Over de vernedering van het falen van de Congocommissie
“‘Waarom blijven we in de politiek geloven?’
De Congocommissie is uitgedraaid op een compleet fiasco. Het is alsof de koloniale geschiedenis zich blijft herhalen, stelt MO*Ontwikkelaar Tracy Bibo Tansia vast. ‘We schreven opiniestukken, voerden debatten en gingen in dialoog. En toch blijven we met een vernederd gevoel achter.’
Detail van een video-installatie uit 2016 van Zoé Schreiber. Schreiber is een Belgisch beeldend kunstenaar met Canadese en Congolese roots. Ze verkent het suggestieve potentieel van pakken om verdrongen of vergeten herinneringen te activeren die betrekking hebben op de intellectuele elite in de voormalige Belgische kolonie.
Glasgow School of Art (CC BY-NC-ND 2.0)
De Congocommissie is uitgedraaid op een compleet fiasco. Het is alsof de koloniale geschiedenis zich blijft herhalen, stelt MO*Ontwikkelaar Tracy Bibo Tansia vast. Een club mannen bepaalt wié excuses verdient, maar verdedigt vooral de belangen van hun achterban en niet die van de slachtoffers van kolonisatie. ‘Ik geloof niet meer in de politiek. Maar ik zal blijven geloven in de kracht van individuen die van België een inclusieve samenleving willen maken.’
Twee jaar geleden werd de Kamercommissie Belgisch koloniaal verleden in het leven geroepen. Het doel van de commissie was het koloniaal verleden van België onder ogen te zien. Dit met als ultieme doel om te komen tot aanbevelingen en het verwerken van maatregelen die moesten leiden tot verzoening en herstel.
Er waren verschillende historici en leden van de diaspora aangesteld om de commissie en hiermee de Belgische Kamerleden te kunnen ondersteunen in de redactie van een finaal rapport. Het finaal rapport van 681 pagina’s werd besproken in het parlement. De uitkomst van de commissie werd sterk bepaald door artikel 69 van de commissie over excuses. Excuses werd het struikelblok die de wankelende commissie deed vallen. Een aantal partijvoorzitters vonden excuses een stap te ver.
Luisteren naar de diaspora?
Ik ga niet liegen: ik heb gemengde gevoelens over de uitkomst van de commissie. Toen ze van start ging werd zelfs de vraag gesteld: geven we de diaspora een plaats aan tafel? Er werd gespot met de diaspora en de activisten die onderdeel uitmaken van de diaspora.
Ook binnen de diaspora zijn er onenigheden. Maar uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde: erkenning, excuses en herstel.
Het is een feit: de Congolese diaspora is een heterogene groep. Ook in de groep van activisten die zich interesseren in het koloniaal verleden zijn er onenigheden, bijvoorbeeld over welke thema’s op de agenda moeten komen. Ik spreek hier enkel over de Congolezen, maar het spreekt voor zich dat bij de Rwandezen en Burundezen gelijkaardige spanningen spelen.
Maar uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde: erkenning, excuses en herstel. Die groep diaspora die bespot wordt, is een van de redenen dat dekolonisatie en de rechten van zwarte mensen zo hoog op de politieke agenda staan.
We werden als experten van de diaspora niet gewaardeerd. In het begin kregen we een plaats in de commissie, ik werd zelfs ondervraagd tijdens een hoorzitting. Maar over de rest van de werkzaamheden was het zoeken naar informatie. Via een journalist kwam ik te weten dat het rapport klaar was. Terwijl ik en andere activisten meerdere keren hadden aangegeven dat we bereid waren om waar nodig en mogelijk is samen te werken met de leden van de commissie.
Zelfs in de groep van de experten werd er getwijfeld aan de meerwaarde van de commissie en werden sommige aanvallen persoonlijk dan meer inhoudelijk.
Ten slotte deed de commissie ook een dienstreis in de regio van de Grote Meren zonder iemand op de hoogte brengen van de stappen die ondernomen zullen worden.
Ik geloofde erin. De aanbevelingen van het rapport zijn ook pertinent. Ik zie er zaken in terug die ik zelf had aangegeven tijdens mijn hoorzitting. Al het werk is niet voor niets geweest. Maar het was blijkbaar niet voldoende om te komen tot het belangrijkste onderdeel van de verzoening tussen de oud-kolonies en België: excuses die zouden moeten leiden tot herstel.
Herstel, geen wraak
Onlangs keek ik naar de film Suffragette (2015) waar de sufragettebeweging van het Verenigd Koninkrijk aan bod komt, de vrouwen die in Engeland streden voor het vrouwelijk stemrecht.
Ik blijf kritisch ten opzichte van die beweging, want ze sloot de vrouwen van kleur uit. En terwijl een aantal van die suffragettes op straat vochten voor hun stemrecht, behandelden ze vaak hun vrouwelijke personeel, vaak vrouwen van kleur, als het vuil van het straat. Dat is niet héél feministisch.
Maar één zaak vind ik wel merkwaardig: waarom kozen die vrouwen op een bepaald moment voor geweld als actiemiddel? Waarom “radicaliseerden” ze op een bepaald moment en plaatsen ze bijvoorbeeld bommen in brievenbussen met pamfletten die eisten voor vrouwenstemrecht?
We hebben opiniestukken geschreven, hebben debatten gevoerd en zijn in dialoog gegaan. En toch blijven we met een vernederd gevoel achter.
Ze hadden geen angst voor de confrontatie met de politie. Zelfs in gevangenschap hielden ze hongerstakingen, waarbij ze onder dwang gevoed werden.
Mijn conclusie: wanneer er geen gehoor komt voor je eisen en je bespot en vernederd wordt omdat je opkomt voor iets dat juist is, wordt geweld, of een meer gewelddadiger aanpak, de laatste optie. Ik moet toegeven dat ik na de uitkomst van de Congocommissie begreep waarom groepen die strijden voor gelijkheid, een inclusieve samenleving, geweld durven te gebruiken.
Is dit de uitkomst? ‘By all means necessary?’, met alle mogelijke middelen? Pamfletten plaatsen in brievenbussen met een bom waar ‘Herstel!’ opstaat? We hebben opiniestukken geschreven, we hebben debatten gevoerd en we zijn in dialoog gegaan. Er is een commissie gekomen. En toch blijven we met een vernederd gevoel achter.
Voor er hier moord en brand wordt geschreeuwd: neen, ik radicaliseer niet. Ik blijf werken op een constructieve manier. Maar ik krijg meer begrip voor sufragette Emmeline Pankhurst en haar kompanen.
Ik denk dat België dankbaar moet zijn dat wat we willen gerechtigheid is. Voor onze voorouders, voor onze grootouders, voor de metissen, voor alle slachtoffers van kolonisatie. We willen herstel, geen wraak. We willen verzoening, geen haat. En zolang we dit niet krijgen, zullen we allen blijven strijden. Ieder op zijn manier. We zullen het herstel krijgen, nu of in de toekomst. En geen enkele politicus zal dit kunnen tegenhouden.
Nieuwe tijden, oude geesten
Ik geloof niet meer in de politiek. Politiek is een van de manieren om verandering te brengen. Maar de particratie heeft dit om zeep gebracht. Een aantal politieke partijen waren radicaal tegen excuses. Uit angst voor hun achterban die waarschijnlijk “herstel” zou moeten betalen.
Ik zie géén verschil tussen de actuele politieke elite en de oud-kolonialen die de Congolezen het leven zuur hebben gemaakt tijdens de kolonisatie.
Het probleem is juist de manier waarop politici in België laten blijken dat herstel enkel om geld zou draaien. In plaats van de bevolking uitleg te geven over wat herstel echt is, verkiezen om een populistisch discours waarin ze nog maar eens de Congolezen, de oud-gekoloniseerden, afbeelden als ondankbare geldwolven.
Bewust of onbewust vervallen ze zelf in het oude koloniale discours, waarin ze het recht van een bepaalde groep ontnemen voor hun eigen belang. Ik zie géén verschil tussen de actuele politieke elite en de oud-kolonialen die de Congolezen het leven zuur hebben gemaakt tijdens de kolonisatie. De tijden veranderen, maar de geesten blijven gekoloniseerd.
Als zwarte vrouw geloof ik niet dat politieke partijen in België de belangen van mensen die op mij lijken, zwarte mensen, werkelijk willen verdedigen. En dit gaat veel verder dan het koloniale verhaal. Het gaat erom ervoor te zorgen dat de Belgische samenleving een inclusieve samenleving wordt waar zwarte mensen niet meer geconfronteerd worden met afrofobie. Dat hun klachten au serieux worden genomen wanneer dit wel het geval zou zijn.
Ik geloof de politieke partijen niet meer, maar ik geloof dat er binnen de partijen individuen zijn die het goed menen. En jammer genoeg worden die mensen beperkt door hun politieke partijen.
Het falen van de commissie is niet enkel te wijten aan de politiek, ook het koningshuis heeft een rol te spelen. Onze Belgische koning is iemand die ik bewonder. Maar de instelling, en alles wat rond hem hangt, is denk ik de reden dat de commissie gefaald heeft.
Het gaat hier alweer om belangen van bepaalde mensen die geloven dat herstel enkel om geld gaat. Hun geld, dat de erfenis is van het koloniaal verleden van hun ouders en grootouders. Het koningshuis zou beter voorbeeld nemen aan onze Nederlandse buren, die erkennen dat slavernij een misdaad was en zich daarvoor excuseren.
De kracht voor activisme
Waarin ik zal blijven geloven, is de kracht van de individuen die werkelijk van België een inclusieve samenleving willen maken. Die blijven strijden voor erkenning. Ondanks de tegenwind, ondanks de vernedering. Ondanks het racisme.
De commissie heeft me enorm teleurgesteld. De goesting om te schrijven of om nog activistisch te zijn, was gewoon weg. Mijn focus lag de afgelopen maanden op mezelf en vooral op ervoor zorgen dat ik er goed uitzie.
Onbewust heeft dit fiasco me de kracht gegeven om nooit meer op te geven. Want dit gaat niet om mij. Maar dit is groter dan mezelf
Selfcare is selflove, zeggen ze. En activisme doe je niet voor jezelf, maar voor een hoger doel. Soms verlies je jezelf in die strijd. En met de haat die je erbij krijgt vraag je jezelf soms af of de strijd jouw tijd waard is. Maar door de focus op jezelf te leggen, besef je vooral dat activisme jou gekozen heeft, en niet omgekeerd.
Het is tijdens die kleine momenten, wanneer je tijd hebt om boeken te lezen, te praten met andere activisten of naar documentaires als Live to lead over de Britse prins Harry & Meghan Markle dat je beseft dat ons activisme onze huur is op aarde. Dat het soms goed is om even afstand te nemen wanneer we een doel voor ogen hebben, om dan sterker terug te komen.
Mijn focus lag ook op mijn fulltime job en op mijn vrienden en familie. Ik heb ervan genoten. Onbewust heeft dit fiasco me de kracht gegeven om nooit meer op te geven. Want dit gaat niet om mij, dit is groter dan mezelf. Dit is voor mijn voorouders. Dit gaat over de toekomst.
Dus opgeven zal nooit een optie zijn. Dit is mijn middelvinger naar de politiek en een applaus voor al diegenen die, ondanks de tegenstand, nooit opgeven.