Wat is je thuisland?

Column

Waar je vandaan komt? Of waar je je thuis voelt?

Wat is je thuisland?

Wat is je thuisland?
Wat is je thuisland?

Columniste Naima Charkaoui heeft moeite met het woord "thuisland". Het is een bedrieglijk simpel woord. We weten immers niet in welk land een persoon zich meer of minder thuis voelt.

© Charis Bastin

Naima Charkaoui

© Charis Bastin

Wat is je thuisland? Columniste Naima Charkaoui heeft moeite met het woord. Het is volgens haar een bedrieglijk simpel woord. We weten immers niet in welk land een persoon zich meer of minder thuis voelt.

‘Veel migranten sturen regelmatig geld naar familie in hun thuisland.’ ‘Hij werd opgepakt toen hij op bezoek was in zijn thuisland.’ ‘Ga je nog vaak op vakantie naar je thuisland?’

De uitspraken hierboven hebben één zaak gemeen: het woord thuisland wordt er vlotjes gebruikt en vaak niet eens opgemerkt. Iedereen begrijpt immers waarover het gaat: het land van herkomst.

Zelf heb ik moeite met die term “thuisland”. Niet als mensen het gebruiken over zichzelf. Ieder bepaalt immers zelf in welk land (of welke landen) zij zich het meest thuis voelen. Maar je kan niet zomaar voor een ander bepalen waar hij zich thuis voelt, door één land waarmee hij een band heeft diens thuisland te noemen.

De vraag waar je je thuis voelt, is voor veel mensen net iets complexer dan de plaats waar ze geboren of opgegroeid zijn. Je hoeft niet internationaal gemigreerd te zijn om dat te begrijpen. Gooi het eens in een groep familie of vrienden: waar voel jij je thuis? Wedden dat de vraag gespreksstof levert voor een paar uren?

Je thuis voelen gaat met zoveel zaken samen.

Sommige mensen poneren dat ze zich overal thuis voelen. Eventueel op voorwaarde dat hun partner, kinderen of favoriete huisdier bij hen zijn. Anderen zijn stellig dat ze zich nergens thuis voelen. Misschien omdat ze in hun leven al vaak verhuisd zijn. Bij velen ligt het ergens tussenin.

Zelf verhuisde ik intussen bijna twintig jaar geleden van West-Vlaanderen naar de Brusselse regio. Het is niet zo dat er een kantelpunt was, waarop ik me plots thuis voelde in mijn nieuwe stad en dat gevoel tegelijk stopte in mijn geboortestad. Ik zou tot nu niet zonder nuance kunnen zeggen waar ik me het meeste thuis voel. En misschien hoeft dat ook niet.

Je thuis voelen gaat met zoveel zaken samen. Mensen rondom je hebben met wie je een band hebt, is vaak belangrijk. Sommige geliefden, zoals een partner of kinderen, komen bij een verhuis meestal mee. Anderen moet je achterlaten en gaan missen. Sommige mensen zoeken net een nieuwe thuis omdat hun geliefden vertrekken, zoals grootouders die in de buurt van hun volwassen kinderen gaan wonen.

Veel mensen hebben daarnaast nood aan een breder netwerk van kennissen, buren en nabije vrienden om zich echt thuis te voelen. Die nieuwe banden opbouwen met mensen in de buurt vraagt moeite en tijd.

Tussen twee stoelen

Je thuis voelen gaat ook over je weg vinden in een nieuwe omgeving, in stappen en sprongen. De bakker en supermarkt heb je snel gevonden, de zoektocht naar een vaste huisdokter loopt vaak al moeilijker. Voor veel mensen die binnen Vlaanderen verhuizen duurt het jaren voor ze ook naar de tandarts of kapper gaan in hun nieuwe woonplaats.

Bij een internationale verhuis komt er natuurlijk veel meer kijken. De afstand is groter, waardoor even op en af gaan naar de vroegere tandarts geen optie is. Meestal moeten mensen een nieuwe taal leren, wat een taaie uitdaging kan zijn. In een land met andere gewoontes is het ook moeilijker je weg te vinden dan in een regio waarmee je al vertrouwd bent. Verblijfspapieren in orde krijgen kan een enorm stresserende hinderpaal zijn.

Ook discriminatie bij het zoeken naar een woning of job en regelmatig hatelijke opmerkingen krijgen over huidskleur, geloof of verblijfsstatus helpen niet om zich ergens thuis te voelen.

Door het gevoel niet aanvaard te worden in België, verzuchten veel mensen met een migratieachtergrond wel eens dat ze zich hier niet thuis voelen. Toch maar dat herkomstland als thuisland benoemen dan?

Sommigen beleven dat zeker zo. Maar velen – zeker van tweede en volgende generaties – geven aan dat ze zich ook daar niet echt thuis voelen. Ze zijn er een buitenbeentje en worden ook zo gezien, benaderd. De manier van leven en werken is niet per sé de hunne – of toch niet helemaal. Ze vallen tussen twee stoelen.

Het woord thuisland is dus bedrieglijk simpel. In werkelijkheid weten we niet in welk land een persoon zich meer of minder thuis voelt. Dat kunnen er meerdere zijn of in het slechtste geval geen enkele. Dat laatste kunnen we helpen vermijden door eraan werken dat mensen die in ons land wonen, zich hiér tenminste al zoveel mogelijk thuis voelen.

Ermee stoppen het woord thuisland lichtzinnig te gebruiken, kan daarvoor helpen. Want uiteindelijk suggereert dat woord – meestal onbedoeld – niet alleen waar mensen zich thuis voelen, maar ook waar ze thuis horen.

Door telkens weer te laten doorschemeren dat mensen met een migratieachtergrond in hun herkomstland thuis horen, gaan ze zich hier niet sneller thuis voelen.