Hoe de lidstaten van de VN elkaar en op termijn zichzelf in de voet schieten
“‘Verenigd (?) in de strijd tegen tuberculose’
Op woensdag 26 september hield de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties zijn eerste ‘top’ over de strijd tegen tuberculose: een poging om een stroomversnelling op gang te brengen. Dat is nodig, want de daling van het aantal nieuwe besmettingen gaat te traag om de ziekte onder controle te krijgen.
Een tuberculosepatiënt krijgt zijn dagelijkse behandelin tijdens een huisbezoek
USAID Asia (CC BY-NC 2.0)
Op woensdag 26 september hield de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties zijn eerste ‘top’ – high-level meeting – over de strijd tegen tuberculose: een poging om een stroomversnelling op gang te brengen. Volgens een recent rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie neemt het aantal nieuwe besmettingen wereldwijd jaarlijks af met 2% en dat is te traag om de ziekte onder controle te krijgen.
Wereldwijd lopen naar schatting 1,7 miljard mensen rond met ‘latente tuberculose’. Dat wil zeggen dat ze drager zijn van de bacterie Mycobacterium tuberculosis. De overgrote meerderheid van die mensen krijgt nooit ‘actieve tuberculose’: ze worden niet ziek, hun immuunsysteem houdt de bacteriën onder controle, en de kans dat ze iemand anders besmetten is zo goed als onbestaande. Maar bij ongeveer een op 10 mensen die latente tuberculose hebben, delft het immuunsysteem vroeg of laat het onderspit, en slaat latente tuberculose om in actieve tuberculose, en dat kan dodelijk zijn.
Arme-mensen-ziekte bij uitstek
Er zijn meerdere factoren die bepalen of iemands immuunsysteem de tuberculose bacteriën onder controle kan houden; de belangrijkste is een goed algemene gezondheid. Tuberculose is de arme-mensen-ziekte bij uitstek. Wie latente tuberculose heeft en te weinig kan eten, of in een vochtige woning of in de open lucht moet leven en om de haverklap een verkoudheid krijgt, die krijgt vroeg of laat actieve tuberculose.
Een eeuw gelden was tuberculose – in de volksmond: de tering – in onze contreien een van de meest voorkomende dodelijke ziekten. Als de situatie vandaag helemaal anders is, dan is dat niet enkel het gevolg van een betere gezondheidszorg – betere diagnose en beter behandeling – maar ook en misschien vooral het gevolg van verbeterde algemene levensomstandigheden.
In de hoge-inkomenslanden komt actieve tuberculose nauwelijks voor. Er is dus geen markt voor betere geneesmiddelen.
Dat is meteen ook de tragedie van de strijd tegen tuberculose. 95% van de mensen met actieve tuberculose woont in een lage- of middeninkomensland. In de hoge-inkomenslanden komt actieve tuberculose nauwelijks voor. Er is dus geen markt voor betere geneesmiddelen. Tijdens de voorbije decennia werd er nauwelijks geïnvesteerd in nieuwe geneesmiddelen tegen tuberculose.
Rifampicine, een antibioticum dat een halve eeuw geleden werd uitgevonden, blijft het voornaamste wapen, maar steeds meer mensen zijn drager van tuberculose bacteriën die resistent geworden zijn tegen rifampicine, en 80% van die mensen zijn drager van tuberculose bacteriën die resistent zijn tegen een heel batterij van antibiotica – dat noemt men multidrug-resistant tuberculosis (MDR-TB). En bij een klein maar toenemend aantal van die patiënten werkt geen enkel geneesmiddel nog echt – dat noemt men extensively drug-resistant tuberculosis (XDR-TB).
In 2012 kwam een nieuw geneesmiddel tegen tuberculose op de markt: bedaquiline, ontwikkeld door Janssen Pharmaceutica, een dochteronderneming van Johnson & Johnson. Bedaquiline is, volgens de Wereldgezondheidsorganisatie, het aangewezen geneesmiddel om mensen met MDR-TB te behandelen. Toch krijgt de grote meerderheid van de mensen die MDR-TB hebben nog steeds geen bedaquiline voorgeschreven.
Johnson & Johnson houdt de teugels van de octrooirechten stevig in handen, en vraagt zowat 350 euro per behandeling (van 6 maanden). De werkelijke kostprijs ligt een stuk lager, wellicht 50 euro per behandeling.
Johnson & Johnson houdt de teugels van de octrooirechten stevig in handen, en vraagt zowat 350 euro per behandeling (van 6 maanden). De werkelijke kostprijs ligt een stuk lager, wellicht 50 euro per behandeling. Veel landen waar MDR-TB een groeiend probleem is, zijn midden-inkomenslanden, geen lage-inkomenslanden, en krijgen daarom steeds minder internationale hulp.
De winstmarge is bijzonder zuur voor organisaties zoals Artsen Zonder Grenzen, die in een recent verleden meewerkten aan onderzoek om de veiligheid van bedaquiline te bevestigen, in de veronderstelling dat Johnson & Johnson er een erezaak van zou maken om dit geneesmiddel toegankelijk te maken voor iedereen die het nodig heeft. Artsen Zonder Grenzen schreef in 2016 een open brief aan Johnson & Johnson en deed dat twee weken geleden nogmaals.
Zoals gebruikelijk heeft de high-level meeting een verklaring gebaard: United to End Tuberculosis: An Urgent Global Response to a Global Epidemic. Zoals tevens gebruikelijk, is die verklaring op voorhand opgesteld. Minder gebruikelijk is dat ook de kladversies publiek werden gemaakt: de versie van 20 juli kan je hier vinden, en die van 11 september hier (de versie van 11 september werd goedgekeurd). De facilitatoren van het onderhandelingsproces hadden geen andere keuze: de kladversies werden systematisch en bewust gelekt.
Eén van de paragrafen waaraan stevig gesleuteld werd, is paragraaf 19, en die gaat over het kritisch belang van betaalbare geneesmiddelen, generieken – kopieën gemaakt door andere bedrijven dan de octrooihouder – inbegrepen. Meer uitleg over de onderhandelingen kan je vinden op de website van Bhekisisa (Centre for health journalism). Of de uiteindelijke tekst – die het belang van uitzonderingen op octrooirechten iets scherper stelt – veel zoden aan de dijk zal zetten, is nog maar de vraag: als puntje bij paaltje komt deinzen de armere landen toch terug onder politieke druk van de rijkere landen, die de farma-giganten een hand boven het hoofd houden.
Octrooirechten meer belang geven dan de strijd tegen MDR-TB en XDR-TB is niet alleen een schending van het recht op gezondheid van de betrokken personen, het is een dwaasheid.
Zo schieten de leden van de ‘Verenigde Naties’ elkaar en op termijn zichzelf alweer in de voet. Tuberculose – ook XDR-TB – is besmettelijk via de lucht en houdt zich aan geen grenzen. Of latente XDR-TB ook in ‘slechts’ 10% van de dragers omslaat in actieve XDR-TB is zeer betwijfelbaar. Octrooirechten meer belang geven dan de strijd tegen MDR-TB en XDR-TB is niet alleen een schending van het recht op gezondheid van de betrokken personen, het is een dwaasheid.
Welke rol België in deze onderhandelingen heeft gespeeld, is niet helemaal duidelijk. Ons land heeft geen al te beste reputatie op het vlak van betaalbare geneesmiddelen, en daar bestaat een reden voor. Een Oxfam rapport van 18 september legt nogmaals haarfijn uit hoe farmaceutische giganten als Johnson & Johnson jaarlijks miljarden extra winst maken door ‘fiscale optimalisatie’, zoals dat heet.
Heel beknopt: bedrijven zorgen ervoor dat ze vooral winst maken in landen waar ze weinig belastingen moeten betalen. Bijvoorbeeld, door de laatste fase van de ontwikkeling door het dochterbedrijf in België te laten gebeuren, waardoor de Belgische dochteronderneming het octrooi verkrijgt en alle andere bedrijven van de groep royalties moeten betalen aan de Belgische onderneming, die 80% van de inkomsten uit royalities kan declareren zonder er belastingen op te betalen – met dank aan de Belgische wetgever. België heeft dus belang bij het in stand houden van een systeem dat de strijd tegen tuberculose belemmert.
En waarom deelt de Belgische wetgever dergelijke geschenken uit? Omdat hij daarmee farmaceutische bedrijven aantrekt om in België nieuwe geneesmiddelen te ontwikkelen. Als er door die maatregel vijf keer meer royalities naar België komen, speelt België quitte: het geschenk van 80% is dan terugverdiend. Alles daarboven is winst voor België. De keerzijde van de medaille is dat alle andere landen een dure prijs betalen, want die kunnen helemaal geen belasting heffen op de inkomsten uit verkoop van geneesmiddelen die naar België vloeien. Die andere landen doen dan maar iets gelijkaardigs, waardoor, bijvoorbeeld, U2 en The Rolling Stones Nederlandse rockbands werden.
En zo schieten de soevereine staten van de Verenigde Naties elkaar en op termijn zichzelf nog een keertje in de voet – sinds kort in naam van het ‘patriotisme’.