De maand van MO*columniste Saskia Van Nieuwenhove
“‘De papieren valkuilen van het leven na de jeugdzorg’
‘Ze stoppen mij in de illegaliteit!’ Jongeren die uit de jeugdzorg komen, lopen door hun verleden aan tegen een berg administratieve problemen als ze achttien worden, ziet MO*columniste van de maand Saskia Van Nieuwenhove. ‘Dit zou niet mogen gebeuren.’
© Konstantinos Tsanakas
Of tieners nu in de pleegzorg zitten, in de psychiatrie verblijven of geplaatst zijn in een jeugdvoorziening: op hun achttiende verjaardag worden ze volwassen en moeten ze dus de jeugdzorg verlaten. Maar door hun verleden wacht hen vaak een berg administratieve problemen, waardoor ze niet vooruit kunnen in het leven. MO*columniste en experte jeugdzorg Saskia Van Nieuwenhove beschrijft een aantal pijnlijke voorvallen.
Het was halféén ’s nachts. Shirley (schuilnaam) belt me op de terugweg naar huis, helemaal ontdaan. Ze roept, ze huilt: ‘De politie heeft mijn identiteitskaart afgenomen. Op wat trekt dat nu? Ik moet nog enkele kilometers met mijn brommertje. Zonder identiteitskaart. Die politie stopt mij in de illegaliteit.’
Ik probeer snel te plaatsen wat ze vertelt — wat we in moeilijke situaties wel vaker moeten doen bij onze vzw Klaprozen, die een kleinschalige, huiselijke opvang voorziet voor tienerslachtoffers van pooiers.
We hebben van elk meisje een dossier met alle belangrijke informatie. De identiteitskaart van dit meisje is nog geldig tot 2025. Ik begrijp dus ook niet waarom die afgepakt werd.
‘Is die politiecombi er nog?’, vraag ik. ‘Ja, die man zit daar wat te tetteren met zijn collega.’ ‘Klop eens op de deur en vraag beleefd,’ ik voeg het woord uitdrukkelijk toe aan mijn betoog, ‘of die man aan de lijn wil komen.’
Probleem voor meerderjarigen
Ik maak me kenbaar als de pleegzorger van Shirley — een volwassene die een meerderjarig persoon (een ‘pleeggast’) ondersteunt. Ze verblijft bij ons in Klaprozen. Ik vraag de agent wat er aan de hand is.
‘Haar brommertje is helemaal in orde. Wij voerden een algemene controle uit. Maar bij nazicht van haar identiteitskaart zien wij dat haar adres van ambtswege geschrapt is, mevrouw.’
Nu Shirley meerder jarig is, blijkt dat het ontbreken van een domicilieadres plots een reden is om haar identiteitskaart af te nemen.
Ik kan de agent meer informatie verschaffen. ‘Dat weet ik, meneer. Wij zijn daarmee bezig. Kan ze haar identiteitskaart niet terugkrijgen, zodat ze nog in regel is wanneer ze verderrijdt met haar brommertje? Ze werkt namelijk op proef in een frituur. Dat is de enige manier waarop ze zich kan verplaatsen met die flexibele werkuren. We zullen uw kantoor op de hoogte houden en er extra vaart achter zetten.’
‘Mevrouw, ik wil gerust begrip tonen voor de situatie, maar wet is wet. Wanneer wij iemand aantreffen bij een controle en er geen adres op de identiteitskaart staat, dienen wij die identiteitskaart in beslag te nemen en terug te sturen naar de plaats van afgifte.’
Shirley werd door de jeugdrechter in een instelling geplaatst omdat een ouder niet voor haar kon zorgen. Daardoor had ze geen officieel adres meer. Zolang ze minderjarig was, was dat geen enkel probleem. Maar haar achttiende verjaardag is intussen gepasseerd, en nu blijkt het ontbreken van een domicilieadres een reden om haar identiteitskaart af te nemen.
Ik stop de discussie na een halfuur, rond het gesprek af en moet slikken. Ook al is het ondertussen al na één uur ‘s nachts, ik begin meteen bijeen te puzzelen hoe we Shirley de rest van de week zonder haar brommertje op haar proefbaan krijgen.
En hoe moeten we nu haar uittreksel uit het strafregister (het vroegere ‘bewijs van goed gedrag en zeden’) aanvragen, voor het gesprek over een vast contract? Dat moesten we meebrengen, zo stond in de mail van de werkgever. Maar zonder identiteitskaart kan je dat niet opvragen.
Gelukkig ondersteunen maatschappelijk werkers van OCMW Gent de meisjes die in onze werking verblijven goed. We vragen daar wat we moeten doen met Shirleys probleem. Het meisje heeft geen officieel adres. En een nieuwe identiteitskaart aanvragen zonder adres, dat is zeer moeilijk. Een nieuw adres op haar huidige identiteitskaart laten zetten, gaat ook niet, want die werd dus in beslag genomen.
Bent u, lezer van deze column, de draad nu al kwijt? Dat ligt niet aan u. Zo chaotisch en kafkaiaans is het vaak.
Geen adres
Mocht dit een éénmalig incident zijn, dan zouden we niet alle alarmbellen moeten luiden. Maar helaas botsen heel wat jongeren in de jeugdzorg op problemen wanneer ze volwassen worden.
Een korte bloemlezing van verschillende voorvallen.
Mutualiteit, bank, arbeidscontract, inschrijving op school: hoe doe je dat zonder identiteitskaart?
Eén: een meisje wordt achttien jaar. Ze werd als piepjong slachtoffer geplaatst in een instelling voor beveiligde opvang en haar domicilieadres bleef al die jaren bij een van de ouders staan. Daar komt ze nu niet meer. Haar ouders kwamen in de beveiligde opvang ook niet op bezoek.
Op de leeftijd van achttien valt het toezicht van de jeugdrechter weg. De ouders van het meisje vragen meteen de ambtshalve schrapping van haar domiciliëring. ‘Uitschrijven van deze persoon op ons adres’ wegens ‘woont hier niet meer’. In de ene gemeente duurt dat weken, in een andere gemeente gaat het zeer snel. In sommige gemeenten wordt de vraag onderzocht.
In dat laatste geval komt de jongere in een ‘voorstel tot ambtshalve schrapping’. Dat maakt het nog ingewikkelder voor de achttienjarige. Want om een leefloon te krijgen, een appartementje te zoeken of een nieuwe bankrekening te openen, moet je een adres opgeven. Gaat dat niet, dan kan je een referentieadres krijgen van het OCMW…. maar niet zolang je adreswijziging nog ‘in voorstel’ staat.
Zo dreigt onderbescherming, dat is wanneer je iemands rechten niet opnieuw op de rails krijgt. Dit meisje verloor haar identiteitskaart, maar kan dus ook geen nieuwe aanvragen. Ze wil het openbaar vervoer nemen, maar zonder identiteitskaart kan je niet aantonen hoe oud je bent — een treinbegeleider mag dat vragen als je reist met een GoPass, vaak het goedkoopste tarief voor jongeren.
Mutualiteit, bank, arbeidscontract, inschrijving op school: hoe doe je dat zonder identiteitskaart? Dan dreigt ook de van het kastje naar de muur-administratiemolen
Geen verblijfsrecht
Twee: een ander meisje dat bij Klaprozen vzw verbleef en dat al elf jaar onder de bescherming van een Belgische jeugdrechter stond. Ook zij werd slachtoffer op haar 15 jaar. Ook zij werd in de beveiligde opvang geplaatst.
Dit meisje heeft de Nederlandse nationaliteit, en dat maakt blijkbaar een verschil. Haar mama kwam naar België toen ze nog een baby was, haar papa werd uit de ouderlijke macht ontzet. Ze woonde bij haar mama, maar werd om ernstige redenen op de leeftijd van 8 jaar uit huis geplaatst. Dat gebeurt wanneer de hulpverlening aan huis geen verbetering ziet en een kind in gevaar is.
Dit meisje werd onder bescherming van de jeugdrechter geplaatst en kreeg daardoor alle nodige zorgen. Maar toen werd ze achttien.
Zegt de ambtenaar van de stad: ‘U dient opnieuw een aanvraag voor een verblijfskaart in te dienen bij de dienst Vreemdelingenzaken.’
Ik: ‘Bij Vreemdelingenzaken? Zij woont bijna 18 jaar in België.’
De ambtenaar: ‘Ja, maar haar aanvraag tot duurzaam verblijf gebeurde eerder op basis van gezinshereniging.’
Ik: ‘Dat is jaren en jaren geleden. Van gezinshereniging is helaas geen sprake meer. Zij kan om ernstige redenen niet meer naar huis. Dat is gestaafd door een maatregel van de jeugdrechter.’
De ambtenaar weer: ‘Wij weten ook niet of haar aanvraag tot duurzaam verblijf verlengd kan worden. Als ze werkt, dan heeft ze recht op verblijf en is het geen probleem. Maar zij vraagt nog een zorgplaatsing onder het actieplan jongvolwassenen en een uitkering. Dat zou ze in Nederland moeten vragen.’
‘In Nederland? Ik herhaal: ze is daar niet meer geweest sinds ze zes maanden oud was.’
Een checklist vóór de achttiende verjaardag
In een ideale zorgwereld valt te verwachten dat alle kokers binnen de integrale jeugdhulp hier vroeger mee aan de slag gaan. Met een soort checklist, af te werken vóór jongeren in de jeugdzorg achttien jaar worden.
Of deze tieners nu in pleegzorg zitten, in de kinderpsychiatrie verblijven, geplaatst zijn in een open of een gesloten voorziening of op kamertraining zitten: controleer als betrokken begeleider alle papieren.
Het zou veel jongeren helpen én ondersteunen wanneer een checklist systematisch overlopen werd vóór ze achttien worden.
Waar staat het adres van de jongere? Kan dat daar nog blijven wanneer die achttien jaar wordt? Zo niet, hoe lossen we dat op zodat die jongere niet van ambtswege geschrapt wordt?
Hoe zit het met de mutualiteit? Staat de jongere er nog ingeschreven onder de naam van de ouder? Kan dat zo blijven bij meerderjardigheid, of vragen we al een eigen inschrijving aan wanneer meerderjarige jongeren alleen gaan wonen?
Is de jongere nog betrokken bij een lopende strafzaak? Voor jongeren bij Klaprozen vzw, slachtoffers van seksuele uitbuiting, kan dat het geval zijn. Dan bekijken we met de betrokken advocaat en de aangestelde voogd ad hoc waar de jongere terechtkan eens die meerderjarig is. En we vragen al een pro deo advocaat aan, zodat je weet waar je moet zijn wanneer je eenmaal je op eigen benen staat en je dan niet zelf naar een advocaat moet zoeken.
Heeft de jongere wel een verblijfsvergunning maar geen Belgische nationaliteit? Dan checken we met de betrokken diensten wat er moet gebeuren om dat verblijf soepel verder te laten lopen wanneer de jongere zonder toezicht van de jeugdrechter valt.
Heeft de jongere al een idee waar hij of zij gaat wonen? Dan kunnen we kijken welke premies die eventueel kan krijgen bovenop een leefloon. Sommige lokale overheden geven een premie van 100 euro voor sportparticipatie, andere geven een huurpremie, nog andere geven diverse kleine voordelen (voedselbank, kleding enzovoort).
Is het sociaal tarief aangevraagd en toegekend, voor openbaar vervoer en andere zaken?
Het zou veel jongeren helpen én ondersteunen wanneer zo’n checklist systematisch ingebed wordt binnen alle werkingen die voorafgaan aan die achttiende verjaardag. Nu komen die vragen ook wel eens aan bod, maar allesbehalve structureel. Wie ‘geluk’ heeft, vindt bijvoorbeeld een goede individueel begeleider op zijn pad.
Precaire situaties
We moeten ook veel meer oog hebben voor precaire situaties vóór die achttiende verjaardag.
Zo was er in Klaprozen een meisje van zestien. In het vonnis van de jeugdrechter stond genoteerd: ‘Zonder gekend adres in het Rijk’. Papa onbekend, mama met de noorderzon vertrokken. Het huis waar ze woonde werd verzegeld door gokschulden, en haar domicilieadres daar werd geschrapt.
Ze verbleef in een instelling voor beveiligde opvang, maar die kon ze niet gebruiken als domicilieadres.
De jeugdrechter gaf een bevel om het meisje in te schrijven op het adres van de aangestelde voorziening die haar begeleidde in de beveiligde opvang. Contextbegeleiding heet dat in jeugdzorg. Het is een prachtige module die meisjes voorbereidt om van de beveiligde opvang weer naar een open jeugdvoorziening te gaan.
Maar de stad weigerde een officiële inschrijving op het adres van de voorziening. De reden: ‘Deze persoon woont hier niet.’ Uiteraard niet: het is net de bedoeling om haar van de beveiligde opvang naar die open voorziening te kunnen sturen, via gesprekken met de contextbegeleiding.
We hebben daarop klacht neergelegd bij de ombudsman: ‘Bevel van jeugdrechter wordt genegeerd door lokale overheid’. Na die aanklacht kwam het snel in orde.
Maar het zet aan tot denken. In een welvaartsstaat zou dit niet mogen gebeuren. Gelukkig zijn er al die maatschappelijk werkers en begeleiders die verder denken dan hun afgelijnde opdracht, en die ook mee waken over al deze belangrijke zaken. Zij verdienen een enorme dankjewel.