Leer je talen, vreemdeling!

Column

Leer je talen, vreemdeling!

Leer je talen, vreemdeling!
Leer je talen, vreemdeling!

Moeten nieuwkomers behalve het Standaardnederlands ook het lokale dialect en de tussentaal leren om met de Vlamingen te communiceren? Walter Zinzen vindt het idee van de pot gerukt.

Het is een beetje ondergesneeuwd door de steeds onwaarschijnlijker wordende verhalen over de Bende van Nijvel en de spanningen rond Catalonië maar de Vlaming heeft zich ook weer bezig gehouden met zijn taal, of beter met zijn talen in het meervoud. Op de radio en in de krant werd de lof gezongen van zowat ieder dialect: zoveel sappiger, zoveel rijker, zoveel dichter bij ons dan dat vervloekte Standaardnederlands.

Nu heb ik in mijn jonge jaren taalkunde gestudeerd (filologie heette dat toen) en geleerd dat dialecten inderdaad de vruchtbare bodem zijn van een algemene omgangstaal: ze voeden die met nieuwe uitdrukkingen en woorden, houden ze dus levend. Maar dialectsprekers verstaan elkaar vaak niet. Vraag het maar eens aan West-Vlamingen en Limburgers.

Een typisch Vlaams probleem is bovendien dat vele dialectsprekers eentalig zijn, ze kunnen zelfs niet “op de letter” spreken

Een typisch Vlaams probleem is bovendien dat vele dialectsprekers eentalig zijn, ze kunnen zelfs niet “op de letter” spreken, zoals onze grootouders het Algemeen Beschaafd Nederlands noemden.

Vlaamsgezinden verwijten de Belgische staat vaak dat die geprobeerd heeft onze gewesten te verfransen. Dat is niet helemaal correct. De aartsvaders van ons vaderland verdedigden het exclusieve gebruik van het Frans met het argument dat ze de wetteksten moeilijk in een dertigtal dialecten konden vertalen. Ze probeerden een taal te gebruiken die door iedere Belg begrepen kon worden, een algemene omgangstaal dus. Die ontbrak in Vlaanderen te enen male. En dat al drie eeuwen lang, sedert het uiteenvallen van de Nederlanden (de val van Antwerpen in 1585 !)

Toen de Nederlanden in 1830 een tweede keer uit elkaar werden gehaald probeerden de flaminganten een omgangstaal te vinden die het Frans zou kunnen vervangen. Ze vonden ze bij de Noorderburen, die 300 jaar op onze gemeenschappelijke taal hadden gepast. En zo deed het Standaardnederlands ook in Vlaanderen zijn intrede.

Maar kijk: in 2017 leren we dat de meeste Vlamingen zich nog steeds niet bedienen van deze voor iedereen begrijpelijke omgangstaal, maar wel van hun dialect en/of van de verschrikkelijke tussentaal, door Geert Van Istendael “verkavelingsvlaams” gedoopt.

Eén van de kenmerken van dat verkavelingsvlaams is dat de slot-t niet wordt uitgesproken. ‘Wat is dat’ wordt dan ‘wa is da’.Dat is niet goed’ wordt ‘Da is nie goe’. Het is het taaltje dat gesproken wordt bij “Van Gils & Gasten”, in de veel geroemde nieuwe TV-serie “Tabula Rasa” en in vrijwel alle programma’s op zowel de publieke als de commerciële zenders (behalve dan in de nieuwsuitzendingen).

Waanzin

We hebben in onze familie een dame, die afkomstig is uit Oost-Europa. Ze heeft onze taal geleerd in het Huis van het Nederlands. Toen ze voor het eerst haar kennis wou demonstreren zei ze heel keurig: “Hoe maakt u het?” Haar gesprekspartner keek haar stomverbaasd aan en antwoordde: ‘Oewist?’

Onze nieuwe medeburgers moeten volgens mevrouw Begine niet minder dan drie talen leren om te kunnen communiceren met de echte Vlaming

Het probleem is kennelijk wijd verspreid: niet minder dan 96 % van de studenten, die de lessen Nederlands tweede taal volgen, heeft het moeilijk met spontane gesprekken met Vlamingen, zo konden we onlangs in De Standaard lezen. Sofie Begine, een taaltrainster met een Libanese partner, reikt de oplossing aan: de nieuwkomers moeten verkavelingsvlaams leren.

Deze maand verschijnt een handboek van haar hand. Wa zegt ge? Vlaamse spreektaal voor anderstaligen heet het. Studenten zullen er “de taal van de echte Vlaming” kunnen instuderen. Zo zullen ze zonder problemen naar Van Gils kunnen kijken en het een goe programma vinden.

Link

Lees hier de reactie van Sofie Begine op de column van Walter Zinzen

Let wel : het blijft de bedoeling dat ze ook de standaardtaal aanleren. Mevrouw Begine gaat dus nog een stap verder dan UNIZO, de patroonsorganisatie , die in West-Vlaanderen cursussen Brugs organiseert voor haar buitenlandse werknemers. Onze nieuwe medeburgers moeten volgens mevrouw Begine dus niet minder dan drie talen leren om te kunnen communiceren met de echte Vlaming: Nederlands, het plaatselijke dialect en tussentaal.

Hoe waanzinnig is dit ?

Laten we de zaken eens op hun kop zetten. Stel – bij wijze van hypothese – dat de Bende van Nijvel postuum haar slag thuis haalt en in ons land een autoritair bewind installeert. U, beste MO*lezer, wordt bedreigd omdat u de ideeën van de nieuwe bazen niet deelt. U ontsnapt ternauwernood aan arrestatie en besluit te vluchten.

Rijk bent u niet, maar u vindt in Oostende een vissersbootje dat u bij nacht en ontij wil overzetten, in ruil voor uw laatste euro’s. Na tal van omzwervingen komt u uiteindelijk in een kamp terecht in een Arabisch land. De mensen spreken er alleen Arabisch, een taal die u niet kent. De communicatie verloopt dus met gebarentaal totdat een tolk u kan diets maken dat u zich dient in te burgeren en de taal van uw nieuw land moet leren.

U krijgt de kans een cursus Arabisch tweede taal te volgen, maar u heeft het moeilijk, want u bent niet speciaal taalbegaafd, hoewel helemaal niet dom. Maar het lukt u uiteindelijk toch een mondje Arabisch te spreken en te lezen, want ja, u moet natuurlijk ook een heel nieuw alfabet en geschrift aanleren.

U vindt, dankzij bemiddeling van een overheidsdienst, een baan. Maar met de collega’s praten lukt niet. Ze spreken een dialect, dat afwijkt van het standaardarabisch dat u geleerd heeft. Een vriendelijke mevrouw kent het probleem. Ze biedt u een workshop aan om het lokale dialect aan te leren.

Na verloop van tijd en veel moeite lukt het eindelijk. Maar dan wordt u een baan aangeboden in een andere stad. Een aanbod dat u niet kunt weigeren omdat het loon er merkelijk hoger is. U verhuist welgemutst maar u wacht een enorme teleurstelling. Uw nieuwe collega’s spreken een heel ander dialect en verstaan u niet. Wederom moet u naar een workshop om de lokale taal te leren.

En naar de televisie kijken in uw nieuw vaderland is ook geen sinecure. De presentatoren spreken een soort Arabisch dat u kunt volgen, maar de studiogasten komen uit het hele land en spreken elk hun eigen dialect. Ze verstaan elkaar slechts met grote moeite. Maar de overheden in uw gastland zien het zo niet. Die roepen heel hard – in de standaardtaal – dat vreemdelingen moeten inburgeren, zich moeten aanpassen, de volkstaal moeten leren. Beduusd zakt u languit op de bank in uw woonkamer en vraagt zich af: zou ik toch maar niet terugkeren naar mijn lage landje aan de zee?

Beste MO*lezer, in onze buurlanden bestaan ook dialecten. Maar in Duitsland verstaat iedereen Hoogduits, in Frankrijk iedereen Standaardfrans, in Nederland iedereen algemeen Nederlands. Bijna altijd hebben mensen een eigen accent, dat hindert de verstaanbaarheid allerminst. Bij ons kan het ook. Is het geen groot genoegen te luisteren naar mevrouw Meryame Kitir? Ze spreekt een onberispelijk Nederlands, maar met een zangerig Limburgs accent. Heerlijk. En vooral: voor iedereen van Brugge tot Zichen-Zussen-Bolder verstaanbaar.

Is het redelijk om onze nieuwe medeburgers te verplichten drie talen aan te leren enkel en alleen omdat de “echte” Vlaming te onbeschoft is om zijn eigen taal behoorlijk te spreken met mensen van buitenlandse komaf?

Waarom kunnen niet alle Vlamingen wat zij wel kan? Hoe is het voor de drommel mogelijk dat wie zes jaar, of nog veel langer, naar school is geweest niet in staat is zich vlot uit te drukken in onze gemeenschappelijke taal? Is het omdat de leerkrachten zelf het niet kunnen of willen? Is het redelijk om onze nieuwe medeburgers te verplichten drie talen aan te leren enkel en alleen omdat de “echte” Vlaming te onbeschoft is om zijn eigen taal, waarvoor zo hard gevochten is, behoorlijk te spreken met mensen van buitenlandse komaf?

Wat is er zo moeilijk aan om ‘daT ’ te zeggen in plaats van ‘da’? Is inburgeren en integreren op zich al niet moeilijk genoeg om er ook nog eens ongepaste taaleisen bovenop te gooien? Houden al die verlichte taaltechneuten, die alles maar goed vinden en geen normen (haha!) meer hanteren, ook maar één enkel ogenblik rekening met de hoogst onbillijke gevolgen van hun handelwijze voor tienduizenden mensen die uit een ander taalgebied komen?

De vraag stellen is ze helaas beantwoorden. Arm Vlaanderen!