West-Vlamingen in Antwerpen
“‘Wat betekent het eigenlijk om Vlaming te zijn?’
De zussen van Warda El-Kaddouri zijn jonge vrouwen, hoogopgeleid, hardwerkend, geëngageerd, mét een kleurtje en de jongste mét een hoofddoek. Het moet de nachtmerrie zijn van ongeveer de helft van de “rasechte” Vlamingen uit onze Westhoek.
Warda el-Kaddouri
© Charis Bastin
De Vlaamse kleinkunstenaar Willem Vermandere en ik delen iets bijzonders: ons geboortedorp. Het kleine Lauwe in het diepe Zuid-West-Vlaanderen, dat nét geen Frankrijk en nét geen Wallonië is, is de plek waar onze roots liggen.
Of toch niet? Terwijl de zanger van Klein ventje en Blanche en zijn peird de plaats waar hij voor het eerst zijn ogen opende zonder meer kan claimen als de plek waar hij vandaan komt, wordt dat recht mij meestal ontzegd. Sinds de nieuwe opmars van het Vlaams Belang bij de laatste verkiezingen gaan sommige dorpsgenoten, provinciegenoten, landgenoten zelfs steigeren bij de uitspraak dat mensen zoals ik (West-)Vlamingen zijn.
Zodra het interview op de Facebook-pagina van de krant verscheen, hield ik mijn hart vast. Ik zou mijn zusjes niet kunnen beschermen tegen de haatcommentaren.
De uitsluiting, die – laten we daar duidelijk over zijn – gebaseerd is op een diepgeworteld racisme, overkwam mijn twee jongere zussen vorige week nog. Ze stonden allebei op het podium van het Festival van Gelijkheid in Gent met hun maatschappelijke projecten, Latifa over seksualiteit en Samira over duurzaamheid, en glunderden diezelfde week met een lang interview in De Morgen. Jonge vrouwen, hoogopgeleid, hardwerkend, geëngageerd, mét een kleurtje en de jongste mét een hoofddoek.
Het moet de nachtmerrie zijn van ongeveer de helft van de “rasechte” Vlamingen uit onze Westhoek, die vorige mei hun bolletjes naast de namen van de partijen op het meest rechte spectrum inkleurden.
Zodra het interview op de Facebook-pagina van de krant verscheen, hield ik mijn hart vast. Ik zou mijn zusjes niet kunnen beschermen tegen de haatcommentaren. Zuckerbergs sociale medium is de laatste jaren uitgegroeid tot een propagandamachine van extreem-rechts en de eenzame uitlaatklep van verzuurde 40-plussers met de spellingvaardigheden van een zevenjarige.
De lelijke Vlaamse onderbuik is één van de redenen waarom ik zelf niet meer zo actief ben op Facebook. Het onderschrift bij het interview opende met “West-Vlamingen in Antwerpen”. Genoeg om de bloeddruk van sommigen te doen stijgen.
Wat hebben wij, niet-witte mensen in dit land, nodig om als Vlaming aanvaard te worden, vraag ik me af. Wat betekent het eigenlijk om Vlaming te zijn? Zijn het de balletjes in tomatensaus? Moeten we op 6 december de pieten zwart schminken en hysterisch brullen ‘Blijf van onze traditie af’? Of moeten we een leeuwenvlag ophangen aan de voorgevel?
Ik zou dat alles kunnen doen, maar dan nog heb ik de verkeerde kleur en waarschijnlijk ook de verkeerde religie. West-Vlaanderen is de meest witte en meest conservatieve regio in Vlaanderen. Is het dan verwonderlijk dat geen provincie bij de federale verkiezingen zo diepgeel kleurde als de mijne?
We vrezen datgene wat we het minste kennen en kijken vol afschuw naar andere steden waar de “omvolking” al heeft plaatsgevonden. Om het in de woorden van Willem Vermandere te omschrijven: het is de Bange blanke man.
In tegenstelling tot Belg zijn, is Vlaming zijn etnisch gekleurd. Belg zijn, is met de verschilende talen en volken al divers op zich.
Hoewel ik nu al enkele jaren in Nederland woon en mijn West-Vlaamse accent in de tussentaal wat geneutraliseerd is, verval ik onvermijdelijk in de typerende zachte g-klanken, slik ik mijn eindletters in en gebruik ik woorden die alleen boerse West-Vlamingen begrijpen. En toch krijg ik de zin ‘ik ben (West-)Vlaming’ niet meer over mijn lippen. Ik heb de haat geïnterioriseerd tot zelfhaat.
Als er zo veel van je geëist wordt, maar het nooit genoeg kan zijn, keer je de relatie de rug toe. In tegenstelling tot Belg-zijn is Vlaming-zijn etnisch gekleurd. Belg-zijn is met de verschillende talen en volken al divers op zich. Het is voor mij daarom makkelijker om ‘Ik ben Belg’ dan ‘Ik ben Vlaming’ te zeggen. Dat is tenslotte ook wat mijn paspoort zegt.
Het hele identiteitsdebat hangt ook samen met wat ik de homogeniseringswaan noem. Anders gezegd: de obsessie voor de keuze die van ons, hybriden, gevraagd wordt. Ik kan de tel niet bijhouden hoe vaak me is gepolst of ik me nu Marokkaan of Belg voel.
Die vraag was nooit onschuldig of neutraal. Hoe ik die vraag ook beantwoordde, nooit was de vragensteller helemaal tevreden of gerustgesteld. Als ik zei ‘allebei’, dan kreeg ik steevast te horen dat ik toch écht moest kiezen. ‘Ja, maar nee, welke is dan toch een beetje méér dan de andere?’ Als ik antwoordde ‘Marokkaan?’, dan was ik slecht geïntegreerd en ondankbaar. Als ik antwoordde ‘Belg?’, dan zag ik een beetje trots, een beetje medelijden (want dan ben ik het toch niet 100 procent, niet zuiver) en een beetje angst (want dan kan iederéén het worden) in de ogen van mijn gesprekspartner.
Het wordt ons voorgesteld als een keuze, maar dat is het nooit. Net in deze periode verkoopt het Vlaams Belang valse, fictieve Vlaamse identiteitskaarten voor de Warmste Week (oh, the sweet irony). Als een identiteit mij op initiatief van wereldvreemde racisten wordt aangeboden – als blijk van goeie wil waar ik eeuwig dankbaar voor mag knielen – dan kan ze mij gestolen worden.
Vlamingen eisen in de discussie rond dubbele nationaliteiten vaak een duidelijke en eenzijdige “loyaliteit”, maar beseffen niet dat zij ons al lang geleden verraden hebben.