Hoe drastisch dienen we onze veestapel in te krimpen?
“‘Wat als we ons een weg naar morgen konden vreten?’
We weten dat we te veel vlees eten en produceren, schrijft econoom Jonas Van der Slycken. Maar de individuele overproducent of overconsument met de vinger wijzen, zal weinig zoden aan de dijk brengen. Afkicken van onze vleesverslaving vraagt om collectieve rituelen.
© Fransesca Van Daele
We weten dat we te veel vlees eten en produceren, schrijft econoom Jonas Van der Slycken. Maar de individuele overproducent of overconsument met de vinger wijzen, zal weinig zoden aan de dijk brengen. Afkicken van onze vleesverslaving vraagt om collectieve rituelen om voor eens en altijd komaf te maken met onze veestapel.
Het zomert weer. Dat merk ik bij het aankoopgedrag van de klanten die het marktkraam van bioboer Jarno bezoeken. De aardbeienpiek is achter de rug. Hun seizoen zit erop. De aubergines, courgettes en paprika’s daarentegen, verkopen nu als zoete broodjes. ‘Voor op de barbecue’, zeggen de lokale Bruggelingen, terwijl ik nauwkeurig deze vruchten weeg.
Ik ruik het al. Het barbecueseizoen gaat weer van start. Niet veel later stond ik zelf te braden. Mijn gezelschap was niet alleen verbaasd dat ik hun vlees grilde, maar ook hoe ik hun hamburgers, worsten en keftalamsticks van een goede cuisson wist te voorzien als voormalig vleeseter. Rust roest niet.
Wie denkt dat ik een pleidooi ga houden om minder te barbecueën heeft het bij het verkeerde eind. Nee, ik vind dat we juist méér moeten barbecueën. Haal de barbecues boven en haal de varkens, koeien en lammetjes maar van stal. Hoe meer, hoe beter. Hoog tijd dat we een tandje bijsteken om onze veestapel permanent een kopje kleiner te maken en de industriële veeteelt te laten uitdoven.
Onze gigantische veestapel
Waarom? De vervuilende veeteelt-business is een plaag voor het leven op Aarde. Deze dodencultus vreet aan planetaire grenzen en beknibbelt zo op onze veilige toekomst. We kennen allemaal de stikstofproblematiek, waarmee de intensieve veeteelt de natuur verstikt. Het voedsel om al die dieren vet te mesten, leidt tot wijzigingen in het landgebruik.
Het Amazonewoud wordt omgewoeld voor monoculturen van maïs en soja. Te midden van al dat geweld blijven de biodiversiteitsverliezen zich opstapelen. De landbouwsector is goed voor 17% van de mondiale emissies aan broeikasgassen volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie.
En dan heb ik het nog niet gehad over de sociale gevolgen van onze vleeshonger. Visdiefstal voor de West-Afrikaanse kust voor vismeel bijvoorbeeld, om onze veestapel te voeden in plaats van Senegalese en Gambiaanse magen te vullen.
Alleen al in België slachtten we in 2022 11.396.612 varkens, runderen, schapen, geiten en paarden. Dat is een groot beest per Belg. Vooral de 10.520.328 varkens en 755.081 runderen moesten er massaal aan geloven. Maar deze cijfers verbleken bij de 298.599.511 kippen, kalkoenen, eenden en andere gevleugelden wier liedje uitgezongen is. Uiteraard is een deel hiervan bestemd voor export. Trop is te veel en te veel is trop.
Kortom, er zijn redenen genoeg om korte metten te maken met deze beestenboel. Alleen, hoe drastisch dienen we onze veestapel in te krimpen?
Een krimpscenario voor het Globale Noorden
Twee studies schrijven ons gezonde dieetwijzigingen voor om af te kicken van onze vleesverslaving. Onderzoekers berekenden voor de Heinrich Böll stichting een sociaal transformatiescenario waarbij we onze productie- en consumptiepatronen aanpassen om de klimaatontwrichting te beperken tot 1,5°C en om menselijke behoeften te vervullen.
Ze becijferden een scenario voor de sectoren wonen, voeding en mobiliteit waarbij we 67% kans hebben om de opwarming tot 1,5°C te beperken. Laten we eens kijken welke dieetwijzigingen dit scenario het Globale Noorden serveert.
De onderzoekers baseren zich op de richtlijn die de Wereldgezondheidsorganisatie voorschrijft qua dagelijkse calorie-inname. In het Globale Zuiden blijven de calorie- en vleesconsumptie gelijk. Het Globale Noorden dat met overconsumptie kampt, krijgt een maagring. Onze calorie-inname krimpt van 2748 calorieën per dag in 2014 naar 2100 calorieën in 2050, waardoor onze voedselconsumptie met 23,5% daalt. We snijden in onze vleesconsumptie, die daalt van 344 calorieën in 2013 naar 135 calorieën per persoon per dag in 2030.
Van 1950 tot 2015 werden enorme hoeveelheden fossiele brandstoffen, kunstmeststoffen en pesticiden in het landbouwsysteem gepompt, maar de oogst was mager.
Op twee decennia tijd consumeren we 2,5 keer minder vleescalorieën. Maar omdat herkauwers bijzonder veel uitstoten, hakken we nog forser in onze consumptie van runderen. Binnen de dalende totale vleesproductie krimpen de calorieën afkomstig van koeienvlees nog meer – zij gaan van 21% van het totaal in 2013 naar 10% in 2050. Omdat het aantal vleescalorieën met factor 2,5 daalt, kunnen we dus ruwweg stellen dat de veestapel minstens gehalveerd moet worden. Er is nog plaats voor vlees op ons bord, maar veel minder dan nu.
Door gezondere diëten hebben we heel wat minder land nodig om onze kolossale veestapel te onderhouden. Soja- en maïsvelden wijken, ecosystemen regenereren en koolstof wordt uit de atmosfeer gecapteerd. Volgens de onderzoekers zou er samen met duurzamere landbouwmethodes tegen 2050 maar liefst 4 miljard ton CO2 per jaar opgeslagen kunnen worden. Een tiende van onze huidige CO2-uitstoot.
Nu maatregelen nemen om onze veestapel af te bouwen en emissies te reduceren is dus een buitenkans om onze verantwoordelijkheid te nemen en om er voor te zorgen dat de aardappel die we door het strot van toekomstige generatie rammen niet te heet is.
Voedselzekerheid met lokale voedselproductie
Meino Smit bestudeerde in zijn doctoraat een landbouwsysteem voor Nederland dat duurzaam is, voedselzekerheid biedt én de doelstellingen uit het klimaatakkoord van Parijs haalt. Dit duurzame landbouwsysteem ziet er gans anders uit dan het huidige intensieve landbouwmodel.
Van 1950 tot 2015 steeg de energetische waarde van de input per hectare met 619%. Er werden enorme hoeveelheden fossiele brandstoffen, kunstmeststoffen en pesticiden in het landbouwsysteem gepompt, maar de oogst was mager. De energetische waarde van de output per hectare steeg in deze tijdspanne slechts met 12%. Dit is een bijzonder inefficiënt systeem. In 2015 werden er voor elke eenheid energie output meer dan twee eenheden energie geïnvesteerd. En de ecologische effecten van dit inefficiënte systeem waren al helemaal desastreus.
Een meer duurzaam systeem gebruikt veel minder materialen en energie. Nutriëntenkringlopen worden gesloten om de bodemvruchtbaarheid te behouden. Dierlijke mest, reststromen van organisch materiaal en reststromen uit afvalwater zijn de nieuwe kunstmeststoffen. Zo’n systeem doet geen beroep meer op fossiele brandstoffen. Het is veel kleinschaliger. De grootte van een gemiddeld landbouwbedrijf in 2040 is 10,5 hectare – circa een derde van in 2015. En het gebruikt meer handenarbeid met zo’n 470.000 extra voltijdse banen in de landbouw, ofwel 5% van de werkende Nederlanders.
Om de contouren van een duurzaam landbouwsysteem te schetsen, vertrok Smit van een gezonde voedingsrichtlijn van de Gezondheidsraad. Hij onderzocht of de Nederlandse landbouw haar bevolking kan voeden en vond dat dit enkel kan als de landoppervlakte voor dierlijke productie halveert. Maar doordat we veel dierenvoer zoals conflictsoja importeren, krimpt het aantal dieren veel forser, namelijk met 81%.
Enkel de paarden boeren erop vooruit en zien hun aantallen verdrievoudigen. Paardenkracht voor een meer duurzame en minder intensieve landbouw. Het aantal schapen halveert. De rundveestapel krimpt met factor vijf. Van het aantal hoenders en kippen schiet een vijfde over. Het aantal varkens decimeert met een factor 31. Dit zijn cijfers voor Nederland, maar voor België zullen ze gelijkaardig zijn.
Boerenbevrijdingsfront
Deze twee studies verduidelijken dat een veestapelinkrimping aan de orde is. Hoe forser we de veestapel inkrimpen, hoe rooskleuriger onze gemeenschappelijke toekomst oogt. Want dan hebben we meer kans om binnen veilige planetaire grenzen te blijven en klimaatchaos af te wenden. Ik stel dan ook voor om de veestapel te decimeren tot er nog een vijfde overschiet.
Maar deze landbouwtransformatie dient op een rechtvaardige manier te gebeuren zodat onze landbouwers niet in de kou blijven staan. Zij zitten nu geprangd in een systeem dat schaalvergroting voorschrijft met steeds meer productie en grotere machines.
Afkicken van onze vleesverslaving vraagt om collectieve rituelen om voor eens en altijd komaf te maken met onze veestapel.
Het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid hervormen we om kleinschalige, agro-ecologische landbouw te stimuleren. Deze subsidies gebruiken we om onze landbouwers inkomenssteun te geven tijdens de transitie en om zich om te scholen tot de boeren van morgen. We bevrijden boeren uit de industriële veehouderij door hen stapsgewijs uit te kopen en hun schulden kwijt te schelden. Het is niet hun fout dat ze vastzitten in dit destructieve systeem.
Momenteel hebben 175 van de 4155 Vlaamse varkenshouderijen ingetekend om zich vrijwillig te laten uitkopen als onderdeel van het Vlaamse stikstofakkoord. Dat is een begin, maar dat kan beter. Onze gemeenschappelijke toekomst is weinig gebaat met ruimschoots onvoldoende maatregelen.
We weten dat we te veel vlees eten en produceren. Maar de individuele overproducent of overconsument met de vinger wijzen, zal weinig zoden aan de dijk brengen – want in iedereen huist wel een innerlijke Stijn Baert met een gezonde appetijt voor biefstuk-friet. Afkicken van onze vleesverslaving vraagt om collectieve rituelen om voor eens en altijd komaf te maken met onze veestapel.
Voedsel creëert al eeuwenlang samenhorigheid en verbondenheid. Laten we de nodige veestapelkrimp aangrijpen om er een collectief feest van te maken. Dorps- en wijkfeesten waarvan iedereen kan meegenieten. We kopen boer na boer uit en organiseren “Zwijnefeesten”. Legendarische boerenbanketten, waarbij we vee diervriendelijk killen en gezellig grillen. Een braderij met voor elk wat wils, of het nu een witte pens, mixed grill of aubergine is.
Wie had gedacht dat we ons een weg naar de toekomst zouden vreten?
Spijs en vree(ten maar)!