Tussen mij en de West-Europese klimaatbeweging botert het niet zo

Column

De maand van Faïrouz ben Salah

Tussen mij en de West-Europese klimaatbeweging botert het niet zo

Tussen mij en de West-Europese klimaatbeweging botert het niet zo
Tussen mij en de West-Europese klimaatbeweging botert het niet zo

Er schort wat aan de machtsverhoudingen in de klimaatbeweging, ziet MO*columniste Faïrouz ben Salah. Waarom mogen Europese activisten keer op keer opdraven en komen stemmen uit pakweg Marokko of Algerije zelden aan het woord? ‘Ik mis veel gezichten op het internationale klimaatpodium.’

© Konstantinos Tsanakas

Faïrouz ben Salah: ‘Klimaatacties en grote plannen als de Europese Green deal hebben alleen zin als we de machtsverhoudingen omgooien.’

© Konstantinos Tsanakas

Er schort wat aan de machtsverhoudingen in de klimaatbeweging, ziet MO*columniste Faïrouz ben Salah. Waarom mogen Europese activisten keer op keer opdraven en komen stemmen uit pakweg Marokko of Algerije zelden aan het woord? Laten we de rollen omdraaien en West-Europa niet langer de regels van het spel laten bepalen.

Kerst associeer ik met de perversiteiten van de Europese consumptiemaatschappij. Het rendiertruitje en kerstmanrompertje in het geïmproviseerde kraampje met tweedehandskleding aan de overkant van de straat maakten mijn humeur er dus niet beter op.

Dat dit kersttextiel zat tussen de zo’n 200.000 ton afdankertjes die Tunesië jaarlijks invoert uit Europa, deed mijn stemming tot onder het vriespunt zakken. Foute kerstkleding raak je in een overwegend islamitisch land aan de straatstenen niet kwijt, vermoedde ik. En inderdaad, de dag na kerst hingen het truitje en het rompertje er nog altijd.

Belgen zouden slechts 12% van de inhoud van hun kledingkast ten minste één keer per jaar of vaker dragen.

Ooit legde een verkoper van tweedehandskleding in Tunis mij uit hoe het systeem werkt. De kleding gaat in balen de markt op. Inkopen was voor hem daarom zoiets als een bezoek aan een casino: hij wist nooit wat hij binnenhaalde.

‘De kwaliteit gaat achteruit,’ constateerde de verkoper mismoedig. ‘Er zit veel afval tussen. Ik verdien er bijna niets meer op.’

Dit is het effect van fast fashion, legde de directeur van een Nederlands bedrijf dat kleding recycleert mij eens uit. Ofwel: kleding die zo goedkoop en zo snel mogelijk in de winkels ligt. Twintig keer per jaar een nieuwe collectie, alles om de Europese consument te behagen.

Eenmaal gekocht gebruikt dezelfde consument de nieuwe aanwinst dan vooral om zijn garderobe te stylen. Zoiets las ik tenminste in de Nederlandse versie van het vrouwenblad Elle. Zo zouden de Belgen slechts 12% van de inhoud van hun kledingkast ten minste één keer per jaar of vaker dragen.

Niet minder dan 88% van de kleding blijft soms jarenlang werkeloos hangen. Om, zo stel ik mij voor, bij een volgende vlaag van opruimwoede in de zakken van een goededoelenorganisatie te verdwijnen en later bij mij in de straat in Tunis te worden gedumpt. Geen fijn gegeven voor wie zich realiseert dat de mode-industrie naast de olie-industrie de vervuilendste ter wereld is.

Schaars grondwater

Kerst associeer ik ook met Nederlandse tomatenkwekerij Desert Joy in Gabès, aan de zuidkust van Tunesië. Het droogste gebied van het land. Als de cijfers kloppen, is in 2050 de grondwatervoorraad in Gabès uitgeput. Als er nu niets gebeurt, zit straks 85% van de bevolking van Gabès zonder drinkwater en irrigatiewater.

Toch zit Desert Joy daar, zo vertelde de eigenaar me, ‘omdat de Nederlandse consument ook met kerst kerstomaatjes wil kunnen eten.’ Zodoende slorpt het bedrijf dagelijks vele liters schaars grondwater op. En kijkt boer Hachni omwille van het Nederlandse kerstdiner toe hoe lokale boeren van de overheid steeds minder irrigatiewater van steeds minder goede kwaliteit krijgen.

‘Internationale bedrijven willen de zonne-energie exporteren, en de tegoeden gaan naar het buitenland.’

‘Onze grond is inmiddels nagenoeg onvruchtbaar’, constateerde Hachni. Hij schatte dat ongeveer de helft van de boeren het de afgelopen jaren niet meer kon bolwerken en ermee stopte.

Over de Europese consumptiedrang vertelde ook Saafi, milieuraadslid in Menzel El Habib, vlak bij Gabès. Hij zag voor zijn gemeente allerlei kansen in hernieuwbare energie. Niet alle gezinnen en scholen in Menzel-El Habib zijn namelijk aangesloten op het landelijke elektriciteitsnet.

‘Onlangs hebben we geld gekregen van Duitsland en Italië om zonnepanelen te plaatsen,’ zei hij. ‘Maar we kunnen ze nog niet installeren omdat we aanhikken tegen de onderhoudskosten. Daar moeten we nog iets op verzinnen’

Saafi wist wel van een schimmige deal tussen een lokale grootgrondbezitter en het Brits-Maltese bedrijf TuNur, volgens zijn website een ‘ontwikkelaar van hernieuwbare energie en groene waterstof in het hart van Europa en Afrika’. Maar volgens Saafi schiet Menzel El Habib daar niets mee op.

‘Grote internationale projecten leveren ons niets op,’ zei Saafi. ‘Ze kosten land en het onderhoud slurpt water. Het waterbedrijf sluit in onze regio nu al ’s nachts het water af wegens het watertekort. Internationale bedrijven als TuNur willen de zonne-energie exporteren, en de tegoeden gaan naar het buitenland.’

‘Een revolutie’

Tussen mij en de West-Europese klimaatbeweging botert het niet zo. Te abstract, te veel navelstaarderij en te weinig inclusief. Wachten op ‘een revolutie’ zoals de Amerikaanse activiste Naomi Klein voorstelde in haar bijdrage aan Het klimaatboek van Greta Thunberg gaat te lang duren.

Klimaatverandering is géén ‘sluipende crisis’, zoals een Nederlandse hoogleraar het formuleerde. Althans niet voor mijn verkoper van tweedehandskleding, Hachni en Saafi en miljoenen anderen op deze wereld. Voor hen speelt het nu. Een kwestie van nog iets te eten hebben of niet.

Klimaatacties en grote plannen als de Europese Green deal hebben alleen zin als we de machtsverhoudingen omgooien.

Die hoogleraar zag veel verwarring over hoe erg de crisis is en hoe die moet worden opgelost. Mijn tweedehandskledingverkoper, Hachni en Saafi kunnen haar goed op weg helpen: veel minder consumeren.

Ik mis veel gezichten op het internationale klimaatpodium. Waarom almaar Greta Thunberg uit Zweden, en nooit Hamza Hamouchene uit Algerije, Habib Ayeb uit Tunesië of Larbi El Hafidi uit Marokko? Zij ervoeren dat klimaatverandering alles te maken heeft met macht, ongelijkheid en een niet te stillen consumptiedrang. Zij laten zien dat Europa zijn macht inzet om zijn klimaatproblemen en consumptiedrang op te lossen door het plunderen van Afrika.

Zij tonen ook aan hoe dat samenhangt met koloniale verhoudingen. En hoe Afrikaanse landen na de bevrijdingsoorlogen ter wille van de Europese consumptiedrang hun landbouwsystemen moesten omvormen vanwege de export naar hun voormalige kolonisatoren. Met droogte, bodemerosie, en ziekte en plagen in gewassen als gevolg.

Klimaatacties en grote plannen als de Europese Green deal hebben alleen zin als we de machtsverhoudingen omgooien. Dus laten we beginnen met de spelregels voor het klimaatdebat. Ik stel alvast voor om mijn verkoper van tweedehandskleding uit te nodigen voor een volgende klimaattop van de Verenigde Naties. Samen gaan we de strijd aan tegen rendiertruitjes en kerstmanrompertjes in Tunesië.