Over de ondergang en de mogelijke herrijzenis van links
“‘Tijd voor een nieuw sociaal contract’
Als je aan Ewald Engelen vraagt wat de schokkendste ontwikkeling van de jaren tien was, dan is dat wat hem betreft de totale ondergang van links. De crisis die dit decennium tekende, en die diepe voren trok in de zieltjes van miljoenen burgers, kwam van rechts. En toch heeft links in vrijwel heel Europa het deksel op de neus gekregen.
Ewald R. Engelen
© Iratxe Alvarez
De schokkendste ontwikkeling van de jaren tien was wat mij betreft de totale ondergang van links.
Het decennium begon met een frontale aanval van rechts op de Europese verzorgingsstaten. Zogenaamd om begrotingstekorten te beperken en om de toekomstige financierbaarheid van overheidsschulden veilig te stellen. In werkelijkheid om de gigantische kosten die staten moesten maken om de puinhopen die verwende bankiers achterlieten af te wentelen op de belastingbetaler.
En uiteraard stond er een bataljon neoliberale economen klaar om het macro-economische debacle te voorzien van gammele academische legitimatie.
Kortom: de crisis die dit decennium tekende en diepe voren trok in de zieltjes van miljoenen burgers, kwam van rechts. En toch heeft links in vrijwel heel Europa – Portugal is de grote uitzondering – het lid op de neus gekregen.
In Nederland is de Partij van de Arbeid weggevaagd, en heeft het linkse alternatief, de SP, daar nauwelijks van weten te profiteren. In Frankrijk is de Parti Socialiste van Hollande gedecimeerd. In Duitsland is de SPD een schim van haar vroegere zelf.
In Griekenland is PASOK op sterven na dood. In Spanje heeft de socialistische partij nauwelijks weten te profiteren van het desastreuze bezuinigingsbeleid van de conservatieven. In het Verenigd Koninkrijk heeft Labour in tien jaar tijd geen poot aan de grond gekregen. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Hoe is dat in vredesnaam mogelijk?
Slaafjes van kapitaalmarkten en grootbedrijven
Het antwoord op deze vraag verschilt natuurlijk van land tot land. Toch zijn er ook een paar algemenere antwoorden te geven.
Ten eerste heeft links zich na de crisis door rechts veel te gemakkelijk in het bezuinigingspak laten naaien. In het Verenigd Koninkrijk was het het Labour van Gordon Brown dat tussen 2008 en 2010 als eerste de draai maakte, van keynesiaans stimuleren naar neoliberaal bezuinigen.
Hetzelfde gebeurde in Frankrijk, Duitsland en Nederland. Partijen die ooit waren opgericht voor het inperken van de macht van markt en kapitaal, om burger en ingezetene te beschermen, ontpopten zich in woord en gebaar tot slaafjes van kapitaalmarkten en grootbedrijven.
Crises demonstreren niet het falen van het neoliberalisme, maar geven slechts aan dat de revolutie nog niet ver genoeg is gegaan.
Terwijl de crisis van 2008 voor het oog van de wereld het morele en intellectuele failliet van het neoliberalisme demonstreerde, bekende links zich zonder blikken of blozen tot precies datzelfde neoliberalisme, dat de grondoorzaak was van de implosie van het mondiale financiële kapitalisme.
Het was de natuurlijke voortzetting van een neoliberale wende die van veel eerder dateerde. Een wende die de uitkomst was van een coup door van neoliberalisme doordrongen economen, zoals de Amerikaanse politicologe Stephanie Mudge overtuigend heeft laten zien.
En die zich sinds de crisis heeft geopenbaard als een afgronddiepe politiek-economische ideeëncrisis van de linkerzijde. Ook progressieve partijen wisten geen ander antwoord te verzinnen op de implosie van het kapitalisme door teveel marktwerking dan méér marktwerking. Zie de vrijhandelsverdragen van de Europese Unie, het eerherstel voor interbancaire markten onder de Europese kapitaalmarktenunie, en de verdere versoepeling van arbeidsmarkten en afbouw van de verzorgingsstaat onder de noemer van “structurele hervormingen”.
Het wordt wel eens de maoïstische radicalisering van de neoliberale revolutie genoemd: crises demonstreren niet het falen van het neoliberalisme, maar geven slechts aan dat de revolutie nog niet ver genoeg is gegaan.
Dat alles schaadde diep het oude vertrouwen tussen partij en achterban. Precies op het moment dat de kiezer links het meest nodig had, liet links het faliekant afweten.
Identitaire hysterie
De beloning is een electorale slachtpartij geworden. Het is onthutsend te zien hoe achteloos de leiders van progressieve partijen zijn omgegaan met dat in decennia opgebouwde vertrouwen. Alles voor een kortstondig verblijf op het pluche, ook al hadden zij geen idee wat ze daar wilden uitrichten.
En omdat links zich niet langer wenste te profileren op de economische as van meer of minder markt en kapitaalmobiliteit – onder de slogan: we’re all neoliberals now – werd de belangrijkste twistappel als vanzelf de identitaire as van meer of minder islam. Gevoed door 9/11 en incidentele aanslagen in Frankrijk, Spanje, Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk.
Voeg er een pers aan toe die op economisch gebied neoliberaal is gelijkgeschakeld, net als links, en die de laatste twintig jaar alleen nog maar mensen heeft aangenomen die aan de universiteit “zachte”, culturele studies hebben gedaan, en je hebt de perfecte klankkast voor identitaire hysterie.
Rechts heeft er dankbaar gebruik van gemaakt. Het heeft de incidenten (want meer zijn het niet: er bestaat geen groot Islamitisch complot om het Westen ten val te brengen, zoals er wel een groot bancair complot bestaat om het eigen verdienmodel van universele schuldhorigheid koste wat het kost politiek te beschermen) slim gebruikt om links ervan te beschuldigen dat zij vluchtelingen beschermen belangrijker vond dan opkomen voor het eigen volk.
Waardoor links nu al twintig jaar het initiatief aan rechts heeft moeten laten. Het heeft ontiegelijk veel politiek kapitaal moeten spenderen aan het optuigen van een kerstboom aan erkenningsrituelen voor steeds nauwer gedefinieerde “anderen”, om maar de eigen progressiviteit te kunnen blijven etaleren.
Stop het proces van electorale vergruizing door de zogenaamd progressieve doelgroepenpolitiek en zoek naar het gedeelde belang.
De Amerikaanse campus wars en de Nederlandse discussies over zwarte piet, genderneutrale Hema-rompertjes en zebrapaden voor transgenders zijn er het voorlopige dieptepunt van.
Er is geen radicale, anti-neoliberale macro-economische agenda die de achterban echt bescherming biedt tegen de ondermijnende krachten van het grootkapitaal (zie boven). En bij gebrek daaraan rest links nog slechts een desastreus narcisme van de kleine verschillen, dat veel laag opgeleiden diep van zich heeft vervreemd en in de armen van xenofoob rechts heeft gedreven.
Het gedeelde belang
En laten we elkaar geen mietje noemen: het speelt het grootkapitaal op onthutsende wijze in de kaart. Iedere keer dat links het heeft over een vrouwenquotum, om maar een dwarsstraat te noemen, kan zij het niet hebben over belastingontwijking, om maar een andere dwarsstraat te noemen.
Als deze analyse van te weinig politieke economie en teveel culturele politiek voor de voortdurende malaise van links klopt, is het niet moeilijk te bedenken wat links moet doen om het politieke initiatief te heroveren. Stop het proces van electorale vergruizing door de zogenaamd progressieve doelgroepenpolitiek, en zoek naar het gedeelde belang.
Vrouwen en mannen, jong en oud, transgenders en lesbo’s, gelovigen en ongelovigen hebben allemaal baat bij goed onderwijs, goede huisvesting, goede zorg, goede bescherming tegen uitbuiting door het grootkapitaal en een goede leefomgeving. Dat vereist een consistente, strak volgehouden aanval op de buitenproportionele macht van het grootkapitaal.
Zo sla je drie vliegen in een klap. Je mobiliseert alle verliezers van het neoliberalisme, niet alleen de transgenders of de lesbo’s. Je stopt de uitbuiting van de factor arbeid en biedt je achterban weer perspectief op een orde waarin iedereen bijdraagt aan het wel en wee van het publieke domein. En je stopt de immense ecologische schade die multinationals met hun mondiale productieketens nu vrijwel ongehinderd aan mens, dier en planeet kunnen toebrengen, en die het overleven op lange termijn van mens, dier en planeet bedreigt.
Oftewel: het is tijd voor een nieuw sociaal contract, dat zowel rood als groen is.