De maand van StampMedia
“‘Dat politici ontslag durven te nemen is een goede zaak’
Politici zijn er om ons, het kiespubliek, te dienen, schrijft MO*columnist en StampMedia-reporter Ege Tokman. Als dat niet lukt, is het beste dat ze kunnen doen ontslag nemen, zoals we in 2023 zagen gebeuren. ‘Maar dan is de vraag: gebeurt dat dan uit ethische of partijpolitieke overwegingen?’
© Konstantinos Tsanakas
Geen politiek zonder schandalen. En al zeker niet in een verkiezingsjaar. De afgelopen maanden werden we getrakteerd op een aantal interessante verhalen.
Midden november diende Conner Rousseau zijn ontslag in als voorzitter van Vooruit. Eerder was bekend geraakt dat hij in september racistische en seksistische uitspraken had gedaan in zijn stamcafé in Sint-Niklaas. En dus was zijn positie onhoudbaar geworden.
Deze maand schrijft StampMedia-hoofdredacteur Marjorie Blomme met een StampMedia-reporter een column.
‘Zattemanspraat’, noemde Rousseau het aanvankelijk en de partij steunde hem volledig. Slechts een handvol Vooruit-leden sprak zich uit over de uitlatingen van hun voorzitter. Maar hoe meer details over de bewuste avond naar buiten kwamen, hoe meer bleek dat de jonge voorzitter niets anders meer kon dan opstappen.
Het duurde lang bij de socialisten voor iemand zich uitsprak. Maar een partij die zich expliciet als antiracistisch profileert, kan het zich uiteindelijk niet veroorloven om een voorzitter die dergelijke uitspraken doet aan te houden.
Pipigate
Ook voormalig minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) nam dit najaar ontslag. Dat gebeurde nadat Abdeslam Lassoued in oktober twee Zweedse voetbalsupporters had doodgeschoten in Brussel. In Tunesië moest de man een gevangenisstraf van 26 jaar uitzitten voor twee pogingen tot moord. En hoewel er een uitleveringsverzoek vanuit zijn thuisland bij het Brusselse parket lag, werd hij niet eerder uitgewezen.
Politici die uit ethische overwegingen ontslag nemen zijn dun gezaaid.
Voor Van Quickenborne waren het op dat moment al enkele moeilijke weken geweest. Zijn politieke toekomst hing al aan een zijden draadje. Afgelopen zomer hadden een aantal gasten tijdens een privéfeest bij hem thuis tegen een politiecombi geplast. Een combi die er nota bene stond om de minister te beschermen tegen bedreigingen vanuit de georganiseerde misdaad.
Maar met zijn gewiekste communicatie had de minister zich eruit kunnen praten en leek zijn politieke pad gered. Tot Lassoued in Brussel overging tot zijn moordaanslag.
Politiek is een cynisch spel
We moeten niet naïef zijn. Politici die uit ethische overwegingen ontslag nemen zijn dun gezaaid.
Rousseau en Van Quickenborne hielden de eer aan zichzelf en besloten dat het beter was voor de partij, het land en de bevolking als ze hun job niet meer zouden uitoefenen. Dat doen ze uiteraard niet zonder reden. Zelf ontslag nemen is beter dan aan de kant gezet worden door je partij.
Daarbij kan je de vraag stellen: doen politici dat om het vertrouwen van de kiezer te herstellen of om de partij geen schade te berokkenen? Gaat het om een ethische overweging, want ‘ik heb iets gedaan dat niet oké is en daar moet ik de gevolgen van dragen’? Of gaat het om strategische overwegingen, want ‘als ik op deze stoel blijf zitten, zet dat kwaad bloed bij mijn achterban en potentiële kiezers’?
Politiek is een cynisch spel. Politieke controverse krijgt natuurlijk veel media-aandacht. Maar hoe beïnvloedt die aandacht het uiteindelijke resultaat?
Duits onderzoek van de universiteit van Hamburg uit 2017 toonde aan dat politici sneller ontslag nemen naarmate de media-aandacht voor controverse groter is. Media kunnen met andere woorden erg bepalend zijn voor het al dan niet aanblijven van slecht presterende politici.
Hoewel zijn verantwoordelijkheid als partijvoorzitter niet rechtstreeks bij het volk ligt, zoals dat wel het geval is voor een minister, moest Rousseau door druk van de kiezer op hem en zijn partij wel ontslag nemen. Daarin speelden de media een belangrijke rol.
Zonder de media-aandacht zou zijn ontslag er waarschijnlijk niet gekomen zijn. Hoe langer Rousseau ontkende dat hij iets controversieels had gezegd, hoe dieper journalisten gingen graven. En hoe meer stukken van de waarheid naar boven kwamen, hoe meer urgentie er kwam om de waarheid te reconstrueren.
Leiderspartij
Toch zijn er ook politici die wél genoeg zelfkennis en verantwoordelijkheidszin hebben om op tijd van het toneel te verdwijnen. Ze durven op eigen initiatief ontslag te nemen omdat ze beseffen dat ze hun mandaat niet (of niet meer) naar verwachting kunnen uitvoeren.
Zo nam de Nieuw-Zeelandse premier Jacinda Ardern in januari ontslag, omdat ze naar eigen zeggen de verantwoordelijkheid van het premierschap niet meer kon dragen. Behalve premier was Ardern ook het gezicht en de leider van de Labour-partij. In een dergelijke ‘leiderspartij’ – zo noemde de Nieuw-Zeelandse professor Politiek en Internationale Relaties Jennifer Lees-Marshment de Labour-partij – staat vooral de identiteit van de voorzitter centraal.
Een partij die zo geënt is op de persoonlijkheid van een figuur, heeft echter geen eeuwige overlevingskansen. Bovendien loop je het risico dat je de identiteit van de partij verwaarloost in ruil voor het imago van de leider. Na het ontslag van de grote leidersfiguur kan dan een koude douche volgen voor de partij. Dat is ook gebleken nadat Ardern was afgetreden: Labour verloor toen in één klap maar liefst 12 zetels.
Maar dat betekent ook dat er nu een nieuwe kans is voor Labour. En dat kan je voor Vooruit ook zeggen. De unieke kans voor beide partijen is om terug te keren naar die ideologie, en weg te stappen van de personencultus. Want ontslag nemen is al een bittere pil om te slikken voor een politicus. Dat op de juiste manier doen, kan dat verzachten. Dat uit eigen beweging en vanuit je verantwoordelijkheid doen, is het water dat helpt om die pil door te slikken.
Eerste stap
Maar ontslag is slechts een eerste stap in de lange weg naar het opnemen van politieke verantwoordelijkheid. Uiteindelijk is het de bedoeling dat mensen die aftreden worden opgevolgd door iemand die het beter zal doen. Het is een fragiele manier om het vertrouwen van de kiezer opnieuw voor zich te winnen.
De opvolgers mogen het daarom niet slechter doen dan de mensen die ze vervangen. Behalve hun gewone taken moeten ze bovendien ook de naschokken van hun voorgangers opvangen.
In het geval van Vooruit wacht de nieuwe voorzitter Melissa Depraetere een zware taak. Rousseau was niet alleen hét gezicht van de partij, maar een merk op zich. Of Depraetere Vooruit weer op de kaart zal kunnen zetten, is niet te voorspellen, maar de peilingen tonen nu al een dalende trend.
Meer particratie, minder parlement
Het gebeurt zelden dat politici het grotere plaatje zo helder zien zoals Ardern, en daarom hun functie durven op te geven. Het is een les voor alle politieke leiders: durf af te treden voor je moét aftreden.
Zetelliefhebbende politici wachten te vaak tot het laatste moment. De schade is dan meestal al berokkend, het imago besmeurd en het vertrouwen in de politiek gedeukt. Geen enkele voorzitter in de Vivaldi-coalitie heeft deze legislatuur overleefd. Alle vier namen ontslag ‘om de partij te redden’.
Als zelfs partijvoorzitters hun parlementaire bevoegdheden niet serieus nemen, wie dan wel?
In een land waar partijen meer macht hebben dan het parlement (en dus het volk) is dat niet zo verwonderlijk. Onderzoek van politicoloog Peter Van Aelst uit 2013 toonde aan dat liefst 80% van de doorgevoerde wetten voortkomen uit wetsvoorstellen die door de regering of door ministers worden ingediend.
Het parlement verliest zo zijn zeggenschap. Partijen krijgen het steeds meer. Partijvoorzitters kunnen en mogen steeds meer bepalen. Trouw aan de leiders, klinkt het overal. Zelfs als dat problematisch wordt, zoals in het geval van Rousseau.
Maar waar blijft die leider dan? Sommige partijvoorzitters cumuleren mandaten en lijken het niet prioritair te vinden om consequent aanwezig te zijn in het parlement. N-VA-voorzitter Bart De Wever, bijvoorbeeld, staat erom bekend vooral in het Vlaams parlement te schitteren in afwezigheid. Uit onderzoek van de krant De Tijd naar de activiteit van volksvertegenwoordigers blijkt dat ook Rousseau een van de meest passieve leden was in het Vlaams Parlement, waar hij intussen ook is opgestapt.
Als zelfs partijvoorzitters hun parlementaire bevoegdheden niet serieus nemen, wie dan wel? Niet alleen partijvoorzitters doen het vertrouwen in het parlement afnemen. Groen-fractieleider Mieke Schauvliege kaartte zelf enkele problemen aan over het parlementaire werk. Werken als parlementslid voor een oppositiepartij noemde ze demotiverend, omdat er vaak niets wordt klaargespeeld.Maar wiens bevoegdheid is het om zaken klaar te spelen? Als onze volksvertegenwoordigers al de moed kwijt raken, wat moeten wij dan als vertegenwoordigd volk nog doen?
Dan komt één sleutelwoord terug: ontslag. De handdoek in de ring gooien en zeggen dat het werk doen waarvoor je verkozen bent demotiverend is, is onvergeeflijk.
Wie het licht aan het einde van de tunnel niet ziet, politici die schandalen opstapelen en ons vertrouwen kwijtspelen, en politici die hun bevoegdheden niet meer kunnen uitvoeren, moeten ontslag nemen. En wij, als volk, moeten daar tevreden mee zijn.