“‘Vergeten burgers’
Met een mengeling van bewondering en afgunst las ik de laatste column van Bie Vancraeynest op deze webpagina. Hoe ze erin slaagt terug te blikken op een affreus jaar en toch de zon te blijven zien, zelfs wanneer die zich verschuilt achter een dik en onheilspellend donker wolkendek. Zoals wel vaker het geval is heeft ze gelijk. Niet alles is kommer en kwel.
‘De zonde schrijft geschiedenis, de goedheid is stil’, schreef Goethe.
Lees Aan elke wolk een zilveren randje, de column van Bie Vancraeynest
Terwijl ik handenwringend en vertwijfeld toekijk, van in een warm en veilig huis, voltrekt zich ver van hier het orgelpunt van één van de wreedste oorlogen uit ons collectieve geheugen. De internationale gemeenschap keek niet afwachtend toe, maar mengde zich onbeschroomd in de strijd. Hoe die strijd wordt beslecht en wie hem wint doet er weinig toe voor wie het niet overleefde. Belgische, Amerikaanse, Russische of Iraanse bommen, ze zijn allemaal even fataal.
Aleppo sleurt de humaniteit van het politieke bestel mee in haar val. Terwijl de doden stil betreurd worden lijkt men de levenden te vergeten. Vergeten burgers, het was één van de termen van het afgelopen jaar. De vergeten burgers die Groot-Brittannië uit de EU stemden, de vergeten burgers die Trump aan de macht brachten, de vergeten burgers her en der in Europa die hun ongenoegen vertalen in onomwonden haat tegen alles wat naar migratie ruikt. Terwijl zij het politieke paradigma gestaag, maar onmiskenbaar verschoven, werden elders burgers écht vergeten.
Burgers zijn enkel nog publiek, dat naar believen mag applaudisseren of boe roepen. De zaal verlaten is onmogelijk.
Twintig eeuwen beschaving hebben ons niet verder gebracht dan dit: toestaan dat medemensen worden afgeslacht en verzuimen hen te redden. Het is onmogelijk om er niet over te schrijven, ook al zitten de woorden vast achter een krop in de keel en onderdrukte woede. Toch moet het mogelijk zijn om niet cynisch te worden. De samenleving en hoe we die inrichten zijn te belangrijk om cynisch over te zijn.
Hoe ontsnap je aan dat ongewenste cynisme zonder te ontkennen dat de politiek in crisis is, omdat ze niet langer in staat blijkt het gemeenschappelijk goed en idealen te verdedigen, maar enkel belangen vertegenwoordigt en verdedigt? Wanneer die politiek telkens opnieuw door de mand valt als theater. Burgers zijn enkel nog publiek, dat naar believen mag applaudisseren of boe roepen. De zaal verlaten is onmogelijk.
Kerstverhaal als realiteit
Terwijl wij onze kerstbomen optuigen, bevinden meer dan 230 miljoen mensen zich ergens onderweg, tussen wat thuis was en wat thuis zou kunnen worden. Een warm welkom wacht hen nergens. Het kerstverhaal als realiteit.
Het is een illusie dat dat cijfer zal dalen zolang er geen radicale antwoorden worden geboden op oorlog, humanitaire rampen, klimaatopwarming en armoede, hoe ver van ons bed die zich ook manifesteren.
Ons asiel- en migratiebeleid staat wankel gestut op een bedenkelijke en valse veronderstelling
In nood laten mensen zich niet tegenhouden door een gesloten deur. Ze zoeken een weg langs het raam of beuken de deur open. Ons asiel- en migratiebeleid staat wankel gestut op een bedenkelijke en valse veronderstelling; de veronderstelling dat je migratie moet en kan stoppen door grenzen te sluiten en hulp te weigeren.
Die veronderstelling kreeg steun uit onverwachte hoek: brutale terreur overviel ons en creëerde angst; angst creëerde weerzin. Harmonieus samenleven leek plots fictie en utopisch. Ferme en onwrikbare normen worden aangehaald als oplossing voor integratieproblemen. Terwijl het uitgerekend normen zijn die al veel te lang ontbreken in het bestuur.
Wij zijn al lang geen burgers meer, maar consumenten en cliënten. Wij worden enkel nog aangesproken op ons burgerschap en op onze medemenselijkheid wanneer er geld moet worden ingezameld voor een goed doel dat een prioritair beleidsdoel zou moeten zijn. Solidariteit wordt uitbesteed aan de overheidscliënten. Outsourcing kent geen grenzen.
Onmacht als dekmantel voor onwil
Elke ferme fatsoensnorm ontbreekt wanneer miljoenen mensen sterven door bommen en wapens uit alle hoeken van de wereld, en elke mogelijkheid om hen te redden als onmogelijk of onwenselijk wordt weggezet. Het is nochtans perfect mogelijk om mensen te redden uit de hel op aarde. Hervestig één Syrisch gezin per gemeente, in elk Europees land, en tienduizenden mensen zijn gered. Dat is niet onmogelijk, noch ontwrichtend voor een lokale gemeenschap.
Wat kan in vredesnaam belangrijker en dringender zijn dan mensen redden van de naderende dood?
In plaats van prioritaire, urgente humanitaire keuzes te maken laat men visadossiers van oorlogsvluchtelingen maandenlang bestoffen, “omdat het vakantie is”, “omdat de studenten voorrang krijgen”. Wat kan in vredesnaam belangrijker en dringender zijn dan mensen redden van de naderende dood? Onmacht is soms weinig meer dan een dekmantel voor onwil.
De enige manier om het cynisme te weren is de gedachte er altijd een einde komt aan tijden van crisis. Wat niemand weet is hoe en wanneer dat kantelpunt zich aandient.
Ik denk dat het belangrijk is om de tragiek van wat gebeurt te erkennen en luid te benoemen. Enkel wanneer de deur versperd is, worden we verplicht zelf op zoek te gaan naar een uitweg.