“‘Chinees voetbal, vrouwen en passie’
Op het vlak van voetbal is China een dwerg, maar de Chinese president Xi is vastbesloten daar iets aan te doen, zegt Ching Lin Pang in haar eerste bijdrage als MO*columniste. De vrouwen doen het dan weer opmerkelijk goed. Als het ooit zo ver komt, zal het Chinese vrouwenvoetbal dan bijdragen tot meer gelijkheid in de westerse voetbalwereld?
Begin 2016 riep president Xi Jinping het Chinese voetbal uit tot staatsprioriteit. Sindsdien is dit onderwerp niet meer weg te denken in de internationale en dus ook de Vlaamse media.
In tegenstelling tot de affaire “Ye” – in de volksmond beter bekend als de schandaal van de gokchinees – gaat het nu minder over omkoperij dan wel over “geldsmijterij” van Chinese clubs. Ze bieden torenhoge sommen aan om bekende Westerse voetbalspelers naar China te lokken en op die manier de kwaliteit van de Chinese clubs te verhogen. Want het gaat niet goed met het voetbalelftal van China. Momenteel staat het op de 86ste plaats van de FIFA ranglijst. Even ter vergelijking: België staat op de vijfde plaats.
China zal zich echter niet meteen spiegelen aan ons land maar eerder aan Japan of Zuid-Korea, die respectievelijk op plaats 52 en 39 staan. Ze behoren tot de subtop maar doen het beduidend beter dan de Chinese buren. Dat President Xi ambitieuze plannen niet schuwt, weten we al van het initiatief van de nieuwe zijderoute, die China moet verbinden met zowat de hele planeet – Amerika uitgezonderd.
De huidige transfers van bekende buitenlandse voetbalspelers dienen ook om het beroep van profvoetballer aantrekkelijker te maken voor Chinese jongeren.
Ook op sportief vlak koestert hij grootse plannen voor China. Chinese atleten doen het niet slecht zoals blijkt uit de vele gouden medailles op de Olympische Spelen en andere internationale sportwedstrijden. Maar op vlak van voetbal is China een dwerg. Dat moet anders. Hij heeft dan ook een drievoudige voetbaldroom: een Chinese kwalificatie voor het WK, China als gastland voor het WK en tenslotte: China wereldkampioen. Dit is ongemeen hoog gegrepen voor het Chinees elftal, dat eerder zwak presteert.
Chinees voetbal kampt met vele problemen. Er zijn niet alleen structurele problemen van omkoopschandalen en politieke inmenging maar er is ook een ernstig imagoprobleem. Jonge mensen verkiezen immers een lucratieve baan in de zakenwereld boven een voetbalcarrière. De huidige transfers van bekende buitenlandse voetbalspelers dienen niet alleen om de kwaliteit van de Chinese ploegen te versterken, maar ook om het beroep van profvoetballer aantrekkelijker te maken voor Chinese jongeren.
Sedert 2016 is de voetbalkoopwoede niet onopgemerkt voorbij gegaan in de Westerse media omwille van de internationale spelers, die voor exorbitante prijzen zijn weggehaald uit topclubs zoals de Braziliaan Alex Taxeira, de Ivoriaan Gervinho, de Colombiaan Jackson Martinez, enz.
Ook Belgische spelers en clubs worden door Chinese investeerders benaderd. De transfer van Axel Witsel begin dit jaar heeft veel stof doen opwaaien in de Vlaamse media. Kiezen voor een niet-voetballand in ruil voor 18 miljoen euro per jaar maakt hem niet bepaald sympathiek. Integendeel, hij wordt afgeschilderd als een geldwolf die het gewin boven alles plaatst.
Ook het voorakkoord dat Oud-Heverlee-Leuven (OHL) tekende met de jonge sportondernemer Jiang Lizhang lokt(e) veel protest en skepsis uit. Bij Antwerp FC is er minder vrees: de jeugdwerking heeft een uitwisselingsprogramma met de Chinese ploeg SIPG (Shanghai International Port Group).
Een nieuwe wet beperkt het aantal buitenlandse spelers in een Chinese voetbalploeg tot drie leden.
Toch beseft men in China ook dat het aantrekken van bekende voetballers uit het buitenland niet noodzakelijk tot excellentie leidt. Integendeel het kan ongewild tot gevolg hebben dat het eigen voetbaljeugdwerk verwaarloosd wordt.
Om de instroom van jong talent te bevorderen worden in ijltempo voetbalscholen opgericht: het aantal moet van 200 in 2013 naar 20.000 stijgen in 2025. Bovendien is er vanaf deze maand een nieuwe wet van kracht in de Chinese voetbalcompetitie, die het aantal buitenlandse spelers in een Chinese voetbalploeg beperkt tot drie leden.
Hoe dan ook, alle maatregelen en aangewende middelen ten spijt lijkt de realisatie van de derde droom – met name het winnen van het WK – een onhaalbare kaart of tenminste een werk van lange adem.
Of toch niet? Terwijl het mannenelftal in China er niets van bakt en de Chinese fans tot wanhoop drijft, doet de vrouwenploeg het opmerkelijk goed! Het elftal, ook bekend als De Stalen Rozen, staat op de 13de plaats van de FIFA ranglijst, terwijl onze Red Flames stranden op de 26ste plaats. De Stalen Rozen behaalden tweemaal zilver, in 1999 in het WK vrouwenvoetbal en in 1996 in de Olympische Spelen.
In Azië behoren ze tot één van de topploegen. Ze wonnen ettelijke malen goud in het Aziatisch kampioenschap. Niet alleen zijn ze goed maar sommigen ook knap zoals de keeper Zhao Lina. Volgens de sociale media doet ze de harten van menige (Japanse) mannen sneller kloppen.
Als het ooit zo ver komt, zal het Chinese vrouwenvoetbal dan bijdragen tot meer gelijkheid in de Westerse voetbalwereld?
Het zou ironisch – maar niet geheel onrealistisch – zijn indien De Stalen Rozen wereldkampioen worden en aldus de drievoudige droom van de grote leider realiseren. Zei die andere grote leider niet: ‘De vrouwen dragen de helft van de hemel’? Als het ooit zo ver komt, zal het Chinese vrouwenvoetbal dan bijdragen tot meer gelijkheid in de Westerse voetbalwereld?
De meest fundamentele vraag in dit voetbaldebat blijft echter onderbelicht: is er passie voor voetbal in China, los van gesjoemel, schandalen en politieke inmenging? Houden de Chinezen van voetbal? Het antwoord is volmondig: ‘Ja!’.
Als je om één of andere reden in Beijing bent, neem dan de taxi. Als je de chauffeur zegt dat je uit België komt, is de kans groot dat hij eerder een praatje begint over Belgisch voetbal dan over mode of chocolade. Hij zal niet te beroerd zijn om zijn analyse van de Belgische ploeg te geven: ‘Belgische voetballers zijn individueel briljant, maar in groep doen ze het niet zo goed!’. Pols je naar de Chinese ploeg, dan is hij evenmin te beroerd om te zeggen: ‘Niets waard!’.
Of een voorbeeld van dichter bij huis: het Chinees restaurant waar ik opgroeide in de jaren ‘70 ligt in Deurne, in de nabijheid van “den Bosuil”. Ja, de locatie werd gekozen op basis van het voetbalstadion. Zo heb ik een ander familielid, die een restaurant had op ‘t Kiel. Jawel, op wandelafstand van het stadion van “den Beerschot”. Thuis groeide ik op tussen een voetbalminnende vader en een voetbalspelende broer.
Alhoewel mijn broer voor de jeugdploeg van Antwerp FC speelde, waren Juan Lozano en Enzo Scifo zijn grote helden. Mijn vader zaliger had dan weer een voorliefde voor Paul Van Himst. Voetbal werkt dus verbindend. Ja, laat ze maar komen, China als wereldkampioen met De Stalen Rozen of de Drakenploeg!