De maand van Paola Verhaert
“‘Tech-werknemers vinden elkaar in collectief activisme’
Als je Paola Verhaert in 2015 gezegd zou hebben dat net de technologiesector haar in 2022 hoopvol zou maken over solidariteit, dan had ze waarschijnlijk hard gefronst. Vandaag ziet ze veel solidariteit die landsgrenzen overstijgt, tussen mensen wier levensonderhoud afhankelijk is van techgiganten.
© Konstantinos Tsanakas
Had je experte digitale rechten Paola Verhaert in 2015 gezegd dat net de technologiesector haar in 2022 hoop zou geven, dan had ze waarschijnlijk heel hard gefronst. Vandaag ziet ze veel solidariteit tussen mensen die voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn van techgiganten. Zij slagen erin om wereldwijd succes te boeken met collectief activisme.
Vorige week ontstond er kort na mijn aankomst bij vrienden een discussie over stakingen. Terwijl ik zat te knabbelen op een empanada, spitste ik mijn oren toen iemand zich luidop afvroeg waarom iemand zou staken als die een werkgever heeft die hem of haar goed behandelt.
Ik slikte mijn empanada snel door om tussen te komen: ‘Deelnemen aan vakbondsacties doe je niet om enkel jouw situatie te verbeteren, dat doe je om die van iedereen te verbeteren.’
Solidariteit is altijd al een belangrijke drijfveer geweest voor arbeidersacties, dat wordt soms vergeten. Maar de recente boom van mobilisatie van werkers in de technologiesector herinnert ons aan het belang van solidariteit op de werkvloer.
Internationale arbeiderssolidariteit
Solidariteitsacties die plaatsvinden binnen een bepaald bedrijf of sector zijn u vast bekend. Ze kunnen leiden (en hebben al geleid) tot het aankaarten van oneerlijke arbeidsomstandigheden.
Ook over landsgrenzen heen mag de impact van solidariteit binnen de werkende klasse niet onderschat worden. De mobilisatie van de werkende klasse draagt tot vandaag bij aan de beëindiging van repressieve regimes.
Een voorbeeld van een transnationale solidariteitscampagne waar ik graag op terug kijk vond plaats in de jaren ‘70, toen Britse vakbonden acties ondernamen om zich uit te spreken tegen het regime van Augusto Pinochet in Chili. Arbeiders deden mee aan manifestaties, maar daarnaast weigerden ze bijvoorbeeld ook om te werken aan Chileense oorlogsschepen en blokkeerden havenarbeiders de import en export van goederen van en naar Chili.
De Britse golf van solidariteit werd gekenmerkt door de sterke identificatie van de arbeiders met de strijd van de Chilenen, zowel vanuit hun klasse-identiteit en antifascistisch sentiment.
Selectieve solidariteit
Ondanks het groeiende aantal mensen dat vandaag in precaire omstandigheden werkt, is er minder verbondenheid en meer isolatie in de werkende klasse. Het aantal actieve vakbondsleden daalt in de meeste landen en acties worden vaker wel dan niet afgekeurd door werkgevers en politieke leiders.
Als je me in 2015 gezegd zou hebben dat het net de technologiesector zou zijn die me in 2022 hoopvol zou maken over solidariteit, dan had ik waarschijnlijk heel hard gefronst. Toch is het zo.
Mensen identificeren zich minder snel met de vakbondsbeweging dan pakweg 50 jaar geleden. En die identificatie krimpt nog verder wanneer men geconfronteerd wordt met de (arbeids)perikelen van iemand buiten de directe omgeving.
Het is dus niet gek dat mensen vandaag selectiever zijn over de solidariteitsacties waar ze aan deelnemen op de werkvloer. Maar dat is buiten de technologiesector gerekend, waar solidariteit over bedrijfs- en landsgrenzen heen de laatste jaren heeft gezorgd voor verbeterde werkomstandigheden.
‘Ze geven ons alles wat we willen’
In 2015 woonde ik in Londen, waar ik onderzoek deed naar internationale solidariteit tussen de vakbondsbewegingen in België en Latijns-Amerika. Ik herinner me helder dat ik op een dag een gesprek voerde met iemand die bij een Amerikaanse techgigant werkte. Toen ik vroeg hoe de werkers zich binnen de gigant organiseren, werd ik begroet door twee hoog opgetrokken wenkbrauwen.
‘Waarom zouden we?’, antwoordde hij, waarop hij perks, extraatjes, zoals gratis massages, videospelletjes en ontbijt met wafels aanhaalde. ‘Ze geven ons toch alles wat we willen?’
Echt perplex stond ik niet. De uitspraak was kenmerkend voor de technologiesector anno 2015, die gekenmerkt werd door een anglicaans dedain voor elke vorm van collectieve mobilisatie. Als je me toen gezegd zou hebben dat het net de technologiesector zou zijn die me in 2022 hoopvol zou maken over solidariteit, had ik waarschijnlijk heel hard gefronst. Toch is het zo.
Verbonden door afhankelijkheid van Big Tech
Binnen de moderne technologiesector heeft het lang geduurd voor de mensen in de sector zichzelf identificeerden met de werkende klasse. Maar vandaag is het net die sector die erin slaagt om wereldwijd succes te boeken met collectief activisme.
Wat deze beweging in de technologiesector kenmerkt, is de mate van solidariteit tussen werkers die verschillende statuten, werkplekken of locaties hebben. Hoewel werknemers bij Big Tech-giganten vaak verspreid en geïsoleerd van elkaar werken, voelen ze zich verbonden door hun afhankelijkheid van voornamelijk Amerikaanse bedrijven en de vaak ondermaatse arbeidsomstandigheden die hiermee gepaard gaan.
Gemeenschappelijke ervaringen openden de deur voor solidariteit die landsgrenzen overstijgt.
Zowel een Facebook-ingenieur in Dublin als een arbeider in een Amerikaans Amazon-magazijn kan zich gemakkelijk vinden in de beweging. Vandaag bestaan er verschillende organisaties die ervoor zorgen dat zij elkaar kunnen ontmoeten om hun gedeelde én verschillende smarten te bespreken. Zo geven organisaties zoals de Tech Workers Coalition en Collective Action in Tech een platform aan technologiewerkers om zich te organiseren. Ook bestaande vakbonden werken op nationaal en transnationaal niveau om de bewegingen van technologiewerkers te versterken.
Zulke initiatieven hebben geleid tot het aanwakkeren van een sociale beweging die bestaat uit mensen die sterk voelen dat ze een en dezelfde strijd voeren. Leden van de beweging durven dan ook uit solidariteit voor elkaar op te komen.
Elke overwinning is een gedeelde overwinning
Binnen technologiebedrijven vonden de afgelopen jaren steeds vaker solidariteitsacties plaats, bijvoorbeeld na voorvallen van seksuele intimidatie op de werkvloer of onrechtmatig ontslag van een collega.
Maar ook over de sector heen vonden al solidariteitsacties plaats om gedeelde problematieken aan te kaarten. Zo mobiliseerden technologiewerkers in de Verenigde Staten zich in 2018 tegen samenwerkingen tussen techbedrijven en de Amerikaanse Immigration and Customs Enforcement. In 2019 namen technologiewerkers deel aan de klimaatstaking, om de rol van de sector in klimaatverandering aan de dag te leggen.
Ook over landsgrenzen heen is er steeds meer ruimte voor solidariteit tussen mensen wier levensonderhoud afhankelijk is van techgiganten. Onderzoek van magazine Rest of World naar de werkervaringen van platformwerkers op verschillende continenten toonde de universaliteit van hun ervaringen aan, ongeacht voor wie of in welk land zij werken. En die gemeenschappelijke ervaringen openden de deur voor solidariteit die landsgrenzen overstijgt.
Dat leidt mondjesmaat tot vooruitgang. Over landsgrenzen heen komen platformwerkers samen om van elkaar te leren en elkaars campagnes te ondersteunen. Hoewel de vooruitgang niet in elk land evenmatig plaatsvindt, ervaren de platformwerkers dat helemaal niet als iets negatiefs Het is zoals Aslam, een platformwerker uit het onderzoek van Rest of World, zei: ‘Als we winnen in één land, is dat een overwinning voor ons allemaal.’