Of hoe een woord even dodelijk kan zijn als een kalasjnikov
“‘Terroristen!’
‘Ik hoorde het vanmiddag nog op de radio: ‘De Koude Oorlog is weer volop bezig’. Als taal- en wereldgevoelig iemand laten zulke opmerkingen je niet onberoerd. Ik herinner mij nog dat mijn professor taalfilosofie ons bezwoer hoe woorden betekenissen oproepen en op die manier rechtstreekse gevolgen hebben voor de wereld. Hij gaf het begrip Koude Oorlog als voorbeeld. Je roept een situatie op van geweld en vijanden, zei hij, van winnaars en verliezers nog voor het eerste schot gelost wordt. Wie trekt zich het behoedzaam gebruik van een woord aan in een wereld van geweld? Wie beseft bijvoorbeeld welke associaties en daadkracht een woord als terrorist heeft? Dat was onlangs het onderwerp van gesprek met vriend, schrijver en vertaler Frans Denissen. Ik sta graag mijn plaats af voor de relevantie, de actualiteit, en de schoonheid van zijn tekst.’
© Brecht Goris
De laatste tijd (en die duurt al minstens sinds de aanslagen van ‘9/11’) kun je je krant niet meer openslaan, je tv niet meer aanzetten, of je wordt op de frontpagina of in de headlines om je oren geslagen met de woorden ‘terrorisme’, ‘terroristen’ en ‘terreur’. De wereld – of althans de media, die ons de illusie geven ons een getrouwe afspiegeling van de wereld te verschaffen – betuigt zo goed als unaniem zijn afschuw van ‘elke vorm van’ terrorisme en roept op om dat ‘afschuwelijke’, ‘weerzinwekkende’, ‘mensonwaardige’ verschijnsel (bedenk zelf maar de gepaste synoniemen) een halt toe te roepen, en de terroristen te ‘vernietigen’, ja ‘met wortel en tak uit te roeien’.
Een onontbeerlijke premisse vóór ik doorga: ik ben geen jurist en al evenmin een politicoloog, wel een auteur en vertaler en als dusdanig hevig geïnteresseerd in de betekenis van woorden en hun gevoelswaarde en gebruikssfeer, zeker als ik die woorden dagelijks onder ogen krijg. En dan word ik meteen geconfronteerd met een levensgroot probleem: tot nu toe is niemand – geen journalist, geen politicoloog, geen jurist, geen nationale of internationale instantie – erin geslaagd een sluitende, onweerlegbare en universeel geldige definitie te geven van wat ‘terrorisme’ en ‘terrorist’ precies betekenen. De Volkenbond heeft het al in 1937 geprobeerd, maar daarover nooit een internationaal akkoord weten te bereiken. In 2001 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, naar aanleiding van de hoger genoemde aanslagen, een vergelijkbare poging ondernomen, met even weinig succes.
Kaderbesluit
De verklaring die de Van Dale geeft – ‘(het plegen van) gewelddaden (individuele of collectieve aanslagen, gijzelingen, verwoestingen) ter demoralisering van de bevolking om een politiek doel te bereiken’ – is in elk geval veel te vaag om er gelijk welke juridische actie op te baseren. De Europese Unie, die moest vaststellen dat de grote meerderheid van haar lidstaten niet eens een terrorismewetgeving had, werkte in 2002 in een ‘kaderbesluit’ een definitie uit en verplichtte haar leden die zo snel mogelijk in hun nationale wetten over te nemen.
Tot elke prijs moest worden vermeden in de definitie van een ‘terroristisch misdrijf’ het woord ‘politiek’ te gebruiken.
De essentie hiervan is dat het bij terrorisme gaat om: ‘opzettelijke gedragingen, die door hun aard of context een land of internationale organisatie ernstig kunnen schaden, met het oogmerk om een bevolking ernstig vrees aan te jagen, de overheid of een internationale organisatie op onrechtmatige wijze tot enig doen of nalaten te dwingen of de politieke, constitutionele, economische of sociale basisstructuren van een land of internationale organisatie ernstig te ontwrichten of te vernietigen.’ (Merk, denk ik als linguïst, de drievoudige aanwezigheid van het bijwoord ‘ernstig’ binnen één zin op: wie zal de betekenis daarvan beoordelen?)
België heeft dat Europese kaderbesluit in eigen wetgeving omgezet, maar werd daarbij met een extra probleem geconfronteerd: tot elke prijs moest worden vermeden in de definitie van een ‘terroristisch misdrijf’ het woord ‘politiek’ te gebruiken, want volgens onze grondwet mag een politiek misdrijf uitsluitend beoordeeld worden door een Hof van Assisen. Dat maakt echter de begripsbepaling nog vager, waardoor in feite de vraag of er van terrorisme sprake is, grotendeels naar de rechterlijke macht wordt doorgeschoven. En dat die allesbehalve unaniem is, bewijzen de opeenvolgende tegenstrijdige vonnissen in de zaak van de Turks-Koerdische activiste Fehriye Erdal.
Terreur of oorlogsdaad?
Twistpunten tussen ‘terrorismologen’ en juristen zijn onder meer de vraag of een aanslag op een militair doelwit moet worden beschouwd als een terreurdaad dan wel als een oorlogsdaad (waarop dan het internationaal oorlogsrecht van toepassing zou zijn) en of door de overheid uitgeoefende terreur onder de noemer ‘schending van de mensenrechten’ valt dan wel onder de term ‘staatsterrorisme’, die ook nog op een ondubbelzinnige definitie wacht.
Iemand, waar dan ook, zit dus blijkbaar te volgen wat ik schrijf. Of in elk geval zet de titel van deze column ergens een mechanisme in gang.
[En nu moet ik iets vermelden waardoor ik bijna van mijn stoel viel: terwijl ik een voorlopige versie van dit document probeerde op te slaan, kreeg ik opeens op mijn pc een reeks vragen die me nooit eerder waren gesteld: zoals of deze tekst voor iedereen beschikbaar zou worden (uiteraard!). Iemand, waar dan ook, zit dus blijkbaar te volgen wat ik schrijf. Of in elk geval zet de titel van deze column ergens een mechanisme in gang. Wat ik schrijf, is mijn mening, en voor zover ik dat kan overzien, zijn meningen vrij. Ik heb niets te verbergen, ik ben geen terrorist, wat dat ook moge wezen. Maar ik vind het wel buitengewoon griezelig. Wat later zal ik trouwens bij het googelen merken dat bepaalde regels in de tekst op mijn scherm worden weggezwart. Hé, wie ben jij, die mijn schrijfsel volgt?]
Als het al zo moeilijk is om een algemeen aanvaarde definitie van het begrip ‘terrorisme’ te produceren, hoeveel moeilijker is dat dan voor de – eveneens strafbaar gestelde – ‘deelname aan de activiteiten van een terroristische groep’. Voor de Belgische wet is dat: ‘het verstrekken van gegevens of materiële middelen aan een terroristische groep of het in enigerlei vorm financieren van enige activiteit van de terroristische groep, terwijl men weet dat zijn deelname bijdraagt tot het plegen van een misdaad of een wanbedrijf door de terroristische groep’. Ga er als rechter maar aan staan!
Subjectief en variabel
Nog hachelijker is een omschrijving van het misdrijf ‘aanzetten tot terroristische activiteiten’. Daarvan kan de Italiaanse filosoof en socioloog Antonio Negri meepraten. Ooit de jongste gewoon hoogleraar van Italië, ontpopte hij zich in de jaren na mei ’68 als de belangrijkste theoreticus van de buitenparlementaire linkse oppositie. In 1979 werd hij formeel aangeklaagd wegens ‘politieke en morele medeplichtigheid met de Rode Brigades’ en in een zeer omstreden proces zonder enig materieel bewijs tot 12 jaar effectieve gevangenisstraf veroordeeld. In 1983 werd hij vanuit de gevangenis tot volksvertegenwoordiger van de Radicale Partij verkozen en kon hij dus van parlementaire onschendbaarheid genieten. Van die gelegenheid maakte hij gebruik om – nog vóór de Kamer deze onschendbaarheid met ruime meerderheid weer ophief – naar Frankrijk te vluchten, dat hardnekkig bleef weigeren hem aan Italië uit te leveren. Hij kreeg er een leerstoel aan de universiteit van Saint-Denis. In 1997 keerde hij vrijwillig naar Italië terug, waar hij de rest van zijn, inmiddels gereduceerde, straf uitzat. In 2005 nam Le Nouvel Observateur hem op in de lijst van ‘vijfentwintig belangrijkste denkers wereldwijd’.
Frans Denissen
Misschien moeten we het dus maar doen met de klassiek geworden oneliner ‘One man’s terrorist is another man’s freedom fighter’
In feite staan we, alle internationale en nationale wetgevingen ten spijt, niet veel verder dan de mislukte poging van de Volkenbond uit 1937. ‘Terrorisme’ blijft een subjectief en variabel begrip, waarvan de betekenis verandert met de historische en geografische context, en dat door de gevestigde machten – of het nu gaat om parlementaire democratieën dan wel om autoritaire regimes – in de eerste plaats wordt gebruikt om het status quo te handhaven. Misschien moeten we het dus maar doen met de klassiek geworden oneliner ‘One man’s terrorist is another man’s freedom fighter’, die komt uit de roman Harry’s Game (1975) van Gerald Seymour over de strijd tussen het Iers Republikeins Leger en de Britse geheime dienst. Het ultieme bewijs: Nelson Mandela werd in 1963 tot levenslang veroordeeld wegens terrorisme. Dertig jaar later, in 1993, kreeg hij de Nobelprijs voor de Vrede. Maar nog in 2008 moest Condoleezza Rice tot haar grote gêne vaststellen dat de Amerikaanse administratie vergeten was hem uit haar lijst van internationaal gezochte terroristen te schrappen.
Frans Denissen
(Frans Denissen is literair vertaler en auteur)