelogen zijn. En doen dat om duidelijk zichtbare redenen die herleidbaar zijn tot duidelijk aanwijsbare belangen: het creëren van electorale consensus rond de noodzaak voor verdere Europese integratie rond een in essentie neoliberale politieke agenda.
En dat geldt mutatis mutandis voor al die zogenaamd betrouwbare media die die half ware of onware nieuwsberichten van de Europese instellingen vrijwel iedere dag klakkeloos reproduceren, of die de vertrouwelijkheden van Europese politici kritiekloos optekenen omdat ze zich uitverkoren weten en niet zien dat dit een veelbeproefde incorporatiestrategie van elites is.
Manufacturing consent, of in goed Nederlands: gefabriceerde instemming, hebben Edward Herman en Noam Chomsky het genoemd: een intensieve ideologische samenwerking tussen heersende elites en de massamedia, die is bedoeld om kiezers ervan te overtuigen dat de wereld waarin zij leven de beste van alle mogelijke is en dat alle ongelijkheden, onrechtvaardigheden en onvrijheden onbedoelde neveneffecten zijn en niet de essentie van het systeem.
Gepubliceerd in 1988 zijn de analyses die er in worden gegeven nog zeer actueel en ook van toepassing op de wijze waarop de Europese instellingen controle proberen te krijgen op de opinievorming rond het Europese project in de aanloop naar de Europese parlementsverkiezingen, inclusief het propagandistische gebruik van sterk gekleurde opiniepeilingen, de Eurobarometer, die moeten suggereren dat verdere integratie op grote electorale steun kan rekenen.
Laat mij dat illustreren aan de hand van vier recente uitlatingen van verschillende Europese hoogwaardigheidsbekleders over vier verschillende nieuwsgebeurtenissen. De eerste dateert van 12 september vorig jaar en betreft Junckers Staat van de Unie. Daarin beweert de voorzitter van de Commissie dat de financiële crisis van Amerikaanse makelij was, dat de werkloosheid in de Europese Unie nog nooit zo laag is geweest als nu en dat de eurozone een economisch mirakel is.
Het zijn twee leugens en een halve waarheid in een minuut.
Het zijn twee leugens en een halve waarheid in een minuut. Uit data blijkt namelijk dat pakweg de helft van de Amerikaanse huizenzeepbel werd gefinancierd door geldbeluste Europese grootbanken, met een oververtegenwoordiging van Nederlandse, Belgische, Duitse en Franse banken. En onderzoek van de Europese Centrale Bank leert dat in de huidige geflexibiliseerde arbeidsmarkt werkloosheid een steeds minder relevante indicator is en vervangen zou moeten worden door precariteit en dat, als je dat doet, tien jaar na de crisis pakweg een vijfde van de Europese beroepsbevolking een precaire arbeidsrelatie blijkt te hebben. Terwijl een simpele vergelijking van groei- op groeicijfers leert dat de eurozone het in vergelijking met de Verenigde Staten gedurende de crisis dramatisch slecht heeft gedaan: tussen 2008 en 2018 groeide de economie van de Verenigde Staten met 16,2 procent, die van de eurozone met maar 7,2 procent.
De tweede dateert van 20 augustus vorig jaar en betreft het einde van de Griekse steunprogramma’s die in 2010 waren begonnen. Op die dag stuurt de voorzitter van de Europese Raad, de Pool Donald Tusk, een tweet de wereld in waarin hij het Griekse volk feliciteert met de succesvolle beëindiging en de loftrompet steekt op de Europese solidariteit die de redding van Griekenland mogelijk zou hebben gemaakt.
Over Griekenland en de zogenaamde redding ervan is al veel gezegd en geschreven, en dat ga ik hier niet herhalen. Twee zaken wil ik er desalniettemin uitlichten, omdat ze zo hardnekkig en zo veelzeggend zijn. Ten eerste dat de steunpakketten geen giften waren maar leningen waar rente over betaald moest worden, en dat deze pakketten niet bij de Griekse burgers terecht zijn gekomen maar direct zijn doorgesluisd naar Noord-Europese grootbanken die voor de crisis grote leningen hadden uitstaan in Griekenland omdat je daar nou eenmaal meer rente op kon vangen dan op leningen aan de Duitse staat of Duitse ondernemingen.
Het “succes” van de Griekse redding: honderdduizenden Griekse burgers hebben het land verlaten, tienduizenden zijn de toegang tot goed voedsel en goede gezondheidszorg verloren en duizenden hebben voortijdig het leven gelaten of zijn niet ter wereld gekomen
En ten tweede dat de Griekse redding voor de Griekse burgers onmogelijk een succes kan worden genoemd. Sterker, onderzoek leert dat de gevolgen van het rigoureuze bezuinigingsbeleid in Griekenland genocidale effecten heeft gehad – en dat is maar een lichte overdrijving. Honderdduizenden burgers hebben het land verlaten, tienduizenden zijn de toegang tot goed voedsel en goede gezondheidszorg verloren, en duizenden hebben voortijdig het leven gelaten of zijn niet ter wereld gekomen.
De confrontatie met dit soort feiten, waar de zogenaamd betrouwbare media overigens maar matig in zijn geïnteresseerd (in Nederland heeft niet een krant aandacht aan het rapport besteed), ontmaskert Tusks triomfantelijke uitlatingen als goedkope en (voor Griekse burgers) kwetsende retoriek die de ware bedoelingen van de Europese Commissie – een hard voorbeeld stellen, zo heeft het briljante boek van Yannis Varoufakis laten zien.
De derde casus dateert van begin vorig jaar en betreft de trotse lancering van de zogenaamde Europese Kapitaalmarktenunie. Officieel is het doel ervan de groeiachterstand van de Europese Unie met de Verenigde Staten in te lopen door de bestaande juridische blokkades op het gebied van de financiering van kleine en middelgrote ondernemingen weg te nemen. De Commissie heeft daar zelfs een tekenfilmpje over laten maken. Daarin is ondernemer Anna op zoek naar financiering en spaarder Paul op zoek naar beleggingsmogelijkheden terwijl grenzen in de vorm van dystopische muren hen beletten elkaar te bereiken.
De Kapitaalmarktenunie is bedoeld om dat soort schotten te verwijderen, spaarder en ondernemer bij elkaar te brengen, en daarmee de economische groei en de werkgelegenheid in de Europese Unie aan te jagen.
De verwijzing naar kleine en middelgrote ondernemingen diende alleen om te verhullen dat het in werkelijkheid om lagere bankbuffers ging.
Onderzoek leert echter dat er nauwelijks een grotere kloof denkbaar is tussen formele doelstelling en feitelijk beleid. Het vlaggenschip van de Kapitaalmarktenunie is namelijk niet bedrijfsfinanciering maar het opzetten van een Europese markt voor verpakte hypotheken en het verlagen van de kapitaalbuffers die Europese grootbanken moeten aanhouden voor dit soort producten. Voormalig Commissaris en oud-lobbyist Hill liet er op een besloten sessie geen twijfel over bestaan: de verwijzing naar kleine en middelgrote ondernemingen diende alleen om te verhullen dat het in werkelijkheid om lagere bankbuffers ging. Nog ongepubliceerd onderzoek toont aan dat er inderdaad grote financiële belangen achter schuilen, namelijk die van Europese grootbanken die terug willen naar de goudglanzende wereld van voor 2008.
Het vierde voorbeeld is van recentere datum en betreft de twintigste verjaardag van de euro. Op 1 januari zette de Europese Commissie de tekst op haar website dat Europese burgers nu twintig jaar hebben kunnen genieten van het gemak, de zekerheid en de stabiliteit van de Europese munt, terwijl een van de vicevoorzitters van de Commissie via twitter liet weten dat burgers via de euro deelgenoot waren geworden van een Europese reis die hen beschermde tegen de onzekerheden van een multipolaire wereld, en ECB-president Draghi liet weten dat de muntunie onlosmakelijk verbonden was met de interne markt: geen vrijhandel zonder euro.
De euro heeft de economieën van de lidstaten niet met elkaar laten convergeren, zoals de verwachting was, maar juist verder uit elkaar doen drijven.
In een fantastische blog heeft oud-IMF econoom en kenner van de geschiedenis van de Europese Unie met al deze argumenten korte metten gemaakt: de euro heeft het omgekeerde van zekerheid en stabiliteit gebracht; de euro heeft de economieën van de lidstaten niet met elkaar laten convergeren, zoals de verwachting was, maar juist verder uit elkaar doen drijven; terwijl het argument dat vrijhandel een muntunie vooronderstelt op drijfzand is gebaseerd: veel eurolanden drijven meer handel met niet-euro lidstaten, en zijn dat sinds de introductie van de euro alleen maar meer gaan doen, terwijl de meeste muntunies in de monetaire geschiedenis voortkwamen uit groeiende onderlinge handel en niet andersom.
Uiteraard kunnen er door specialisten vraagtekens worden geplaatst bij al deze wetenschappelijke ontkrachtingen van de claims die Europese hoogwaardigheidsbekleders en hun publiciteitsmachines maken. Dat is echter minder relevant dan de constatering dat we hier tenminste te maken hebben met controversiële uitspraken die niet minder onfeitelijk zijn dan het nepnieuws dat door de Europese politieke elite wordt toegeschreven aan hun populistische tegenstanders en waar de tere zieltjes van Europese burgers met ondemocratische middelen tegen moeten worden beschermd – zie de gedragscode die de Commissie Facebook en Twitter wil opleggen. En dat kiezers in de aanloop naar de Europese parlementsverkiezingen dus extra op hun hoede moeten zijn. Niet alleen voor het nepnieuws van Trump, Poetin en Le Pen, maar ook voor het nepnieuws van de Junckers, Tusks en Draghi’s van deze wereld.
In de strijd om de ziel van Europa – neoliberaal of progressief en duurzaam – is waarheid namelijk het eerste dat sneuvelt.